Direct naar artikelinhoud

MARNIX PEETERS

Auteur en freelancejournalist Marnix Peeters (°1965) schrijft vanop zijn berg in de Oostkantons. Zijn nieuwe roman Kijk niet zo, konijntje ligt nu in de boekhandel.

De mensen zijn gek geworden, zei ik. Moet je die top 10 non-fictie zien. Puur Pascale, Dagelijkse kost, Simple Food, Nooit meer diëten 1 en 2, Puur eten 1 en 2, Puur genieten 1 en 2 en Pure keuken.

Veel puurder moet het niet worden, zei mijn vrouw.

Wij hebben jarenlang het allergoedkoopste eten geëist, zei ik. Waterkippen voor 2 euro, melk waar de boeren van failliet gaan, opgefokt vlees dat nergens naar smaakt, groenten die nergens naar smaken - dat zijn wíj die dat geëist hebben. Supermarkten doen gewoon wat de klant vraagt. En nu moeten we opnieuw leren eten, en zetten we de rekken vol met boeken waar puur opstaat.

Góéde boeken, zei mijn vrouw, wier moeder een vurig bewonderaarster is van de kunsten van Pascale Naessens - zij maakt nu zelf heerlijke gerechten met granaatappels en sesamzaadjes.

Maar die voedselobsessie is compleet van de pot gerukt, zei ik. En in essentie verandert er niks: de waterkipsector draait nog altijd op volle toeren en onze vleesindustrie is een schande - alleen doen we er nu zeekraal en quinoa bij. En straks gaan we allemaal dood.

Nounou, zei mijn vrouw, die mij goed kent.

Er stond gisteren in Luxemburg weer iemand bij de slager die met 12 kilo vlees naar huis ging, zei ik. Er kwam geen eind aan: nog van dat, nog van dat. Eet wat minder van die troep, koop bétere dingen, dan volgen de winkels op den duur vanzelf de vraag en zijn een heleboel problemen opgelost. En daarna gaan we nóg allemaal dood.

Mijn vrouw moest lachen.

Wij zijn verwende varkens geworden, zei ik. Pafferige, blasée, winderige mensen die op hun wenken bediend willen worden en die alles tegelijk willen. Oppervlakkig, pretentieus volk. Herinner je die vrouw die een tijd geleden in de krant stond, die op de spoeddienst een slapende dokter had gefotografeerd en die klaagde dat ze wel een kwartier had moeten wachten. Zo iemand zouden ze vierhonderd uur gemeenschapsdienst moeten geven. En tien jaar niet gaan stemmen. En haar foto aangeplakt in alle spoeddiensten: 'Niet helpen!' Het erge is dat de journalist een toontje aansloeg dat suggereerde dat hij haar verontwaardiging déélde. Dat is lekker gemakkelijk - zo maar wat verontwaardigd zijn. En 's avonds op tv moest er nog een dokter beschroomd komen uitleggen dat dat niet abnormaal is, dat er tijdens de nachtdienst al eens een uiltje wordt geknapt.

Een uiltje wordt geknapt! zei mijn vrouw verrukt.

Dat komt uit Piet Fluwijn en Bolleke, zei ik. De avonturen van een vader en zijn zoon. Als er in die strip iemand een uiltje knapte, tekende Marc Sleen er ook altijd een boomstronkje met een zaag bij. Dat waren nog eens tijden.

Mijmer maar voort in de keuken, zei mijn vrouw, waar ze gelijk in had, want er stond die avond een voortreffelijke stoofpot met everzwijn en Rochefort 10 op het menu, en daar was nog behoorlijk wat werk aan.