Direct naar artikelinhoud

'Cesena' van Rosas en Graindelavoix in première in Avignon

Vorig jaar ging En atendant van Rosas in première op het Festival van Avignon. Het stuk eindigde in het nagenoeg totale duister van de beginnende nacht. Cesena gaat door waar het vorige stuk ophield: het begint bij het gloren van de dag en eindigt als de zon de Cour d' Honneur van het Pauselijk Paleis in Avignon overspoelt.

Cesena is gebouwd op Franse muziek uit de late Middeleeuwen, onder andere uit de 'Codex Chantilly'. Deze muziek is nauw verbonden met de bewogen geschiedenis van het Pauselijk Paleis zelf. Rond 1300 moesten de pausen de wijk nemen in Rome. Zes Franse pausen zochten hun heil in Avignon. Rond 1377 leidde dat tot een schisma: zowel in Avignon als in Rome zetelde een paus.

In Avignon zwaaide Clemens VII vanaf 1378 de plak. De man had zich echter een jaar tevoren schuldig gemaakt aan een slachting op duizenden burgers in het Italiaanse stadje Cesena. Die ene gruwel is symptomatisch voor de onrust van die tijd. In Cesena zie je even een verwijzing naar die wandaad: mannen die genadeloos intrappen op anderen of een danser die met gekruiste benen, als een kreupele, over het podium hotst.

Meestal ontwikkelt de choreografie van Cesena zich echter autonoom, volgens zijn eigen vormelijke logica. Dat is niet verwonderlijk: de choreografie sluit immers nauw aan bij de muziek. Ook die polyfone muziek - de 'ars subtilior' - verraadt in zijn extreme raffinement geen maatschappelijke onrust. De polyfonische structuur heeft zo'n ritmische complexiteit dat een vaste maat lijkt te ontbreken. De melodische lijnen zijn zo ingenieus dat ze haast onzingbaar worden.

Toch wordt die muziek hier a capella gebracht. Sterker nog: niet alleen de zes zangers van 'Graindelavoix', maar ook de dertien dansers van Rosas zingen. Omgekeerd dansen de zangers ook mee met de dansers. Beide groepen versmelten zo tot een geheel, maar maakt ze ook erg kwetsbaar. Zeker omdat ze, op een bescheiden stemversterking na, door niets, zelfs geen verlichting, ondersteund worden. Al wat ze hebben om op te tornen tegen de immense ruimte van de 'Cour d' Honneur' is het opkomende zonlicht. Kunstenares Ann-Veronica Janssens deed slechts één ingreep: met een reuzenspiegel op de tinnen van het Paleis richt ze het eerste zonlicht even op de performers.

Fysieke kwetsbaarheid

Die eenvoud en fysieke kwetsbaarheid brengt de hemelse, gewichtloze cerebraliteit van de muziek echter terug naar de aarde, naar de concrete lichamen van de mensen op het podium. Muzikaal krijgt dat een mooie vertaling als een danser, Matej Kejzar, een Sloveens volkslied met rauwe stem zingt, terwijl op de achtergrond een polyfoon lied weerklinkt. Op wonderlijke wijze grijpen beide gezangen in elkaar. Die aardse kant van het spektakel wordt symbolisch voorgesteld door een cirkel van aarde op het midden van het podium. Gaandeweg wissen de performers die vorm uit, al verdwijnt ze nooit helemaal.

Die spanning tussen het ideële en het lichamelijke, aardse vormt de kern van Cesena. Het wonderlijke is dat die spanning aanslaat en fascineert, van begin tot eind. Ondanks, of vooral dankzij, de extreme beperking van middelen van de choreografie van Anne Teresa De Keersmaeker zelf. Ze is gebouwd op slechts één eenvoudig gegeven: de stap, als maat van de dingen, vaak ook als maat voor de muziek. Op dat ene gegeven wordt eindeloos gevarieerd: in groep of alleen, heftig of behoedzaam, snel of traag. Met af en toe een kleine uitbarsting, fantastische solo's van bijvoorbeeld Sandy Williams of Chryssa Parkinson. Maar hoe dat uitpakt valt met geen pen meer te beschrijven.

Vanaf het najaar onder andere in Brussel, Leuven, Antwerpen, Gent en Genk.