Direct naar artikelinhoud

Jeugdrechters van Vlaanderen, praat efkes met ons

Maddy, Luisa Maria, Melissa, Khava, Jari, Yan en Hajar verblijven in een jeugdinstelling.

Wij zijn jongeren die in een instelling zitten - in de bijzondere jeugdzorg. Bij de meesten van ons is dat door onze ouders. Problemen met communiceren over wat mag en niet mag. Het lukt ouders niet om een veilige opvoeding te geven.

We zitten met verschillende culturen en we leren van elkaar de verschillen kennen.

De meesten van ons hebben met een jeugdrechter te maken. Dat heeft voordelen en nadelen.

We zijn uitgenodigd door Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen om in een projectweek onze mening te vormen en het personeel ook wat bij te leren. In deze week hebben wij jeugdrechter Bie Van Bauwel uitgenodigd. We hebben vragen gesteld. Daarna waren we in een soort shock. Want wat deze jeugdrechter bij haar cliënten allemaal goed deed, dat doen onze jeugdrechters niet bij ons.

Nu willen we aan jeugdrechters - en jeugdrechters in opleiding - laten weten dat het ook anders kan.

De negen punten die een jeugdrechter volgens ons kan leren.

1. We willen dat jongeren voor de zitting begint eerst efkes met u als jeugdrechter kunnen praten. Dat is belangrijk, dat u niet alleen ouders, consulenten en de instelling hoort. Want wij weten wat wij hebben meegemaakt. Het is belangrijk dat de jeugdrechter ons kent.

2. We willen dat alleen de eigen jeugdrechter doorslaggevende beslissingen kan nemen. We hebben te vaak met verschillende jeugdrechters te maken. Dat is frustrerend voor ons, omdat we steeds opnieuw ons verhaal moeten vertellen en we mensen om ons heen nodig hebben die we vertrouwen.

3. We willen dat u ons minstens een aantal keer komt bezoeken in de instelling. Dat is belangrijk. U kunt wel denken: die zit in een instelling en dat is goed. Maar hoe gedragen we ons daar? U kunt informatie krijgen van de opvoeders, maar als u hier bent, kunt u dat met eigen ogen zien.

4. We willen dat u zonder toga met ons praat. Wij zitten daar ook in gewone kleren. In toga bent u strenger. Dat heeft geen nut. U kunt ook in een kleine zaal met twee mensen naast u aan een kleine tafel met ons spreken.

5. We willen, wanneer ouders het probleem zijn, niet dat wij toch de dupe worden. De meesten van ons zitten in een instelling omdat onze ouders er niet in slaagden ons op te voeden en er veel problemen kwamen. Waarom moeten wij dan door u geplaatst worden in een instelling, en niet de ouders? Wij kunnen naar onze bomma of nonkel tot papa en mama hebben geleerd om geen ambras meer te maken.

6. We willen niet geplaatst worden tussen psychisch gestoorde criminele jongeren terwijl wij in een instelling moeten zitten omdat onze ouders ons niet kunnen opvoeden. Dat vinden we echt heel erg. Je hebt thuis problemen, dan horen we niet in Mol of in Beernem. Daar zitten jongeren die grotere problemen hebben.

7. We willen dat u niet te veel dossiers hebt. Zo hebt u meer tijd om echt contact te hebben. Dat is belangrijk.

8. We willen dat u zich verdiept in onze cultuur. Bij ons is het normaal als uw vader u een lap geeft. U kijkt alleen naar de Belgische wetten. Niet slaan is beter, maar onze ouders zijn zo opgevoed.

9. We willen dat u op school leert een jeugdrechter te zijn met gevoel voor ons. U bent een soort ouder. Jeugdrechter kun je niet alleen maar zijn door studies te volgen.

We zouden graag langskomen op een moment dat alle jeugdrechters samen overleggen. Want we willen graag vertellen wat we hebben ervaren. We nemen koekjes mee!

We willen ook graag als ervaringsdeskundigen op de opleidingen langskomen om de nieuwe jeugdrechters aan te leren normaal contact met ons te hebben. Wat uw leerkrachten u misschien niet kunnen leren, kunnen wij u leren.

Met respect en vanuit onze ervaring,

Maddy, Luisa Maria, Melissa, Khava, Jari, Yan en Hajar