Direct naar artikelinhoud

'In je blootje zing je een toontje lager'

OpAventinetrekt Agnes Obel de lijn van haar succesvolle debuut door. Nog steeds zweert de Deense pianiste en zangeres bij ingetogen kamermuziek, fragiele folk en porseleinpop. De reden? 'De stilte blijft mijn favoriete bondgenoot.'

Tussen de release vanPhilharmonics(2010) en die vanAventineliggen veertig maanden. Maar ook een half miljoen verkochte exemplaren van dat solodebuut, en handenvol goud en platina in Europese landen. Zo'n grote bijval dankt Agnes Obel onder meer aan de vederlichte melancholie in 'Just So'. Die song bereikte 80 miljoen Duitsers via een populaire tv-reclame voor telefoons. Bij ons kabbelde het treurige 'Riverside' dan weer een half jaar lang stroom opwaarts en afwaarts in de hitlijst. Tegen wil en dank isAventinedan ook Plaat van de Waarheid. Kan de Deense, die zich inmiddels liet adopteren door het kunstzinnige Berlijn, zo'n krachttoer herhalen?

Staat die vraag garant voor slapeloze nachten?

"Eerlijk gezegd bezorgt mijn weerbarstige kapsel me zwaardere hoofdbrekens.(lacht geënerveerd)Ken je het adres van een moedige kapper? Ik laat alles er in één ruk afscheren. Van het befaamde 'tweedeplaattrauma' heb ik nauwelijks last. Anders had ik het roer wellicht een kwartslag omgegooid, en een groots gearrangeerde plaat gemaakt. Maar zo'n symfonisch orkest zou teveel ruimte innemen in mijn hoofd. Mijn pianosongs varen beter bij delicate accenten met cello, viool en viola."

Ligt de kracht van je werk in het understatement?

"Ik bekijk het zo: als je in je blootje voor iemand staat, zing je automatisch een toontje lager. Hetzelfde gebeurt met muziek. Ik ontkleed de songs,strip them to the bone. In die naakte wereld past het grote gebaar niet langer."

Je muzikale voorbeeld Erik Satie zei al: de componist moet het meest bescheiden dier van al zijn.

"Het heeft minder met nederigheid te zien dan met intensiteit. Ik geloof dat mijn werk de hevigste intensiteit heeft in een lege ruimte. Daar houdt elke noot zijn volle betekenis. In mijn opzicht klinkt Aventine dan ook niet zozeer stil, maar wel transparant."

Had je het succes van je vorige plaat ooit verwacht?

"Nee. Al verlangde ik er heimelijk echt naar. Maar de onzekerheid die ik voelde bij mijn debuut haalde de overhand op ambitie. Dat merk je in 'Fuel to Fire', dat opAventinestaat. Die song schreef ik vlak voorPhilharmonicswerd uitgebracht. Mijn twijfel vertaalde zich naar de eerste zin:Do you want me on your mind or do you want me to go on?"

De beelden van je eerste concerten verraden alleszins zo'n onzeker meisje.

"Op eenbest case scenariohad ik me dan ook nooit voorbereid.(lacht)Wist ik veel dat grote zalen afgeladen zouden zijn voor mij! Ik ben nooit van angst onder mijn piano gekropen, maar vaak scheelde het niet veel. 'Wat ben ik hier aan het doen?', was de vraag die ik me meestal bij het opgaan stelde. Daarop volgden steevast mijn slechtste concerten. Angst is geen betrouwbare raadgever."

Duurde het lang voor je bedreven raakte in die rol vooraan?

"De angst verdween toen ik merkte dat er geen weg terug was. Ik moést wel groeien. Ik stond met fragiele pianoliedjes 's nachts op een rockfestival: als het koud zweet je dan uitbreekt, ben je een vogel voor de kat. Die podiumvrees ebde meestal weg, wanneer ik mensen luid hoorde meezingen met 'Riverside'. Gelukkig went ook dat gevoel van triomf nooit."

Vloeit een songtitel als 'Words Are Dead' ook voort uit die gedachte?

"De song gaat eigenlijk over een gebroken relatie, waarin praten geen zin meer heeft. Dat gevoel kende ik ook na de vorige tournee. Als je voortdurend over jezelf moet praten en songteksten dagelijks herhaalt, ontstaat een ongevoeligheid voor woorden. Ze lijken futiel en betekenisloos. Door me in stilte te hullen, werd ik ontvankelijker voor andere zaken: een bepaalde sfeer, opgeslagen herinneringen... Ook muziek voelde weer intenser en meer surreëel aan."

Aventineverschijnt vandaag via [PIAS]. Agnes Obel speelt op 1 november in het Koninklijk Circus, Brussel.