Direct naar artikelinhoud

Alle takken van sport

In het Sportimonium, 'meer dan een museum over sport', kun je struifwerpen, gaaibollen, en jezelf met topsporters meten. De mede-werkers geven zelf het goede voorbeeld.

Veronachtzaamd mag je het Sportimonium niet noemen. Jaarlijks trekt het duizenden bezoekers, families en schoolgroepen vooral, en ook in aanpak en omvang straalt het eerder groots- dan kleinheid uit.

Toch past het in deze reeks. Een pagina op Wikipedia is er niet, landelijke faam evenmin. "Er werd een bevraging gedaan in verband met de naamsbekendheid", lees je in het jongste jaarverslag. "Eind 2013 waren de resultaten nog niet verwerkt maar een eerste inzage leerde dat die aan de lage kant ligt."

Het Sportimonium vind je in het recreatiedomein van Hofstade-Zemst, het zicht op het strand is breed. Volgens de baseline is het 'meer dan een museum over sport'. Het gebouw dat het Sportimonium sinds mei 2004 herbergt, en waarin je vroeger kleedkamers voor zwemmers en zonnekloppers trof, is in drie delen gesplitst. Buiten is er een tuin met volksspelen. In de binnenruimte beneden een zaal waarin je kunt sporten en boven een museum dat vol relikwieën staat.

"Hier kun je struifwerpen", zegt Louis Vandermosten. "In de regio van Lier en Leuven werd dat vroeger vaak gespeeld."

Vandermosten is logistiek medewerker van het Sportimonium. 'Algemene ondersteuning/atelier', staat op de site naast zijn naam. Hij werkt hier al zevenentwintig jaar, zegt hij. Als hij in de volkssporttuin demonstreert hoe je struifwerpt gaat hij op de toppen van de tenen staan.

"Het is eigenlijk hetzelfde systeem als een vogelpiek, alleen hangt de vogel aan een touw. De bedoeling is dat je hem onder negentig graden laat vertrekken en voldoende kracht zet. Eens je het systeem kent is het vrij simpel."

De medewerkers kennen alle spelen, zegt Vandermosten, ze maken ze zelf en geven aan bezoekers het goede voorbeeld. Ook de uitleendienst van de volksspelen beheren ze. "Alles wat je hier ziet kan je ontlenen."

Hij zegt het staand in de tuin en niet wandelend door de tentoonstellingsruimte. Dat is jammer want daaruit kiezen zou hoogmis zijn. Alle sporten zie je er passeren. Schermen, schaatsen, boksen.

Langzaam glijdt de Belgische sportgeschiedenis voorbij. De handdoek van Fred Deburghgraeve, gebruikt voor en na de finale in Atlanta 1996. Paninistickers van voetbalclub A.S. Oostende, een grootheid die weg is. De roze leiderstrui van Eddy Merckx in de Giro d'Italia, een slee van Dixie Dansercoer, de crossmotor van Joël Smets.

Alles opgesteld in kasten en hokjes, hout is de hoofdmaterie. Affiches, foto's, radio- en televisiefragmenten omringen de objecten.

Vandermosten: "Eigenlijk valt er te veel daglicht binnen. Dat is niet optimaal voor de bewaring van de objecten. Maar het is een beschermd gebouw, we kunnen dus niet doen wat we willen. Hoeveel sporten vertegenwoordigd zijn? Geen idee. Veel in alle geval. Of ik zelf aan sport doe? Nee, niet meer. Vroeger heb ik vechtsport gedaan. Karate, aikido, al die dingen. Maar op den duur had ik geen tijd meer en kreeg ik ook wat fysieke klachten."

Op vraag van Poetin

In de Olympische Passage, want zo heet de moderne gang beneden, hangt een olympische vlag. Ze is broos en vergeeld. "De allereerste olympische vlag", zegt Vandermosten. "Gebruikt in Antwerpen in 1920. Op vraag van Poetin is ze onlangs naar Sotchi gebracht, bij de voorstelling van de Olympische Winterspelen. Dat was een serieus werk want je kunt die vlag niet zo gemakkelijk meer verhuizen."

Ook zie je spikes van Tia Hellebaut, waarmee ze in Peking goud won. Een wielertruitje van André Noyelle, olympisch kampioen in Helsinki 1952. Een trainingspak van zwemster Yvonne Vandekerckhove, Londen 1948. Het zijn prachtige stukken stof.

In het jaarverslag van 2013 staat: "In het werkingsjaar 2013 werden 94 loten verworven. (...) De opmerkelijkste verwerving was een deel van het oeuvre van Louis Van Cutsem. Meer dan bij gelijk welke andere Belgische kunstenaar met naam is sport manifest aanwezig in zijn werk. Al de werken die nog in zijn atelier bewaard waren gebleven en die te maken hebben met sport, zijn overgedragen aan het Sportimonium.

"Het gaat vooral om sporttrofeeën in reliëf voor verschillende disciplines (schermen, voetbal, kaatsen, boogschieten, roeien) en bustes van bekende sportfiguren zoals Stan Ockers, Rik Van Steenbergen en Eddy Merckx uit het wielrennen en Staf Roth, Cyrille Delannoit en Marcel Cerdan uit de bokswereld.

"Van nog meer bekende namen verwierf het museum collectiestukken zoals van Ivo Van Damme (medaille Belgisch kampioen 1500m van 1976), van Kim Clijsters (tennispak), beide een schenking van Golazo. Seppe Smits schonk het museum een persoonlijk snowboard en dito helm."

In de buik van het Sportimonium is een sportlabo gemaakt. Je kunt er je kracht en snelheid testen en jezelf met topsporters meten. Een vader en een zoon vangen ballen, plotseling uit de lucht vallend. De moeder kijkt toe en lacht. "Dat zal er eentje voor het blunderboek zijn."

Het Sportimonium is gelegen op het Bloso-domein in Hofstade-Zemst. Trianondreef 19. Gesloten op zaterdag. www.sportimonium.be of 015/618.222.