Direct naar artikelinhoud

'Referendum? Ja, maar niet nu'

Het plan van de Griekse premier Papandreou om een referendum over de Europese steunmaatregelen te organiseren stuit, zacht uitgedrukt, op aardig wat weerstand. Die is zelfs zo groot dat ook vurige pleitbezorgers van het referendum als Guy Verhofstadt en Jean-Marie Dedecker Papandreous plan verwerpen. 'Dit is niet het moment.'

"Gevaarlijk", "irrationeel" en "onverantwoord". Dat zijn, in een notendop, de reacties op het plan van de Griekse premier George Papandreou om zijn bevolking misschien volgende maand al ja of nee te laten zeggen tegen het Europese reddingsplan.

De felle reacties zijn op het eerste gezicht perfect begrijpelijk en terecht. De onzekerheid die zo'n referendum met zich meebrengt, beperkt zich immers niet tot Griekenland. Zoals te voorzien en te voorspellen was, doken de nog maar pas herstelde beurzen als gevolg van Papandreous aankondiging opnieuw de dieperik in. De vrees dat de Grieken het Europese reddingsplan - en in de eerste plaats natuurlijk het saneringsluik - zullen verwerpen is groot.

Maar of die vrees ook gegrond is? Misschien niet helemaal, zo blijkt als je de geschiedenis van de Europese referenda erbij haalt. Die geschiedenis leert dat zeker niet alle referenda die de bevolking vroegen naar meer of minder Europa in het nadeel van Europa uitpakten. In tegendeel zelfs. De Volkskrant berekende dat dergelijke volksstemmingen, in tegenstelling tot wat we vaak denken, veel vaker uitdraaiden op een 'ja, meer Europa' dan op een 'nee, minder Europa'.

In de loop van de geschiedenis zijn er in de Europese landen 35 referenda gehouden. Daarbij hebben de landen zich 27 keer voor, en slechts 8 keer tegen meer Europa uitgesproken. Conclusie? Volksstemmingen over Europa hoeven niet noodlottig te zijn. Mogelijk kan Papandreou zijn bevolking ervan overtuigen dat Griekenland niet zonder het Europese reddingsplan kan. Maar, zoals de Volkskrant besluit, hij zal wel van goeden huize moeten komen.

Enig vertrouwen in de goede afloop van zo'n referendum is echter in geen velden of wegen te bespeuren. In een gisteren verspreide reactie op de eurocrisis keerde ook Guy Verhofstadt - nochtans een fervent pleitbezorger van het referendum - zich af van het idee om de Grieken zelf te laten beslissen over de Europese steunmaatregelen. "De oplossing voor Griekenland is niet de organisatie van een referendum", meent Verhofstadt. "Het huis staat in brand en het is een heel grote brand." Volgens Verhofstadt moeten de Grieken nu, onmiddellijk en met een regering van nationale eenheid, het grote bluswerk starten. Voor reflecties op de voordelen van de brandslang versus de brandladder is het, volgens Verhofstadt, niet het moment.

Net als Verhofstadt was en is ook Jean-Marie Dedecker (LDD) nog altijd notoir voorstander van een referendum. Zo vindt Dedecker een volksstemming over de wenselijkheid van een zwaar saneringsprogramma voor Griekenland op zich wel een goed idee. "Met dien verstande dat Papandreou dat referendum al een paar maanden geleden had moeten organiseren, toen er nog geen akkoord over een Europees steunplan was. Hetgeen hij nu wil houden, dient enkel om zijn eigen politiek vel te redden, niet om de Grieken meer inspraak te geven."

Niettemin zou een referendum in Griekenland ook nu nog zin kunnen hebben, zo vindt Dedecker. "Maar de vraag mag dan niet zijn of de Grieken tegen of voor het saneringsplan zijn. Natuurlijk zou een nee van de Griekse burgers een grote stap richting exit de eurozone betekenen. Maar je moet de vraag hier zonder omwegen durven stellen: moeten wij Grieken nog langer lid blijven van de eurozone?"

Dedecker heeft overigens "een nog veel beter idee" voor een referendum over Griekenland. "Laat Europa een referendum houden over de vraag of Griekenland wel in de eurozone mag blijven. Of organiseer een volksstemming over de vraag of wij geld moeten blijven storten in de bodemloze put die Griekenland ondertussen geworden is."

Geen morele legitimiteit

Voorstanders van het referendum vind je ook helemaal aan de andere kant van het politieke spectrum. Zo is er bijvoorbeeld Wim van Hees, sympathisant van Groen! en drijvende kracht achter het roemruchte referendum over de Lange Wapper in Antwerpen.

Van Hees en Dedecker zijn het wat het referendum in Griekenland betreft met elkaar eens. "In principe ben ik voor", zegt Van Hees. "Alleen is de context er nu niet naar. Het hele economische systeem wordt op dit ogenblik bedreigd. Gegeven de omstandigheden vind ik dat Papandreou een eerder onbesuisde beslissing heeft genomen."

Aan de zin en het nut van referenda twijfelt Van Hees daarom niet minder. "Er is vandaag een enorm democratisch deficit, op alle bestuursniveaus. Regeringsbeslissingen zijn, in zo goed als alle gevallen, meerderheidsbeslissingen. Om hun politieke carrière niet in het gedrang te brengen stemmen onze volksvertegenwoordigers bijna altijd zoals hun partij dat voorschrijft. Waardoor hun stemgedrag voor 99 procent voorspelbaar is."

Het meest problematische gevolg van dat mechanisme is volgens Van Hees dat de regeringsbeslissingen "enkel nog een formele legitimiteit" hebben. "De morele legitimiteit doet er niet toe. Kijk naar Oosterweel, kijk naar de asielzoeker Mauro in Nederland, en kijk ook naar de hakbijl die overal wordt bovengehaald om de financiële crisis te bezweren. Waar is de morele legitimiteit van al die beslissingen?"

Referenda zijn volgens Van Hees een "een zeer nuttig instrument" om daaraan te verhelpen. "Politici zullen dan zeggen dat referenda indruisen tegen het primaat van de politiek, maar dat argument maakt op mij niet zo veel indruk. Want wat is de legitimiteit van deze politici? Een keer om de vier of vijf jaar worden ze verkozen, en dat vinden ze ruimschoots voldoende. Daar stel ik me vragen bij. Om nog eens terug te komen op Griekenland: wat is de legitimiteit van politici die er duidelijk niet in geslaagd zijn om die crisis onder controle te houden?"