Brein van muizen in stad is groter dan op platteland

Door hun verhuizing naar een stedelijke omgeving hebben sommige diersoorten, waaronder muizen, een groter brein ontwikkeld. Dat zegt een Amerikaanse biologe op basis van onderzoek van schedels van allerlei diersoorten. De stadsomgeving blijkt een invloed te hebben op de evolutie van de hersenen van de dieren.

1 Waar gaat dit nu over?

Biologe Emilie C. Snell-Rood van de University of Minnesota heeft de schedels van een 10-tal dieren, zoals muizen, vleermuizen en prairiehonden gemeten. Ze vergeleek daarbij recente schedels met schedels van wel een eeuw oud. Op die manier kon ze inschatten hoe groot de hersenen van de dieren waren.

Wat bleek? Bij de witvoetmuis en de graslandwoelmuis bleken de hersenen van de beestjes die in een stedelijke omgeving geleefd hadden 6 procent groter dan hun soortgenoten van het platteland. Ook bij bepaalde soorten vleermuizen en spitsmuizen zag Snell-Rood verschillen.

2 Wat betekent dat dan?

Alvast dat de aanpassing van weide naar stad ook een impact heeft op de evolutie van de hersenen. Wellicht komt dat omdat de dieren nieuwe manieren moesten bedenken om aan voedsel te geraken. Wie dat kon, overleefde en plantte zich voort.

Sowieso verandert het gedrag bij de verhuizing naar de stad. Een voorbeeld: in de stad is het doorgaans makkelijker om aan eten te geraken, waardoor dieren minder territorium nodig hebben en met meer exemplaren op minder ruimte wonen.

3 Zijn muizen eigenlijk slimme dieren?

Moeilijk te zeggen, veel vergelijkend onderzoek is er immers niet. Van ratten, ook een knaagdier, weten we wel dat ze erg slim zijn. Ze kunnen als huisdier worden gehouden en kunnen trucjes aanleren.

Ook op de vraag of grotere hersenen een synoniem is voor slimmer, bestaat er geen eenduidig antwoord. Sommige wetenschappers linken een groter brein aan een beter vermogen om snel nieuwe dingen te leren, maar niet iedereen is het daar mee eens.

Het brein van graslandwoelmuizen is 6 procent groter als de diertjes in de stad leven.