Direct naar artikelinhoud

'Leed uit de kindertijd drijft veel politici ertoe bovenmenselijke dingen te doen'

Wat stuwt de grote politici? Honger naar macht? Volgens politiek woordvoerder Vincent Stuer delen ze vaak persoonlijk leed, dat ze al lang meeslepen, zo blijkt uit een theatermonoloog die Stuer schreef met en voor acteur Valentijn Dhaenens. 'In de kern is er toch altijd eenzaamheid.'

Vincent Stuer draait al bijna twintig jaar mee aan de top van de politiek, maar dan in de coulissen: hij was woordvoerder van Open Vld en van Karel De Gucht, eerst als minister van Buitenlandse Zaken en later als Europees Commissaris. Daarna werd Stuer speechschrijver voor José Manuel Barroso, voorzitter van de Europese Commissie, en nu voor ondervoorzitter Valdis Dombrovskis.

Geen wonder dus dat Stuer niet alleen dénkt, maar ook praat in quotes - voortdurend verwijst hij naar biografieën en historische politici, een kleine afwijking die nu resulteert in Onbezongen, een theatertekst voor Valentijn Dhaenens. Die speelde eerder DegrotemonD, een solovoorstelling waarvoor de acteur in een jaar tijd meer dan duizend speeches las en die hij monteerde tot een ode aan de retoriek.

Onbezongen is een ode aan de homo politicus, een term die suggereert dat de politicus een aparte mensensoort zou zijn. Is dat zo?

Valentijn Dhaenens: "Een politicus moet menselijk en herkenbaar zijn, maar ons fascineert het aparte: wat drijft sommige mensen om op een machtspositie terecht te komen waar ze uiteindelijk niet zo gelukkig van worden? Je wordt niet geboren als een homo politicus, maar het helpt om goed ter tale en sociaal te zijn - al zijn sommige politici soms ook sociaal gehandicapt. Maar het opvallendste en voor mij het meest frappante is dat veel politici een gebroken of afwezige band hebben met hun vader. Björn Rzoska, Vlaams parlementslid voor Groen, zei onlangs nog in een interview dat je een afwijzende vader nooit meer te boven komt."

Vincent Stuer: "Ik kreeg het idee om iets te doen met die verstoorde vaderrelatie nadat ik L'aube le soir ou la nuit had gelezen, een boek van de Franse theaterauteur Yasmina Reza over de eerste verkiezingscampagne van Nicolas Sarkozy. Ik was toen woordvoerder van Karel De Gucht op Buitenlandse Zaken en las herkenbare dingen die op veel politici van toepassing zijn. Sarkozy was een bijzonder ongelukkig kind. Zijn vader was een seriële womanizer die het thuis aftrapte en tegen de kleine Nicolas zei dat hij het met zijn Hongaarse achternaam nooit zou maken in Frankrijk - Sarkozy's dadendrang komt, naar eigen zeggen, grotendeels voort uit zijn persoonlijk ongeluk.

"Dat blijkt niet uitzonderlijk te zijn. Een Britse historica die onderzoek deed naar het leven van de Britse premiers van 1809 tot de Tweede Wereldoorlog, stelde vast dat 70 procent van hen zijn vader of beide ouders op jonge leeftijd was kwijtgeraakt. Paranoia, de drang om gelijk te hebben en een zekere mate van bijgeloof bleken eveneens overvloedig aanwezig. Je herkent dat ook bij andere politici. Winston Churchill, Bill Clinton, Barack Obama, Wilfried Martens, Elio Di Rupo: ze delen allemaal een soort leed dat hen drijft om bovenmenselijke dingen te doen."

Daar blijkt zelfs een term voor te bestaan:

het phaëtoncomplex.

Stuer: "In de Griekse mythologie is Phaëton de niet-erkende zoon van de zonnegod Helios. Om te bewijzen dat hij toch de uitverkorene is, gaat Phaëton er op een dag met de zonnewagen van zijn vader vandoor. Maar dat loopt fout af en Phaëton stort te pletter. Politici dragen dat complex in zich. Het beste voorbeeld is George W. Bush, wiens hele politieke karakter gebouwd was op de drang het tegenovergestelde te doen van zijn vader en hem daarmee te overtroeven.

"Ik wil niet alle politici in hokjes duwen of psychologiseren, maar het is boeiend om te zien hoe die eigenschappen regelmatig terugkomen en voor een stuk verklaren waarom mensen aan politiek doen. In zijn recentste voorstelling vraagt Seinfeld zich af wat voor soort mens je moet zijn om president van Amerika te willen worden. Leider van de vrije wereld en verantwoordelijk voor zowat alles wat er gebeurt - wie ziet dat en denkt: sounds like me? Als je erover nadenkt, is dat toch eigenaardig."

Geldt het phaëtoncomplex ook voor vrouwen?

Dhaenens: "Angela Merkel heeft alleszins afgerekend met Helmut Kohl, haar politieke vader."

Stuer: "Dat is een moeilijke. Politiek is nog altijd teveel een mannenstiel, met machismo als kerneigenschap. De vrouwen die er geraken, doen dat op een mannelijke manier. Margaret Thatcher en de Nederlandse Rita Verdonk zijn voorbeelden, en vaak doen ze weinig voor andere vrouwen in de politiek. Merkel lijkt me de uitzondering te zijn. Het feit dat 'Mutti' er is, zegt veel over de aversie tegen de sterke 'mannelijke' Duitse politiek."

Kiezen politici hun beroep niet uit fascinatie voor macht?

Dhaenens: "Veel politici merken ze dat iets goed kunnen nog voor ze het proberen: ze beseffen dat ze het talent hebben om mensen rond zich in een bepaalde richting te krijgen. En mensen kunnen nu eenmaal moeilijk weerstaan aan een talent. (tot Stuer) Maar jij gelooft dat het begint bij oprecht dienstbetoon, hè?"

Stuer: "Het idee van macht vind ik interessant, omdat het zo tegenstrijdig is. Het trekt aan om in de politiek te gaan, maar hoeveel macht hebben politici tegenwoordig? Als minister ben je gebonden aan de partij, de coalitie, de sociale partners, de economie, Europa. Wie puur op macht is belust, wordt beter topambtenaar bij de Europese Commissie of grote baas van De Persgroep."

Vincent, jij werkt al jaren in de coulissen van de politiek. Heb je deze voorstelling geschreven met bepaalde mensen in je achterhoofd?

Dhaenens: (lacht)

Stuer: "Het is net omgekeerd. Het fijne aan dit project is dat het eens niét gaat over de politici in mijn omgeving. Alles wat ik ooit dacht dat origineel was aan ruzies binnen regeringspartijen en relaties tussen politici, bleek dat helemaal niet te zijn. De spanning tussen Guy Verhofstadt, Karel De Gucht en Patrick Dewael bij Open Vld kun je perfect ijken op wat er speelde tussen de Britse toppolitici Winston Churchill, David Lloyd George en Herbert Asquith (allen premier in de eerste helft van de twintigste eeuw, SS). Vanuit die niet-originaliteit wilde ik een anoniem en universeel verhaal vertellen."

Dhaenens: "Dat is een wel erg politiek correct antwoord. (tegen Stuer) Ik denk dat jouw fascinatie te maken heeft met het feit dat het zo dichtbij komt. Dat merk ik toch in onze gesprekken. Ook al zie je er een herhaling in, je bent in de buurt van waar het zich afspeelt en dat vind jij spannend. Begrijpelijk: toen ik onlangs het federale parlement bezocht, voelde ik mij net een kind. Alles is er groots: deuren van vier meter hoog, imposante borstbeelden die boven je uittorenen. Het is een tempel, gemaakt voor parlementairen - ze hebben er zelfs lakeien en een eigen cafetaria waar je als gewone sterveling niet mag komen. Ik voelde direct de aantrekkingskracht. Ik snap dat macht relatief is, maar ik kan geloven dat een politicus die het parlement betreedt, denkt: ik ga de geschiedenisboeken in."

Jullie wilden in jullie politieke profielschets wegblijven van clichés zoals de geïdealiseerde machine in The West Wing of de kwade genius in House of Cards. Jullie wilden voor gelaagdheid gaan.

Dhaenens: "We wilden iets unieks doen, iets dat alleen in het theater kan - een emotie overbrengen. Door een honderdtal politici te incorporeren hoop ik tot de kern te komen van een politicus, en voor mij is dat toch een soort eenzaamheid. Mensen die extreme levens leiden, zijn vaak eenzaam. Het idee dat een politicus wakker is terwijl het volk slaapt: dat wil ik bereiken. En als hij tijd heeft voor zichzelf, wat is er dan nog? Een toppoliticus is voortdurend omringd door medewerkers, alles is van staatsbelang. Wat blijft er over als hij alleen is in zijn hotelkamer? Wat heeft hij nodig om zijn emoties vrij te laten?"

Stuer: (plots tot Dhaenens) Ik ben nog altijd aan het nadenken over wat je zei over het parlement. Ja, politici doen het voor de macht, maar tegelijk staan ze - om die vreselijke omschrijving van de CD&V nog eens te gebruiken - midden de mensen. Politiek is in ons land nog altijd een 'barbecuecratie' waar dienstbetoon belangrijk is en waar je voortdurend in je dorp of stad moet zijn. Het beeld van een verheven politicus, zoals de Franse president die ver boven het volk staat, dat kennen wij niet."

Is het belangrijk om dit stuk nu te maken? Steeds vaker wordt in negatieve termen en

clichés over politici gesproken.

Dhaenens: "Ik voel dat mensen in deze veranderende maatschappij niet meer bereid zijn om nog snel te schakelen. Europa begint af te brokkelen, verkozenen zijn anti-establishment. De mensen zijn het beu en er is een nieuwe politiek nodig, alleen heb ik er geen idee van wat dat dan moet zijn. We moeten nu ook niet bepaald terug naar de tijd van Wilfried Martens of Leo Tindemans."

Stuer: "Een eerherstel is me te sterk, maar bij een politicus moet je je altijd afvragen wat zijn diepste overtuiging is - een eenvoudige maar tegelijk moeilijk te beantwoorden vraag. Christopher Hitchens schreef over de eerste campagne van Obama dat diens grote charme erin bestaat dat hij zichzelf niet al te serieus neemt. En dat als hij het niet had gehaald, hij dat niet erg zou hebben gevonden. Dat is het basisidee maar tegelijk een contradictie: politici moeten zo gedreven zijn om het te maken dat ze alles ervoor zouden over hebben, maar dat is net het gevaarlijke."

"Ken je de term 'thin slicing elections'? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat mensen met een minimum aan informatie de slaagkansen van politici vaak juist weten in te schatten. Als je aan wildvreemden foto's laat zien van twee kandidaten, dan zijn ze in staat om de winnaar eruit te halen. Ook in tv-debatten kunnen mensen, zonder het geluid te horen, raden welke kandidaat er het beste uitkomt. Hoe minder informatie, hoe beter ze gokken. Het komt allemaal neer op de x-factor: je hebt het of je hebt het niet. Dat is een drama voor politici die zichzelf voorbijhollen in het spinnen, in het zoeken naar de juiste oneliners om de kiezer te bereiken. Want in tien seconden is alles beslist."

Zijn er nog politici die komen bovendrijven op basis van hun idealisme? Het debat is vandaag zo verhard, de hufterigheid zo toegenomen dat je je afvraagt of er nog plaats is voor mensen die gewoon iets goeds willen doen.

Stuer: "De mantra van Lyndon Johnson was: what convinces, is conviction. Je moet het zelf geloven en er 200 procent van overtuigd zijn. Pas dan kun je mensen meenemen in je verhaal. Maar ook dat is dubbel: mensen doen aan politiek omdat ze verslaafd zijn aan een ideologie en zich willen inschrijven in een groter verhaal. Die brutaliteit moet je hebben als politicus. Streven naar macht alleen is onaantrekkelijk - er is een nood aan ideologie, zowel bij kiezers en media als bij politici. Mensen willen echtheid en karakter."

Over echtheid gesproken: moet je als politicus goed kunnen liegen?

Dhaenens: "Je moet een rol kunnen spelen, zoals acteurs dat doen."

Stuer: "In veel biografieën lees je dat politici letterlijk goed kunnen acteren, dat ze zelfs een kei zijn in het imiteren. Maar tegelijk nemen we politici hun acteerkunsten kwalijk, omdat we op zoek zijn naar echtheid. Die contradictie is geïncarneerd door Ronald Reagan, een man aan wie er niets echt was. Hij zei letterlijk dat je als president dingen moet doen die je alleen maar kan door te acteren. Maar Reagan was als president zo nep dat zijn officiële biograaf, die acht jaar in het Witte Huis rondliep en toegang had tot alle archieven en vrij met alle familieleden kon spreken, zijn boek in fictievorm heeft moeten schrijven. Zijn conclusie: de echte Reagan bestaat niet."

Zit het drama van een politicus niet vervat in zijn functie? Toen hij minister van Leefmilieu was, zei Bruno Tobback dat hij wist wat hij moest doen om het klimaatprobleem aan te pakken, maar dat hij daarna niet meer herverkozen zou geraken.

Dhaenens: "Als politicus kun je niet rechtlijnig zijn en alleen je eigen ideeën uitvoeren. Tenzij je weet dat het bij één termijn blijft. Maar dan komt de partij aankloppen om je daarvan te weerhouden."

Stuer: "Ik geloof in politiek als metier. De zwart-witgedachte die zegt dat je iemand bent die ofwel zijn overtuiging doet en na vier of vijf jaar wordt weggestemd ofwel alles doet wat de mensen vragen, die klopt volgens mij niet. Het is misschien een flauwe vergelijking, maar ik heb vroeger gekajakt op wildwaterrivieren. Het is de kunst om het water te lezen en te kunnen inschatten waar de rivier je brengt. Tegelijk moet je ook technisch genoeg zijn om er het beste van te maken en af te wijken als de omstandigheden dat vragen."

Dhaenens: (bewonderend) "Mooi beeld."

Stuer: "Maar het klopt ook. Er zijn twee soorten mensen die nooit leren kajakken: zij die de rivier volgen - die worden gewoon opgeslorpt. En zij die denken sterker te zijn dan de rivier en er dwars tegenin gaan."

Veel politici beseffen te laat dat hun houdbaarheidsdatum overschreden is. Omdat macht verblindt?

Dhaenens: "Omdat ze zich omringen met gelijkgezinden, waardoor ze te weinig tegenspraak krijgen. Wij zien het alleszins sneller dan zij. Bij de sp.a voel je toch al langer dat ze uit een ander vaatje moeten tappen. Alleen lijkt de voorzitter dat niet te beseffen. Op den duur zie je het ook niet meer, hè."

Stuer: "Om het als politicus te maken, moet je over een bovenmenselijke drive beschikken. Als jouw collega's twintig uur per dag werken, dan moet jij eenentwintig uren kloppen. Je moet altijd een stap verder gaan - de andere nog sneller af zijn, het spel nog slimmer spelen. Maar op een bepaald moment schiet je jezelf voorbij, dat kan niet anders. Dat is deel van het phaëtoncomplex: wie zich bovenmenselijk wil tonen, botst op zijn eigen menselijkheid.

"De bubbel speelt mee, maar om een volwaardig politiek karakter te zijn, moet je jezelf heruitvinden. Wilfried Martens, Guy Verhofstadt, Bart De Wever, Al Gore, Frank Vandenbroucke: allemaal mensen die eerst tegen de vlakte zijn gegaan en die zich daarna hebben heruitgevonden. Dat kun je één keer doen, maar geen twee keer. Dan wordt het talent een trucje."

Bestaat vriendschap tussen politici? Bart De Wever heeft ooit gezegd dat als je in de politiek vrienden wil hebben, je beter een hond koopt.

Stuer: "Vrienden hebben kan, maar je bent tot elkaar veroordeeld door ambitie, en dan kan het botsen. Het cliché dat politici meestal vrienden hebben in andere partijen klopt wel. En toch: als ik naar The West Wing of House of Cards kijk, dan mis ik de band binnen een politiek project of een partij. Die mag je niet onderschatten. Het idee dat een partij alleen maar een vehikel is om er te geraken in de politiek, is mij te gemakkelijk. Het is meer een familie: zelfs de zwarte schapen horen erbij."

Dhaenens: "Om nog een cliché te ontkrachten: politiek is niet saai. Toen ik in het parlement was, voelde ik een zekere spanning. Ik kan begrijpen dat je daar als politicus nachten voor laat."

Stuer: "Hm, de grond van de zaak is vaak saai - het sociaal overleg over de index of een beleidsbrief bediscussiëren in het parlement: erg opwindend is dat niet voor een minister. Maar het spel is fantastisch en dat zouden politici niet willen opgeven. Ze doen het voor de fun en amuseren zich kapot. Politici hebben - soms te veel - het idee dat ze hun arena kunnen sturen - via peilingen, via de journalistiek, via het gespin. Die politieke stratego is nog verslavender dan de illusie van macht."

Onbezongen gaat in première op 20/10 in de KVS in Brussel. Daarna op tour in Vlaanderen en Nederland. Speeldata op www.kvs.be/nl/onbezongen.