Direct naar artikelinhoud

Geen reden meer om Ulysses niet te lezen

'Ulysses' van James Joyce is met voorsprong het allerbeste ongelezen boek uit de wereldliteratuur. Met de nieuwe Nederlandse vertaling van Bindervoet en Henkes is daar nu geen enkele reden meer toe. Geert Lernout

De roman, die verscheen in 1922, vertelt in achttien hoofdstukken het verhaal van een doodgewone dag in het leven van twee personages, een jonge dichter en een oudere getrouwde man. En op die 16 juni 1904 gebeurt er echt niet bijzonder veel in de wereld: ver weg is Rusland in oorlog met Japan en er zinkt een schip in Amerika, maar ook het leven van de twee hoofdpersonen in Dublin kabbelt rustig voort. Stephen Dedalus geeft zijn job als leraar op en besluit zijn laatste wedde op te drinken. Na een dronken bordeelbezoek wordt hij aangevallen en uit de handen van de politie gered door de oudere Leopold Bloom die hem even mee naar huis neemt. EINDE

Met zo weinig drama schrijf je nog geen modernistische klassieker. Tenzij je James Joyce heet: de Ierse schrijver stopte het boek zo vol revolutionaire literaire trucjes dat je het gebrek aan plot en pointe niet eens opmerkt. We krijgen een uiterst gedetailleerd beeld van één dag in het leven van één stad en we worden daarin niet begeleid door een verteller, maar zien alles door de ogen van de personages. Dit is de innerlijke monoloog: een stroom van woorden/gedachten. Leopold Bloom gaat aan zijn vrouw in de slaapkamer vragen of ze iets uit de winkel wil:

"Op stil krakende schoenen liep hij de trap op naar de gang, wachtte voor de slaapkamerdeur. Misschien wil ze wat hartigs. Dun brood met boter houdt ze van in de ochtend. Maar je weet nooit: eens in de zoveel tijd."

De eerste zin vertelt wat Bloom doet, de rest van de alinea wat er in zijn hoofd gebeurt. Op deze manier bekijken we alles door de ogen van Bloom en Stephen: zo leren we beide figuren heel wat beter kennen dan in oudere romans gebeurt. Niet dat dit altijd zo leuk is: Stephen Dedalus ben je al na twee hoofdstukken kotsbeu: hij is een pedante egoïst, maar ik vind het elke keer weer jammer als ik op het einde van de roman Leopold Bloom moet achterlaten.

Grieks epos

Zoals de titel al aangeeft is Ulysses (of Ulixes zoals de nieuwe vertalers het boek noemen) ook nog eens een moderne versie van het Griekse epos, waarbij de vleesetende cycloop een nationalistische dronkaard en de sirenen barmeisjes zijn geworden. Maar er is zoveel meer: ieder hoofdstuk heeft een andere stijl die soms aangepast wordt aan het verhaal. Als de god van de winden centraal staat, dan bevinden we ons in de redactie van een krant en staat het hoofdstuk vol uitdrukkingen die iets met tocht of wind te maken hebben. Je hebt een hoofdstuk in de vorm van een toneelstuk, eentje in romantisch proza, een hoofdstuk in de vorm van een catechismus met vragen en antwoorden. En de roman eindigt met de beroemde monoloog van Molly Bloom die Marilyn Monroe op een beroemde foto aan het lezen is.

Joyce heeft lang genoeg aan dit boek gewerkt om ervoor te zorgen dat alles helemaal klopt: bij hem vind je geen fouten zoals in Lord of the Flies, waar vuur wordt gemaakt met de lenzen van een bril van iemand die bijziend is (probeer het maar). Of beter: als Joyce fouten maakt, dan heeft hij daar altijd een heel goede reden voor. Zo is er een laat hoofdstuk in een "vermoeide" of slordige stijl, een vorm van taal van mensen die hebben leren lopen en dus denken dat ze ook kunnen vliegen. Bloom heeft net Stephen gered en de twee vermoeide en (respectievelijk) dronken mannen moeten even van de emoties bekomen.

Dit hoofdstuk is een catalogus van stijlfouten en uitermate geschikt als examenmateriaal voor schrijfcursussen. Herschrijf deze passage om er duidelijke en vlot lopende zinnen van te maken:

"Preparatoir op al het andere veegde mijnheer Bloom het grootste leeuwendeel van de houtkrullen af en overhandigde Stephen de hoed en de essenstok en monterde hem in 't algemeen op orthodox Samaritaanse wijze wat op waar hij heel erg aan toe was. Met zijn (Stephens) hoofd zat hij (Stephen) nou ook weer niet wat je noemt heel ergens anders maar een beetje gammel was hij wel degelijk en op zijn uitdrukkelijke verlangen iets van een verversing te drinken kwam mijnheer Bloom met het oog op hoe laat zij leefden en het feit dat er geen pomp met Vartry-leidingwater beschikbaar was voor hun wassings- laat staan drankdoeleinden op een lumineuze uitweg door het, uit de losse mouw, suggereren van de geschiktheid van de koetsierskeet, zoals deze werd genoemd, op nauwelijks een steenworp afstand in de buurt van de Buttbrug waar zij wellicht konden stuiten op enige drinkbare versnaperingen in de vorm van een melk met soda of een mineraalwatertje."

Het origineel is briljant slecht geschreven en dit is ook nog eens in spectaculair slecht Nederlands vertaald.

Stephen Dedalus, Leopold Bloom, zijn vrouw Molly, en de tientallen andere Dubliners in deze roman mogen dan al belangrijk zijn, maar de echte held van Ulysses is de Engelse taal zelf. Toen het boek eindelijk klaar was zei Joyce aan een vriend dat hij dringend een andere taal nodig had: met het Engels was hij helemaal klaar, zei hij in het Frans: "Je suis au bout de l'anglais."

Nieuwe titel

De vertalers van dit boek zijn dus gewaarschuwd: gelukkig is de nieuwe ploeg meer dan ervaren. Na de eerste vertaling door John Vandenbergh in 1969 volgde het bekroonde Vlaamse team van Paul Claes en Mon Nys in 1994. Nu zijn Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes aan de beurt. Ze weten waar ze aan toe zijn: eerder al vertaalden ze op meesterlijke wijze het nog veel onvertaalbaardere laatste boek van Joyce, Finnegans Wake.

Henkes en Bindervoet kozen voor een nieuwe titel waarmee ze beter de vreemdheid van het origineel benaderen: Joyce koos nu eenmaal niet voor Odysseus, maar voor de Latijnse versie van de naam van de Griekse held en dat is in het Nederlands Ulixes. Op belangrijke ogenblikken hebben de vertalers ook duidelijk andere vertaalkeuzes gemaakt dan hun illustere (ullistere?) voorgangers.

B&H zijn speels en avontuurlijk waar dat mag, exact en streng wanneer het nodig is. Deze vertaling geeft niet alleen weer wat er in het Engels staat, maar bevat op elke pagina wel een van die vondsten waarvoor deze vertalers terecht beroemd zijn.

James Joyce schreef met zijn Ulysses een boek dat de literatuur van de twintigste eeuw een andere richting gaf en dat hem een horde volgelingen en epigonen opleverde, maar ook kilo's nieuwe meesterwerken in alle talen van Europa, ook in het Nederlands, met onder meer Simon Vestdijk. Georges Perec deed het in het Frans nog beter: hij schreef een hele roman (Het leven: een gebruiksaanwijzing) over één minuut in één gebouw in Parijs, een boek waarin hij regelmatig naar Ulysses verwijst. Joyce is een schrijver voor schrijvers, en soms zonder het te weten maakt elke auteur vandaag gebruik van technieken die voor het eerst in deze roman voorkomen. Dankzij het duo Bindervoet en Henkes hebben de Joyce-onkundige Nederlandstalige schrijvers geen enkel excuus meer om niet te kijken waar ze eigenlijk al heel die tijd hun mosterd halen. En u ook niet om dit prachtboek nog langer niet te lezen.