Direct naar artikelinhoud

‘Facebook stilt mijn voyeurisme’

Michaël Lescroart doorliep de afgelopen tien jaar zowat alle functies bij P-magazine. Sinds vorige week mag de West-Vlaming als hoofdredacteur zelf de lijnen uitzetten.

Hoe bent u in de media terecht- gekomen?

Michaël Lescroart: “Ik heb er altijd naar gestreefd. Toen ik in het zesde leerjaar zat, gingen we op bezoek bij de vrije radio Horizon in Nieuwpoort. Een man zat er het nieuws voor te lezen, samengesteld uit krantenknipsels. Ik vond het een mythisch gegeven dat hij het nieuws controleerde en uitdeelde.”

Welke kranten en tijdschriften werden er bij u thuis gelezen?

“Zowat allemaal. Mijn vader was een veellezer. Die variatie zal wel iets te maken hebben met mijn voorliefde voor polemieken. Er werd thuis over van alles gediscussieerd.”

Welke kranten en tijdschriften leest u nu?

“Nog steeds alles, dat hoort bij de job. Zonder leesvoer lukt het niet. Op vakantie probeerde ik mee te lezen in de Libelle van de vrouw naast me aan het zwembad, ze dacht waarschijnlijk dat ik naar haar borsten aan het kijken was. Ik heb thuis twee abonnementen, de rest lees ik op het werk.”

Hoe zou u uw job zelf omschrijven?

“Als zoeken. Zoeken naar een financieel evenwicht, naar een inhoudelijke mix, naar invalshoeken. Zoeken en weten dat het zoeken interessanter is dan het vinden.”

Wat vindt u zo leuk aan uw job?

“Dat ik het nooit zal vinden.”

Wat is uw mooiste herinnering in de media?

“Toen ik in Belfast op dezelfde dag eerst Nobelprijswinnaar voor de Vrede John Hume interviewde, en anderhalf uur later een protestantse terrorist met veertig doden op zijn geweten. Ik had compassie met iedereen die toen niet ik was. Dat was het mooiste journalistieke gevoel dat ik ooit heb gehad.”

En wat is de slechtste?

“Als beginneling moest ik voor een krant een foto van een overleden kind gaan opvragen bij de vader. De ouders leefden gescheiden en blijkbaar had de politie alleen maar de moeder op de hoogte gebracht. Moest ik dus aan die man vertellen dat zijn kind dood was, en of ik er alstublieft een foto van mocht hebben. Toen was ik even misselijk van mijn beroep.”

Wat is het eerste medium dat u 's ochtends raadpleegt?

“Mijn laptop ligt onder mijn bed. Het is een vast ochtendritueel om naar krantenkoppen.be te surfen.”

Zonder welk medium zou u absoluut niet kunnen?

“Het internet. Ik ben een grote fan van lezersreacties, van ‘burgerparticipatie’. Ongezouten, wrang en soms choquerend, maar ik lees ze graag.”

Gebruikt u sociale media zoals Twitter, Facebook en MySpace?

“Enkel Facebook. Ik onderschrijf het gegeven van de kleine dorpsgemeenschap in de grote wereld. Het stilt mijn voyeurisme.”

Wie bewondert u in de media?

“Al heb ik een job waarin je niemand mag bewonderen: Koen Meulenaere. Hij verdient een klein standbeeldje, strategisch geplaatst, waar politici over struikelen.”

Hebt u een ambitie die u nog wil verwezenlijken voor uw pensioen?

“Een satirisch blad oprichten. Als je een land als België probeert te bevatten zonder satire, ben je slecht bezig.”

Wat doet u in uw vrije tijd?

“Me te veel afvragen waar ze op het werk mee bezig zijn. Mijn zoon en mijn vrouw zijn mijn hobby.”16/10/1972: wordt geboren in Leuven.1990-’92: volgt kandidatuur geschiedenis in Antwerpen.1992: begint te studeren aan het Instituut voor Journalistiek, maar krijgt al snel een job aangeboden. Werkt de volgende jaren voor zowat alle Vlaamse kranten.1998-’99: werkt als freelancer voor P-magazine.2000: komt vast in dienst bij P-magazine en doorloopt er functies als algemeen journalist, politiek journalist, chef reportage, chef redactie en adjunct-hoofdredacteur.1/9/2009: wordt hoofdredacteur van P-magazine.