Direct naar artikelinhoud

Europa dwingt Berlusconi op de knieën

Het politieke einde van Silvio Berlusconi is nabij. De kans dat hij een cruciale stembeurt in het parlement overleeft, vandaag, is uiterst gering. Meer nog dan de Italiaanse politieke klasse zijn het de financiële markten en Europa die 's mans vel willen.

De afkeer van Berlusconi viel gistermorgen af te lezen van de digitale schermen op de beurs van Milaan. Toen twee Berlusconi-gezinde kranten, Il Foglio en Libero, omstreeks elf uur aankondigden dat 's mans ontslag een kwestie "van uren, misschien zelfs van minuten" was, veerden de grafieken in het beursgebouw met ruim 2 procent op, nadat de dag barslecht was begonnen. Volgens Foglio-hoofdredacteur Giuliano Ferrara, een bloedbroeder van de premier, was die laatste op een woelige vergadering overstag gegaan en alsnog bereid gevonden de handdoek in de ring te gooien.

Tot de Cavaliere zelf het bericht even later als "ongefundeerd" afdeed: "Dat zij die me verraden zich met hun gezicht in het parlement laten zien," zei hij op Facebook.

Meteen kondigde hij een zoveelste vertrouwensstemming aan, al blijft de vraag of het nog wel zover komt: vandaag stemt de Kamer immers eerst over een begrotingswet, waarbij meteen al duidelijk zal worden hoe de kaarten liggen, waarna de linkse oppositie nog een motie van wantrouwen wil vragen.

Alleszins dreigt het liedje deze keer echt wel uit te zijn. De marktreactie, goed voor een verschil van ettelijke honderden miljoenen euro's, bewees gisteren opnieuw hoezeer de financiële wereld op Berlusconi's ontslag uit is en hoezeer de premier het lot van de euro in handen heeft. Italië is de op twee na grootste economie van de Eurozone.

De financiële druk was eind vorige week al fors opgevoerd, nadat de premier er niet in geslaagd was met een kant en klaar hervormingspakket in Cannes te verschijnen. Op de G20-top daar zetten naast Christine Lagarde, de directeur van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), ook de Franse president Nicolas Sarkozy en Bondskanselier Angela Merkel de Italiaanse premier het mes op de keel. Vrijdagmiddag ten slotte, na anderhalve dag palaveren, legde die zich neer bij hun decreet: monitoring door het Muntfonds en door de Europese Commissie, die ook technici naar Rome stuurt. Intussen was de rente op de Italiaanse staatsschuld naar een nieuwe recordhoogte van 6,4 punten geklommen, een moeilijk houdbare spread tegenover wat referentieland Duitsland aan intrest ophoest.

Duivel in wijwatervat

Onvermijdelijk was Berlusconi's afgang in Cannes bepalend voor wat in de uren daarna in Italië zelf gebeurde. Het hele weekend lang gonsde het van de geruchten over nieuwe afvalligen binnen 's mans centrumrechtse meerderheid. Terwijl de premier zelf uitbazuint dat hij wel degelijk zijn meerderheid behoudt, stelde niemand minder dan minister van Binnenlandse Zaken Roberto Maroni gisteren dat het tegendeel waar is. Niet enkel Maroni, van Berlusconi's populistische coalitiepartner Lega Nord, maar ook een groeiend aantal kamerleden van zijn eigen Popolo della Libertà (PdL) lieten de premier de voorbije uren vallen. Ook minister van Economische Zaken Giulio Tremonti en Kamervoorzitter Gianfranco Fini vroegen de premier met aandrang op te stappen.

Berlusconi weert zich echter als een duivel in een wijwatervat. Voor hem is niet de sociaal-economische afgang van het land het ultieme criterium, wel de vraag of hij zijn meerderheid behoudt. Indien ja, dan blijft hij aan, zweert hij.

"Maar daarmee pleegt hij meteen ook zelfmoord," zegt de Italiaanse politicoloog Fabio Liberti. "Berlusconi zelf noch zijn vrienden genieten nog een greintje geloofwaardigheid om dringende maatregelen goed te keuren. Het is zonneklaar dat de markten hun vertrouwen in hem helemaal kwijt zijn. De ironie in het verhaal is dat uitgerekend de geldmarkt en speculanten de Italiaanse linkerzijde nu weer aan de macht kunnen brengen."

Maar voor een verkiezingsscenario is het te vroeg. Veeleer gaat in Rome ervanuit dat rechts aan zet blijft, zij het met een nieuwe premier. Terwijl Berlusconi in het verleden gretig het 'ik of de chaos'-verhaal propageerde, bikkelen vandaag zijn erfgenamen om de brokken - met name over de vraag wie dat premierschap dan wel krijgt.

Er zijn meerdere gegadigden, maar het meest genoemd worden voormalig Europees commissaris Mario Monti en Berlusconi's eigen "brein" en regeringssecretaris Gianni Letta (zie hiernaast). "Wat het lot van Berlusconi ook wordt," zei die laatste gisterochtend, "aan de toegezegde engagementen verandert er niets". Met andere woorden: ook na Berlusconi's exit moet een meerderheid de hervormingen goedkeuren.

Volgens de economische website Piazza Affari is het echter nog maar de vraag of Berlusconi's tegenstanders rechts en links dat na zijn ontslag zonder blikken of blozen zullen doen. Staan onder meer op het programma: de optrekking van de pensioenleeftijd naar 67 jaar, het verkopen van overheidsgebouwen en de privatisering van een hele reeks plaatselijke openbare diensten. Er is sprake van bezuinigingen ten bedrage van 60 miljard euro. Tegen 2013 wil Italië zijn begroting in evenwicht.