Direct naar artikelinhoud

Veel geblaat, maar te weinig wol

Een horrorfilm over moordlustige zombieschapen? Kan niet slecht zijn, zou je als rechtgeaarde filmliefhebber denken. Alleen: één geweldig idee was niet genoeg om van Black Sheep een geweldige film te maken.

Door Geert Zagers

In de nagolven van zijn epische successen met Lord of the Rings en King Kong durft men al eens te vergeten dat Peter Jackson twintig jaar geleden gekunstelde horrorkomedies als Bad Taste of Braindead op de wereld losliet. Zelfverklaarde klassiekers van de slechte smaak, die met hun do it yourself-attitude toekomstige generaties horrorregisseurs inspireerden. Zo ook de Nieuw-Zeelander Jonathan King, die met zijn debuut, de old school-zombiefilm Black Sheep, bekroond met een Zilveren Raaf op het Brussels Festival van de Fantastische Film, wel heel erg in de voetsporen van zijn landgenoot wil treden.

Sinds een genetisch experiment op een boerderij ietwat fout liep, zitten de gebroeders Angus en Henry met veertig miljoen bloeddorstige zombieschapen opgescheept. Een uitstekende premisse, die Peter Jackson ongetwijfeld trots zou maken, al levert dat niet meteen een uitstekende horrorkomedie op. Amusant is Black Sheep wel, met referenties aan klassiekers als An American Werewolf in London en Evil Dead, en toegegeven, de olijk rondvliegende ledematen, vormgegeven in Jacksons fenomenale Weta Works Studio, zijn een welkome afwisseling voor de martelhorror van Saw of Hostel. Je kunt King dan ook niet verwijten dat Black Sheep slecht gemaakt zou zijn. Maar toch: de Nieuw-Zeelander verkent al te gemakkelijk de platgetreden paden der schapenhumor, weet zijn acteurs niet te regisseren en lijkt bang om de kijker toch een klein beetje angst aan te jagen. Het gevolg is dan ook een resem infantiele schapenneuken- en schapenschetengrappen, een hoop bordkartonnen personages en een film die te middle of the road is om de Peter Jacksonreferentie waardig te zijn. Kortom, veel geblaat, weinig wol, om op de valreep toch nog één flauwe woordspeling te maken.

JJ

Regie Jonathan King

Vertolking Nathan Meister, Danielle Mason, Peter Feeney, Tammy Davis, Oliver Driver

Speelduur 87 minuten

Land Nieuw-Zeeland

Voor liefhebbers van old school spletter-gore scènes met een stevige knipoog

Te mijden door dierenrechtenactivisten