Direct naar artikelinhoud

We moeten het risico weer in de ogen kijken

Huybrechts vindt dat we wat nog goed gaat in de verf moeten durven zetten.

Citaat uit een waarschuwing van een bank: "De groep loopt een aantal typische risico's, zoals - maar zeker niet exclusief - kredietrisico, interestrisico, marktrisico, muntrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, operationeel risico, risico ten aanzien van opkomende markten, wijzigingen in regelgeving, betwistingen van cliënten en de economie in het algemeen. Tot het bedrijfsrisico behoort dat zowel de macro-economische omstandigheden als de lopende herstructureringsplannen, een negatieve invloed kunnen hebben op de waarde van activa of bijkomende kosten kunnen genereren boven de verwachte niveaus. Voor de rest van 2011 en begin 2012 ligt het grootste risico voor de economische groei in een mogelijke verdere besmetting van de financiële crisis naar de reële economie." Wie van deze waarschuwing nog niet op de vlucht is geslagen, kan het hele 'risk report' van deze verder niet ter zake doende instelling doorlezen op de website van de instelling (kbc.com).

Niet dat we vóór 2008 geen belang hechtten aan risico, maar sinds de val van Lehman Brothers en alle rampspoed die ons nadien overkwam, is onze aandacht voor risico toch aangescherpt. We zijn zelfs ronduit risicoschuw geworden. Bange wezels met centen in Duitse staatsobligaties of in goud. Er loeren, zo hebben we geleerd, wel degelijk veel grotere gevaren dan we beseften. Toch zullen we ons reptielenbrein tot de orde moeten roepen en weer samen onvermijdelijke risico's moeten trotseren. Allemaal weglopen kunnen we niet. Iemand moet de financiële Fukushima's opruimen, iemand moet de overblijvende centrales draaiende houden. We moeten koelbloedig uitmaken welke risico's we wel degelijk verder moeten lopen en beheersen, en welke risico's we willen beperken en afbouwen. We moeten dat doen in een omgeving met nog nauwelijks economische groei. Zoals in Japan sinds 1990 gaat de actieve bevolking hier voortaan achteruit en wordt de afhankelijke bevolking groter. Europa staat sinds begin december zelfs voor een zwaardere opgave dan Japan. Boven op een geringe groei zit voortaan een schuldenrem, een grens waaraan Japan zich de jongste 12 jaar niet stoorde. Van Europa moet België zijn staatsschuld verminderen van 100% van het bbp naar 60%, terwijl de Japanse openbare schuld mocht toenemen van 70% in 1990 naar 220% vandaag. Begin er maar aan!

Andere tijden

Herinnert u zich nog hoe we onze banken aanmoedigden, toen ze wereldleider wilden worden in de financiering van openbare besturen (Dexia), een tweede thuismarkt gingen opbouwen in Oost-Europa (KBC) of de grootste wereldbank van de Lage Landen (Fortis) wilden worden? Toen juichten we hun stoutmoedigheid en hun zin voor risico toe. Bestuurders geloofden grootsprakerige CEO's op hun woord. En samen met de managers rekenden de aandeelhouders zich rijk. Vakbonden eisten dat het een lieve lust was. De daden van het kleine België waren groot.

Nu wemelt het van would-be experts die het altijd al geweten hebben. Vanuit een superieur intellectueel en ethisch gelijk doen ze het verleden veel beter over. Stuurlui aan wal. Ieder diertje zijn pleziertje. Sommige onvervaarde zeevaarders veranderen in schichtige zoetwatermatrozen die in de pechvogelpij bij de armlastige overheid gaan uithuilen. Vakbondsleiders oogsten goedkoop succes met verwijten aan het adres van speculanten, bankiers en aandeelhouders.Terwijl de gratuit gedane pensioenbeloften toch de grootste speculatie zijn! En was de hele euro-constructie zonder begrotingsunie geen lichtzinnig waagstuk? Of de manier waarop we in de eurozone een schuldenoverlast van 6.000 miljard lieten ontstaan? Iedereen ging eigenlijk in de fout en de pot verwijt dus nu de ketel.

Terwijl we gewoon nu de revanche van het risico ondergaan. We hebben dat risico tientallen jaren onderschat en verwaarloosd, uitgelachen zelfs, de goden getart. Against the Gods heet terecht the remarkable story of risk van Peter L. Bernstein. Zelfoverschatting is van alle tijden, toont John Kay in zijn essay 'Obliquity' aan, maar we hebben het deze eeuw wel al erg bont gemaakt. Met de oorlog in Irak vergaten de VS de lessen die Robert McNamara had getrokken uit de oorlog in Vietnam ("we snapten niet waaraan we begonnen"). En de kredietexpansie vanaf 2003 was gestoeld op modellen waarvan academici beweerden dat ze elk risico temden. Zegt John Kay: "Beide beslissingen gingen terug op kennis waarover de verantwoordelijken niet echt beschikten. Bankiers geloofden dat ze systemen van risicobeheer gebruikten (die ze weliswaar meestal zelf niet begrepen), die het mogelijk maakten om toe te zien op transacties (die ze meestal zelf niet begrepen) waarvan ze zagen dat ze zeer winstgevend waren." Als we de onvermijdelijke risico's willen aankunnen, moeten we dus goed beseffen dat we als mensen hoe dan ook in het duister tasten. We moeten vaardig blindvaren.

Vluchten als risico

Dat perspectief, die omgeving dwingt ons tot een andere mindset, een andere ingesteldheid. Het risico is groot dat we hier niet toe in staat zijn. Dat we geen greep krijgen op de onvermijdelijke risico's die samenhangen met onze condition humaine. Dat het vertrouwen niet terugkeert. De euro stort dan in elkaar, met een hoop domino's erachteraan. Zoals onze welvaart. Risico's blijven schuwen is ons grootste risico. Laten we daarom als burgers alvast beginnen met wat meer empathie op te brengen voor de bedrijfsleiders en aandeelhouders die de onvermijdelijke risico's verder willen beheren en dragen. En ook voor de politici, in de mate ze geen tapijtenmarchands in valse zekerheden zijn. We zullen hoe dan ook nog enkele Letermes moeten verslijten, voor de zee weer kalm is.

Vlaams weefsel

Neem het KBC waarmee we deze bijdrage begonnen. Niet meteen een sympathiek voorbeeld, want een bank. Niemand zal ontkennen dat een teloorgang van KBC het Vlaamse weefsel onherstelbaar zou aantasten. En na Fortis, na Dexia, na een koersval van het aandeel KBC met 60% het jongste jaar - meer dan de Europese banksector - lijkt dat gevaar niet denkbeeldig. Die bank kan gelukkig met enkele rijke families en de coöperatie Cera op loyale aandeelhouders rekenen, ook al houden ze van hun beurswaarde van midden 2007 maar 10% meer over. Dankzij hen (én de overheden, dus iedereen!) is KBC nog 'van ons'. Het is in ons aller belang om de comeback van het geplaagde KBC kritisch aan te moedigen.

We hoeven de waarheid daarvoor gelukkig niet te veel geweld aan te doen. De ambities van na de val van de Muur blijven de instelling zeker nog parten spelen. En zoals Bruin de Beer in Reinaert de Vos zit de bank ook nog met een poot vast in een Amerikaanse boomstam vol honing. Maar 73% van het balanstotaal wordt door eigen klanten aangebracht, niet door andere banken of de centrale bank. Dankzij die grote kliëntendeposito's is KBC maar voor 7 à 8% afhankelijk van interbancaire liquiditeiten. Het beroep op de ECB is beperkt. Tot midden 2013 is de middellange-termijnfinanciering onder controle. Uit de jongste stresstest van de European Banking Authority trad KBC andermaal naar voren als de beste in België bedrijvige grootbank, dus robuuster dan Deutsche Bank, BNPP en ING.

In andere tijden konden we ons veroorloven te benadrukken wat slecht ging, nu moeten we durven - zonder onze kritische zin te verliezen - ook in de verf te zetten wat nog goed gaat. Dat geldt voor onze bedrijven en a fortiori voor de eurozone en de Europese Unie. Natuurlijk kampt Europa met grote problemen, maar wie zijn helikopter hoog genoeg trekt ziet buitenlandse rekeningen die onvergelijkelijk veel beter zijn dan de Amerikaanse. Ziet overheidstekorten en -schulden die niet onoverkomelijk zijn. Of privévermogens die ook in Italië, een veelvoud zijn van de schulden. Of een bevolking die blijft sparen en mits wat aanporren wellicht tot minder profiteren te bewegen is.

Euro niet verloren

Alleen durft haast niemand zich belachelijk maken met de nochtans correcte stelling dat de euro helemaal geen verloren zaak is. Het vertrouwen is in galop weggelopen en we moeten dat absoluut terughalen. Dat is het werk van iedereen, ook van de kapitaalverstrekkers.

De aandeelhouders van KBC hebben dat begrepen. Cera gaat bewust niet lopen en kijkt het risico in de ogen. Een andere coöperatie met veel aandelen in Dexia gaat wél lopen, vraagt en krijgt staatshulp, en staakt en betoogt dan tegen wie niet gaat lopen.