Direct naar artikelinhoud

Discriminatie, zelfs als je jong en mooi bent

‘Een gemiste kans.’ Zo oordeelde arbeidsmarktdeskundige Jan Denys gisteren over de nieuwe sensibliseringscampagne rond discriminatie op de werkvloer van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (Uitpakken met mooie, jonge allochtonen, DM 3/9). Jozef De Witte heeft een repliek klaar.

Jan Denys, arbeidsmarktdeskundige bij Randstad, schreef gisteren een opiniestuk over de sensibiliseringscampagne ‘Cast me’ van het Centrum. In dat stuk zegt hij bij herhaling dat discriminatie van allochtone jongeren wel degelijk bestaat en er heel goede redenen zijn om campagnes te voeren. Toch maakt hij twee bedenkingen: discriminatie is slechts één van de redenen van de moeilijke integratie van veel allochtonen; en het Centrum zou andere doelgroepen (ouderen, arbeidsgehandicapten, holebi’s en vrouwen) in de kou laten staan.Ik vrees dat Jan Denys ons persdossier niet heeft ingekeken, en zich blijkbaar ook niet geïnformeerd heeft over de antidiscriminatiewetten, noch over de werking van het Centrum. Laat ik beginnen met zijn eerste bedenking. “De eenvoudige vaststelling dat jobs ongelijk verdeeld zijn (…) vormt nog geen bewijs van discriminatie”, zo zeggen wij letterlijk in ons persdossier. Natuurlijk is er nood aan een proactief beleid om elkeen maximale kansen te bieden op werk; en dat gebeurt gelukkig ook: extra aandacht in het onderwijs, inburgeringscursussen, opleidingen van de VDAB, taalcursussen op de werkvloer, diversiteitsplannen in meer dan 3.000 bedrijven… Maar zoals Jan Denys het zelf aangeeft: “Twee keer raden of het cv van de vrouw met Afrikaanse dan wel met Europese look het meest opgepikt wordt”. Ook bij gelijke competenties, kwalificaties, kennis van de taal en alles erop en eraan, krijgen allochtone jongeren die zich in een gelijke situatie bevinden toch te maken met een ongelijke behandeling. Sterker nog: hoe hoger de scholingsgraad van allochtonen, hoe hoger het risico op discriminatie, zo blijkt uit onderzoek. Dit alles heeft een naam: discriminatie. Dat is dom van die bedrijven (zij lopen veel kans de waardevolste kandidaat te missen); dat is ethisch onaanvaardbaar; dat is wettelijk verboden. Natuurlijk moet er proactief gewerkt worden aan integratie, maar discrimineren kan en mag niet. En mag dat laatste ook gezegd worden?De tweede bedenking dan, over de andere doelgroepen. We hebben het in onze campagne expliciet over ‘meervoudige discriminatie’. Het Instituut voor de gelijkheid tussen vrouwen en mannen is partner; én we spreken over leeftijd, handicap, enzomeer. Het Centrum is sinds 2003 bevoegd voor andere discriminaties en voert er wel degelijk campagnes rond. In 2007 was er een campagne rond alle andere gronden samen; in mei 2009 publiceerden we onze ‘checklist leeftijdsdiscriminatie’ (zie www.diversiteit.be), in juli 2009 een brochure rond handicap, studies rond seksuele geaardheid op het werk… Ja, mijnheer Denys, zelfs ‘fysieke of genetische eigenschap’ is een verboden discriminatiegrond, dus ook rond ‘heel dik’ en ‘heel klein’ werkt het Centrum. Toen de politie besliste om de minimumlengte voor kandidaat-agenten van 1 meter 52 naar 1 meter 60 te brengen hebben we meteen gereageerd: de maatregel werd geschrapt. Maar dat Jan Denys op deze campagnes niet reageert, dat de media véél sterker reageren op raciale dan op andere discriminaties: daar kan men ons de schuld niet van geven. En u kunt ons toch niet vragen om het altijd over alles tegelijk te hebben?Kortom: we willen aan élke jongere duidelijk maken dat - zelfs als je jong en mooi bent - je toch met pure discriminatie te maken kan krijgen, én dat je dat niet hoeft te pikken. We willen aan werkgevers, personeelsverantwoordelijken en uitzendkantoren duidelijk maken dat discrimineren dom, onethisch en onwettelijk is, en we zijn opgetogen dat UNIZO, VBO, Federgon, vakbonden en vele anderen volop meewerken aan deze campagne.Maandag, net na het avondnieuws, was één van de reacties op de website van een nieuwszender: ‘Natuurlijk ga ik nooit een zwarte advocaat onder de arm nemen, want als bij toeval verliezen zij al hun zaken’. Van stereotypen gesproken: de één is al straffer dan de ander. Er is nog werk aan de winkel.