Direct naar artikelinhoud

‘Ik wil in mijn opera’s spreken over belangrijke kwesties’

In 2000 al beleefde de opera L’amour de loin van de Finse componiste Kaija Saariaho zijn première en in hetzelfde jaar was hij bij ons te horen op het Festival van Vlaanderen. Nu is de opera over tragische liefde opnieuw te zien in de Vlaamse Opera maar in een productie van Daniele Finzi Pasca, bekend van Cirque du Soleil. Hoe is het voor Kaija Saariaho om na zoveel jaren het stuk opnieuw te horen en te zien?

‘Uiteraard behoort hij al tot het verleden. Anderzijds kon ik hem niet makkelijk vergeten, want hij werd heel vaak opgevoerd en ik heb altijd geprobeerd ten minste de première bij te wonen. Het is heel fascinerend te zien dat een stuk van je op vele verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden. Je ziet elke keer een oude vriend terug: je bent blij maar hij is wel veranderd. Ik hoor mijn muziek nu ook anders en dat is niet altijd aangenaam. Ik ben erg zelfkritisch en hoor nu een aantal passages die ik zwak vind en nu misschien anders zou doen. Maar ik beschouw mijn werk niet als een work in progress. Wij evolueren allemaal maar wie zegt dat dat altijd in de goede richting is? Wat ik heb gedaan met L’amour de loin, heb ik gedaan. Je moet je kind op zijn eigen benen laten staan.”

Ondertussen heeft Saariaho twee andere opera’s geschreven. Adriana Mater, die enkele jaren geleden in première ging in Parijs, en Émilie. Adriana Mater was veel donkerder van L’amour de loin.

“L’amour de loin was meteen een enorm succes. Iedereen wilde mij opdrachten geven voor een nieuwe opera. Maar hij moest wel lijken op de eerste. Dat had voor mij geen zin. Ik wilde iets heel anders schrijven. In tegenstelling tot L’amour deloin is het verhaal van Adriana Mater niet meteen een leuk sprookje (het is een familiedrama in oorlogsgebied, SM). Na 11 september is mijn zeepbel uiteengespat. Tevoren was mijn muziek een vluchtplaats uit de werkelijkheid.

“Voor mij is opera een heel diepe kunstvorm. Ik heb geen morele boodschap maar ik wil in mijn opera’s wel spreken over belangrijke kwesties. Als ik zoveel tijd en moeite in één werk steek (Saariaho werkte acht jaar aan L’Amour de loin en drie jaar aan Adriana Mater, SM), moet het belang hebben. En meer algemeen vind ik dat kunstenaars in onze tijd de verantwoordelijkheid hebben om over diepgaande zaken te spreken. Een kunstwerk kan een soort spiegel zijn, een toverspiegel waarin iedereen iets anders kan zien, afhankelijk van zijn levenssituatie en achtergrond. In heel goede operaproducties kan ik het gevoel hebben dat ze het over mijn persoonlijke leven hebben.”

Voorlopig komt er, na Émilie, die in première ging in Lyon, geen volgende opera van Saariaho. Ze heeft alle voorstellen afgewezen, “hoewel er interessante bij waren, maar ik voel geen noodzaak. Ik denk dat er heel goede redenen moeten zijn om ergens enkele jaren van je leven aan te besteden.” Ze heeft net een klarinetconcerto afgewerkt en schrijft een essay over opera. “Ik probeer een balans te trekken uit mijn opera-ervaring. Als ik tijd heb en niet te veel bezig ben met componeren, ga ik vaak naar opera’s van andere componisten. Er is op dit ogenblik een ruime interesse van goede operahuizen voor nieuw werk en voor vernieuwing van het repertoire. Men vraagt ook choreografen en filmregisseurs om te regisseren, dat levert soms interessante en soms minder interessante resultaten op. En weet u: nu ik dat essay aan het schrijven ben, herinner ik mij een plan dat ik ooit had voordat ik opera’s begon te schrijven, verhalen moest vertellen en personages moest uitvinden. Ik heb een soort synesthesie die veel te maken heeft met licht. Een van mijn eerste stukken was geschreven voor sopraan, elektronica en licht. Ik werkte toen samen met een jonge theatermaker die het licht ontwierp maar uiteindelijk namen we het niet op in de partituur. Sindsdien droom ik van een kunstwerk waar het licht echt in gecomponeerd zou zijn. Dat kan alleen opgevoerd worden in een operahuis. In een concertzaal zou het onmogelijk zijn. Eigenlijk is dat de reden waarom ik in operahuizen ben blijven werken. Maar tot nu toe is het geen werkelijkheid geworden. Een plaats vinden om muziek en licht met elkaar te verbinden: dat is mijn utopie. Maar daarvoor moet ik dus eerst een lichtkunstenaar zoeken die mij verstaat zonder woorden.”