Met veel bombarie maakte Weyts gisterenavond bekend dat hij het nieuwe vervoersplan van de NMBS niet zal goedkeuren. Vandaag komt het Executief Comité van Ministers van Mobiliteit samen, waar overleg plaatsvindt tussen de Belgische, Vlaamse, Waalse en Brusselse ministers van mobiliteit. Het is daar dat Weyts naar eigen zeggen hard op tafel wil slaan. Volgens hem ontbreken drie voor Vlaanderen cruciale lijnen in het nieuwe vervoersplan van de NMBS. Dat plan regelt waar en wanneer er tussen eind 2017 en eind 2020 treinen rijden. Volgens Weyts is in dat vervoersplan geen spoor van extra dienstverlening op de lijn 15 (Mol-Hasselt), lijn 18 (Hasselt-Neerpelt) en lijn 19 (Mol-Neerpelt-Hamont).

Goed onthaald

Een oprechte poging om de spoorarmoede in Limburg aan te kaarten of goedkope kritiek? Eerder dat laatste, zo lijkt het. Want los van het feit dat het nieuwe vervoersplan helemaal niet goedgekeurd of afgekeurd moet worden door Weyts, houdt zijn kritiek inhoudelijk ook geen steek, zo vindt spoorexpert Herman Welter. “Het nieuwe vervoersplan van de NMBS is over het algemeen goed onthaald en is een verdienstelijke poging om het bestaande spoorwegnet beter te benutten. De NMBS wil gevoelig meer treinen laten rijden. Dat is een belangrijke stap voorwaarts.”

Volgens Welter verwart Weyts het vervoersplan met het investeringsplan. “Dit vervoersplan moet je los zien van het investeringsplan. Daarin wordt bepaald welke investeringen er in de toekomst zullen gebeuren. Als hij nu al om dienstverlening vraagt op lijn 18, dan vrees ik dat hij te weinig kennis heeft van het openbaar vervoer. Lijn 18 Hasselt-Neerpelt moet inderdaad gereactiveerd worden, maar zelfs als die beslissing vandaag valt, sta je pas aan het begin van een lange weg van procedures. Het zou toch te gek zijn om te wachten met verbeteringen aan te brengen tot het nieuwe investeringsplan er is? Dit vervoersplan geldt trouwens ook maar voor twee à drie jaar. Daarna komt er weer een nieuw en dan kan nog nagedacht worden over de dienstverlening op de lijnen die er in de toekomst moeten komen in Limburg. Ik snap Weyts dus niet.”

Ook federaal mobiliteitsminister François Bellot (MR) reageert verrast op de kritiek van zijn Vlaamse collega. “Wat raar is, is dat Weyts een vervoersplan vraagt over lijnen die nog niet bestaan. Het investeringsplan wordt nog opgesteld, en de vertegenwoordigers van Weyts zitten mee rond de onderhandelingstafel”, aldus Bellot. “De werken van modernisering en aanpassingen op de lijnen die Weyts aanhaalt kosten extra tijd en zullen niet klaar zijn voor 2020, wanneer het plan waaraan nu wordt gewerkt afloopt.”

Besparingsknoop

Houdt het louter symbolische protest van Weyts dan helemaal geen steek? “Wel, Weyts heeft een punt als hij zegt dat er dringend een nieuw investeringsplan moet komen”, zegt Welter. “Dat had er al lang moeten zijn, maar de knoop zit bij de besparingen die de federale regering de NMBS en Infrabel heeft opgelegd. Het oude investeringsplan was niet haalbaar meer.” De vraag is nu welke projecten er worden geschrapt en welke niet. Dat is een politieke discussie die nu al maanden aansleept. Dat Weyts de aandacht vestigt op het belang van de Limburgse lijnen voor Vlaanderen, vindt Welter een goede zaak. Ook bij andere partijen is te horen dat Weyts moet blijven hameren op die Limburgse projecten.

“Vooral de lijn Hasselt-Neerpelt is zeer belangrijk”, zegt Welter. “Zo creëer je een echte Noord-Zuidverbinding en wordt het voor Noord-Limburgers mogelijk om snel richting Leuven en Brussel te sporen. Ook de elektrificatie van de lijn Mol-Hamont kan snel gebeuren. Dat kost maar 37 miljoen euro. Een bedrag dat je snel kan terugverdienen, want met elektrische treinen rijden is niet alleen sneller en zorgt dus voor meer capaciteit op de lijn, je bespaart er ook 11 tot 12 miljoen euro per jaar mee.”