Direct naar artikelinhoud

De houtbewerker werd een afwerker

Hij vindt Roland Juhasz ‘de beste verdediger van eerste klasse’. Dat valt dan dik tegen, want het is die Hongaar die Dorge Kouemaha vanavond zal moeten verschalken. De inzet is niet mis. Wil Club nog aanspraak maken op de titel, dan moeten ze deze topper tegen Anderlecht winnen. De Kameroener is klaar, dat wel. En hij wil iets bewijzen. Om straks in Zuid-Afrika ‘papa’ te kunnen zeggen tegen Eto’o.

De Kameroense Clubaanvaller Dorge Kouemaha (26): niet alle wegen leiden rechtstreeks naar Brugge

Hij sprak deze week voor de eerste en enige keer in de play-offperiode. Dinsdag, een persbabbel met negen journalisten aan één tafel. “Ik praat niet graag met jullie”, liet Kouemaha al in de allereerste zin weten. Niet dat die stylo’s en voicerecordertjes op zijn zenuwen werken, dat is het niet. Hij weet dat hij het dan over zichzelf moet hebben, en dat doet hij niet graag. “Ik heb graag dat de mensen mij zíen en dat er over mij wordt gepraat. Jullie moeten maar oordelen, ik doe dat niet. Bovendien: ik wil me nu concentreren op voetbal. Dit is de periode die zal beslissen. Voor Club Brugge, maar ook voor mij. Ik wil naar het WK. Dat is geen geheim.”

Begin mei, in het weekend van de achtste, worden afrekeningen gemaakt. Dan wordt de laatste speeldag van Play-off I afgewerkt en weet blauw-zwart wat het overhoudt aan dit seizoen. En die zondag, de negende, zal in de Kameroense hoofdstad Yaoundé een lijst met dertig namen uit een printer rollen. Die dertig internationals worden een paar dagen later verwacht voor drie oefenwedstrijden.

Kameroen mag naar het WK. Voor kandidaat-internationals biedt dat een ‘once in a lifetime opportunity’, die voor een hele tak van hun stamboom een verschil kan maken. Kouemaha strijdt overigens niet alleen voor een plek bij de selectie, maar zelfs voor een rol als tweede spits naast een speler die in eigen land ‘Dieu’ wordt genoemd en in de eigen kleedkamer ‘papa’.

Wie partner kan zijn van de spits van Inter wacht roem. De strijd gaat tussen Kouemaha, en drie anderen die elk in verschillende, grotere Europese competities spelen. Achille Webó van Mallorca, Alo’o Efoulou van Nancy en Idrissou van Freiburg. Die laatste werd niet opgeroepen voor de laatste oefeninterland en dat is al een zege op zich voor de spits van Club Brugge. Hij en niemand anders speelde aan de zijde van Eto’o tegen de defensie van wereldkampioen Italië. “Het ging goed. Ik was tevreden.”

Kouemaha had zijn selectie te danken aan een paar goeie wedstrijden met Club, en vooral die goals natuurlijk. Dat hij een paar maanden eerder nog onwaarschijnlijk nerveus was geworden en zelfs zijn beklag had gedaan in de kranten, had natuurlijk alles met dat WK te maken. Hij was in paniek.

De eerste maanden in Brugge waren op z’n zachtst gezegd niet verlopen zoals Kouemaha ze zich had voorgesteld. “Ja, ik werd wat nerveus. Ik dacht constant aan wat ik in Duitsland had betekend, ik speelde immers altijd. Ik ben niet weggegaan bij Duisburg omdat ik er niet speelde. Ik ben er weggegaan omdat Club Brugge me echt wilde. Als je op die manier verhuist naar een andere club, dan verwacht je dat je zult spelen. Ik begreep er dan ook niets van. Pas na een tijdje drong het tot me door... Er liepen hier twee spelers die vorig seizoen samen veel doelpunten hadden gemaakt: Sonck en Akpala. Gerespecteerde spelers. Ik moest me bewijzen. Het was ondenkbaar dat zij meteen de eerste weken op de bank zouden zitten.”

Kouemaha ging ervoor, maar op een bepaald moment duurde het hem duidelijk toch wat te lang. “Toen we de eerste keer tegen Anderlecht speelden dit seizoen, thuis, was ik echt in vorm, maar ik stond toch niet in de basis. Ik mocht alleen invallen. Tegen Moeskroen had ik het de week voordien nochtans goed gedaan, maar tussenin had ik ook al niet gespeeld tegen Toulouse. Geen basisplek, én geen invalbeurt.” En toen ontplofte hij dus.

“Ik ben na Anderlecht naar coach Koster gestapt en heb hem gezegd dat ik wou vertrekken als hij me niet nodig had. Dat ik dat niet meer wilde spelen. Hij heeft niet gereageerd. Later heb ik me daarvoor verontschuldigd.” Dat laatste na een gesprek met zijn makelaar.

De uitval van Kouemaha in een krant en tegen de trainer beviel Oliver König, al drie jaar de zaakwaarnemer van de Kameroener, allerminst. “Ik vond het echt misplaatst”, aldus de man deze week. “Overacting. Hij was nerveus, hij had nog nooit in zijn leven op de bank gezeten, allemaal goed, maar het was helemaal niet eerlijk tegenover Club Brugge. We hebben een stevige discussie gehad. Het was een gevaarlijke situatie. Voor dat gesprek wilde hij vertrekken, erna niet meer.”

Kouemaha bedaarde, en de situatie zou uitklaren. “Ondertussen is dat allemaal vergeten”, aldus de spits zelf. “Ik ben belangrijk, ik scoor, ik krijg vertrouwen van de trainer, en hij praat nu ook met mij. De laatste weken zijn niet te vergelijken met mijn eerste hier. Als ik in de ploeg sta, is dat geen acte de présence. Ik heb getoond dat ik die plaats verdien.” Hij klokte de reguliere competitie af op dertien goals.

Dat Kouemaha dit seizoen plots zo tekeer ging, bewijst de toewijding waarmee hij met voetbal bezig is. “Privé is hij een saai mens”, zweert makelaar König. “Hij is alleen met voetbal bezig. Laatst vroeg ik hem of hij al eens naar de kust en het strand was geweest. ‘Nee’, was het antwoord. En dat voor iemand die in Brugge voetbalt. Dat geloof je nu toch niet? Begrijp me niet verkeerd, ik bedoel het allesbehalve negatief. Voor een agent als ik is hij een gedroomde voetballer. Veel Afrikaanse jongens willen elke dag naar de disco. Hij blijft thuis, bij zijn vrouw. En verzorgt zich. Zijn grootste kwaliteit is zijn mentale kracht. Zowel naast het veld als erop is hij heel nuchter. Veel Afrikaanse spitsen doen oog in oog met een keeper wilde dingen. Hij niet, hij werkt heel precies.”

Wie de spits van Club eens goed bekijkt, ziet ook een afgetraind lichaam. Dinsdag, tijdens de persbabbel, liet de Kameroener een zinnetje neerpennen dat mogelijk een levensmotto is. “Voor wie ver wil geraken, telt één ding: werken. Met geluk haal je het niet.” Al had hij dat wel.

Kouemaha wordt vandaag een laatbloeier genoemd, omdat het in het begin van zijn carrière vooral vierkant liep. En ook omdat het lang duurde voor hij koos voor het voetbal. Pas op zijn achttiende maakte hij die keuze. Dirar vindt Kouemaha “beter dan Lukaku”. “Anderen moeten daar maar over oordelen”, herhaalde hijzelf dinsdag, maar één ding weet hij ook. “Als hij hard werkt zal hij altijd beter worden dan ik vandaag ben op mijn zesentwintigste.” De Kameroener kon op zijn zestiende de vergelijking met Lukaku nooit doorstaan. “Ik zat nog op school in Kameroen, voetbal was voor mij gewoon iets om de tijd te verdrijven. Ik amuseerde mij met voetbal en volleybal.”

Dat laatste kon hij best goed. Als vandaag zijn timing vrij goed zit, heeft die sport er echt wel iets mee te maken. Tussendoor speelde hij ook handbal. Met de rug naar doel duels aangaan: klinkt bekend. Op de schoolbanken hield hij zich dan weer bezig met houtbewerking. Ook dat boeide. Tweeënhalf jaar geleden kocht hij nog een houtbedrijfje in Kameroen. Voor de familie, en later voor hemzelf. Maar eerst carrière maken in Europa, en geld verdienen, natuurlijk. Ook dat is geen geheim.

De weg richting Brugge was er één met veel kronkels. Na een jaar in de Kameroense tweede klasse - waar hij als libero begon -, verhuisde Kouemaha naar eersteklasser Victoria United. Hij werd topschutter en twee jaar later volgde de droom. Hij kon naar Griekenland. Helaas, een nachtmerrie. Hij werd niet betaald door Aris Saloniki en stond na drie maanden weer thuis. Een nieuwe kans volgde wat later in Hongarije. Bij Tatabanya. Hij behoedde ze van degradatie en kon daarop kon naar Debrecen. Hij stond er in de spits met Sidibe, vandaag STVV-aanvaller. Naar eigen zeggen werd hij in die periode een keer gescout door Anderlecht, maar daar weten ze bij de Brusselse club niets meer van. “Kan ik me niet meer herinneren”, zweert hoofdscout Werner Deraeve. Veel maakte het uiteindelijk ook niet uit, want Kouemaha speelde toen - opnieuw naar eigen zeggen - een rotslechte wedstrijd.

Via zijn Hongaarse contacten wist makelaar König ondertussen ook het nodige over de Kameroener. Hij had een plan. Hij wilde Kouemaha naar Duitsland halen. Eén probleem echter: “De Duitsers kijken heel arrogant neer op de Hongaarse competitie. Ze zien niet in wat iemand uit zo’n kampioenschap kan betekenen voor hun voetbal. Maar uiteindelijk had ik geluk. De sportdirecteur van Duisburg was een vriend van mij. Hij vertrouwde me, toen ik hem zei dat Dorge het echt kon maken. Hij moest me ook al snel gelijk geven. Als één van de weinige nieuwkomers overtuigde hij al meteen.”

Het vorige seizoen was amper begonnen of hij had de interesse van Club Brugge al gewekt. In een oefenwedstrijd tegen blauw-zwart had hij Devroe overtuigd. Een jaar later sloeg de sportief manager van Club zijn slag. König: “Duisburg zat in financiële problemen en had dringend geld nodig. Ze wilden geld maken van hun beste spelers.”

Wagner, deel één van het spitsenduo, trok naar Werder Bremen. Devroe kocht een targetspits voor ongeveer één miljoen euro. Op 31 augustus, de laatste dag van de transferperiode.