Direct naar artikelinhoud

Hoe bewijs je dat je níét de schilder bent?

Lucian Freud wou een van zijn eigen schilderijen niet erkennen, de Schot Peter Doig moet dan weer bewijzen dat een aan hem toegeschreven werk niet van zijn hand is. Het vaderschap in de schilderkunst is niet altijd zo makkelijk toe te wijzen.

Hoe bepaal je of een schilderij van deze of gene schilder is? Het makkelijkst is het om aan de kunstenaar te vragen of hij het werk ook gemaakt heeft. Normaal zou dat moeten volstaan om duidelijkheid te scheppen, maar in sommige gevallen blijkt dat niet te volstaan.

Meestal worden de experts geviseerd die de authenticiteit bevestigen of ontkennen - simpelweg omdat het vaak om werken van dode kunstenaars gaat -, maar in enkele uitzonderlijke gevallen wordt ook aan het woord van de kunstenaar zelf getwijfeld. Picasso bijvoorbeeld heeft altijd ontkend dat La douleur van hem is. Het werk was "een slechte mop van vrienden", had de kunstenaar altijd beweerd. Ondertussen hangt het nog steeds in het Metropolitan Museum in New York als een echte Picasso.

Lucian Freud is daar nu ook een voorbeeld van. De Britse schilder heeft altijd ontkend het portret gemaakt te hebben van de jongeman met een zwarte sjaal. Experts van Christie's hadden al in 1985 beweerd dat het van zijn hand was, maar Freud wou van geen wijken weten. Hij bleef tot aan zijn dood in 2011 ontkennen ook maar iets met het werk te maken te hebben. Het BBC-programma Fake or Fortuneliet echter niet los. "Dit was anders dan alles wat we tot nu toe gedaan hebben", zegt kunsthistoricus en presentator Philip Mould. "We hebben nog nooit moeten armworstelen met de woorden van een artiest die al gestorven is."

De doorbraak kwam er toen de makers van het programma een advocaat van Freud spraken die notities had teruggevonden van een telefoongesprek met Lucian Freud uit 2006. Daarin had Freud aangegeven zelf het werk begonnen te zijn, maar dat het door iemand anders afgewerkt was. Om die reden weigerde hij het te erkennen als een werk van hem. Daarop schakelde de BBC drie Freud-experts in die de gebruikte technieken en materialen onderzochten. Hun conclusie was unaniem: het werk is van Freud. Hij zou het in 1939 gemaakt hebben.

Studententwist

Gezocht naar de reden waarom Freud het steeds ontkend heeft, wordt verwezen naar een vete tussen Freud en Denis Wirth-Miller. Die laatste, die op dezelfde kunstschool als Freud zat, was eigenaar van het werk. Omdat Freud niet wou dat Wirth-Miller het voor veel geld zou doorverkopen, verklaarde hij steevast dat het werk niet van hem was. Ook toen Wirth-Miller het portret aan een vriend had gegeven, hield Freud dat vol. De waarde van het werk wordt nu op ruim 350.000 euro geschat.

Freud bijt dus in het zand, of daar heeft het toch alle schijn van. Nog moeilijker is wellicht wanneer je als kunstenaar moet ontkennen een schilderij gemaakt te hebben. De Schotse kunstenaar Peter Doig, voor wiens werken makkelijk 10 miljoen euro neergeteld wordt, is in dat geval. Toen hij op een dag een foto toegestuurd kreeg van een doek dat hij niet herkende, ontkende hij dat hij er ook maar voor iets tussen zat.

Eigenaar Robert Fletcher (62) zegt het kunstwerk in 1976 van Doig te hebben gekocht. De jonge Doig zou het schilderij hebben gemaakt toen hij in een Canadese gevangenis zat, waar Fletcher werkte als gevangenisbewaarder. De toen minderjarige Doig zou er hebben gezeten voor een lsd-gerelateerd vergrijp. Fletcher had hem het jaar ervoor leren kennen in Thunder Bay, Ontario, als Pete Doige, een student beeldende kunsten. Hij besloot het schilderij te kopen - voor 100 dollar (90 euro) - omdat hij vreesde dat Doig anders opnieuw zou gaan dealen.

Loze overwinning

Fletcher beweert nu dat Doig verward is, of liegt, en dat hij door de ontkenning van Doig miljoenen dollars misloopt. Doig (57) zou dan weer overtuigend bewijs hebben dat hij nooit in de buurt van die instelling is geweest. Verrassend genoeg besliste een rechter in Chicago dat de bizarre rechtszaak volgende maand zal plaatsvinden.

Het is een van de meest opmerkelijke rechtszaken over de echtheid van een schilderij ooit. De inzet is een schadevergoeding: Fletcher eist 5 miljoen dollar (4,5 miljoen euro). Om te winnen zullen Robert Fletcher en zijn adviseurs er de rechter van moeten overtuigen dat het schilderij echt is.

Maar zelfs al gelooft de rechter Fletcher, dan zou het allicht een loze overwinning zijn. Omdat de kunstenaar en zijn vertegenwoordiger zeggen dat het niet om een echte Doig gaat, is de kans klein dat kunstkenners het veel waarde zullen toedichten.