Direct naar artikelinhoud

Gelijkheid, of gelijke kansen voor elk kind

Nu de bevoegdheid over de kinderbijslag naar Vlaanderen komt, maken alle partijen plannen voor een hervorming. Centraal staat de kwestie of elk kind evenveel moet krijgen - of evenveel kansen, wat helemaal niet hetzelfde is. Bart Eeckhout

Gezinsbijslagen zijn voor N-VA "een recht van elk kind. Het centrale uitgangspunt is de positie van het kind en niet de sociaal-professionele situatie van de ouders. Alle kinderen die zich in eenzelfde situatie bevinden, moeten gelijk worden behandeld." Klinkt logisch, maar deze stellingname bevat wel degelijk een scherpe politieke keuze. Anders gezegd vindt N-VA niet dat de kinderen uit kansarme gezinssituaties recht hebben op meer middelen. Het aparte statuut voor kinderen van zelfstandigen wordt wel afgeschaft.

Voor N-VA mag kinderbijslag wel gedifferentieerd worden op basis van persoonlijke kenmerken van het kind. Zo blijft onder meer het supplement voor kinderen met een handicap behouden.

Wie wint?

N-VA schaft bestaande sociale toeslagen, bijvoorbeeld voor eenoudergezinnen, af. Kansarme kinderen zullen dus minder krijgen, het gemiddelde kind wat meer.

CD&V vertrekt net als N-VA van een gelijk basisbedrag voor elk kind, ongeacht de beroepssituatie van de ouders. Wel behoudt de partij de sociale toeslag "rekening houdend met de reële inkomensssituatie van het gezin waarbinnen het kind opgroeit". Ook voor kinderen met een handicap blijft een hogere bijslag voorzien.

CD&V 'corrigeert' het gelijke basisbedrag wel naar leeftijd: voor baby's zal de bijslag lager liggen dan voor studerende en dus duurdere pubers. Wel wordt er geen verschil meer gemaakt op basis van de plaats in het gezin. Een eerste kind krijgt dus evenveel als een derde. Daarmee komt de partij naar eigen zeggen tegemoet aan de realiteit van nieuw samengestelde gezinnen, waarin de leeftijdsrangorde van kinderen kan veranderen.

Wie wint?

Een berekening van Het Laatste Nieuws leert dat grote gezinnen (vanaf meer dan drie kinderen) verliezen door de basisbedragregeling, terwijl kleine gezinnen erbij winnen.

Open Vld draait de leeftijdshiërarchie om in de kinderbijslagregeling. Nu is er voor een eerste kind minder geld (90 euro) voorzien dan voor een tweede (167) of derde en volgende (249). De Vlaamse liberalen willen juist het eerste kind meer middelen geven. Open vld stelt voor de eerste twee kinderen 250 euro toe te kennen, voor daaropvolgende kinderen wordt het bedrag verminderd.

"Vandaag belonen we mensen extra omdat ze een groot gezin hebben. Voor het derde kind is er bijna drie keer zo veel geld als voor het eerste. Dat is toch niet logisch?", vindt voorzitster Gwendolyn Rutten. "De grootste kost zit bij het eerste kind."

Net als N-VA en (in mindere mate) schaft Open Vld de verschillen in bijslag af op basis van socio-economische achtergrond. Elk kind is gelijk, geldt ook hier als principe.

Wie wint?

Kleine gezinnen gaan erop vooruit bij Open Vld, de grote gezinnen komen er bekaaid vanaf. Kansarme gezinnen verliezen hun sociale toeslag.

Sp.a sluit zich aan bij het rijtje van partijen dat "een eenvoudige, transparante" kinderbijslag wenst, en dus wordt komaf gemaakt met verschillen op basis van beroepsachtergrond van de ouders. Net als CD&V pleit de sp.a ook voor een vast basisbedrag ongeacht rangorde van het kind in het gezin. En de Vlaamse socialisten plakken daar ook al meteen een bedrag op: 130 euro.

Het grote verschil is dat sp.a de kinderbijslag wel wil inzetten als 'bazooka tegen kinderarmoede'. Voor kinderen uit gezinnen met een bescheiden inkomen (-2.500 euro) worden de sociale toelagen opgelegd. Ook wil sp.a de schoolpremie herbestemmen, om zo de maximumfactuur voor onderwijs door te trekken naar de eerste graad van het secundair onderwijs.

Wie wint?

Eenkindgezinnen gaan erop vooruit, grotere gezinnen wil sp.a indien nodig sociaal compenseren. Kinderen uit minder bemiddelde gezinnen krijgen extra middelen.

Groen stelt voor om het basisbedrag voor het eerste kind in de huidige regeling als algemene ondersteuning voor ieder kind te behouden. "Een kind uit een rijk gezin waarvan het inkomen bij de tien procent hoogste inkomens ligt, krijgt het basisbedrag, voor een kind uit andere gezinnen wordt het basisbedrag aangevuld met een degressieve inkomensafhankelijke uitkering."

Ook bij de groenen staat ieder kind in het gezin staat op gelijke voet. Binnen een gezin wordt er geen onderscheid gemaakt tussen het oudste en het tweede of derde kind in de rij.

Wie wint?

Dit is het meest 'herverdelende' voorstel van alle. Kinderen uit bemiddelde gezinnen zullen wat minder krijgen, kinderen uit minder welgestelde gezinnen krijgen meer.