Direct naar artikelinhoud

Hongersnood dreigt voor een miljoen Syriërs

Een miljoen Syriërs dreigt zonder voedsel te vallen, zo waarschuwt het Wereldvoedselprogramma van de VN. Het aanhoudend geweld, de barre winter en een enorm tekort aan brandstof bemoeilijken de voedselverdeling.

De VN-Voedselorganisatie (WFP) deelt momenteel elke maand voedselpakketten uit aan 1,5 miljoen Syriërs, terwijl in werkelijkheid 2,5 miljoen mensen dringend hulp nodig hebben. WFP slaagt er maar niet in om zijn capaciteit in Syrië te vergroten, omdat er slechts een handvol hulporganisaties in het land is toegelaten. In totaal zouden vier miljoen Syriërs afhankelijk zijn van buitenlandse hulp.

"Onze belangrijkste partner, de Rode Halve Maan, is totaal overbevraagd. Ze hebben geen mogelijkheden om de hulpverlening uit te breiden", zegt Elisabeth Byrs, woordvoerder van WFP. Het geweld maakt het voor de hulporganisaties enorm moeilijk om te werken. Door veiligheidsproblemen moest het WFP zich terugtrekken uit Aleppo, Homs en de havenstad Tartus. Vooral die laatste stad was erg belangrijk voor de invoer van hulpgoederen.

Wie brood wil, moet urenlang aanschuiven. In Aleppo staan er heel wat molens om bloem te verwerken, maar vele daarvan zijn ondertussen beschadigd door de schietpartijen. Dat zorgt voor tekorten in zowat het hele land. "We zijn aan het verhongeren", zegt een 60-jarige man aan het Britse Reuters. Hij is een van de vele mensen die in de rij staan voor brood. "Ik kan het verdragen, maar wat met mijn kinderen? Ik sta hier van drie uur in de namiddag tot elf uur 's avonds en soms moet ik zonder brood naar huis. Binnenkort kunnen we alleen nog kiezen tussen stelen of bedelen."

Niet alleen het geweld bemoeilijkt de voedselverdeling, ook de slechte weersomstandigheden en het tekort aan brandstof spelen het WFP parten. "Door het tekort aan brandstof krijgen we ons voedsel niet op tijd van de haven naar de verpakkingsbedrijven", zegt Byrs. "Het is ook erg moeilijk om vrachtwagens te vinden voor de voedseldistributie. Om de enorme schaarste op te lossen proberen we nu zelf brandstof in te voeren voor humanitair gebruik."

Tenten vernield

Overstromingen en een snijdende wind teisteren de verschillende vluchtelingenkampen in Jordanië, Turkije en Libanon. In Jordanië gingen Syrische vluchtelingen hulpverleners te lijf met stenen en stokken, gefrustreerd omdat hun tenten compleet vernield zijn door het slechte weer. Zeven Jordaanse hulpverleners raakten gewond. "Dit is de hel. Kokend heet in de zomer en een vrieskou in de winter", zegt Ahmed Zibi (45), vader van vijf kinderen, aan AP. "Door de vele regen stond onze tent onder water. Daarna is ze ingezakt." In het Zaatarikamp verblijven ongeveer 50.000 vluchtelingen.

Volgens de VN-Vluchtelingenorganisatie zijn er al 597.240 Syrische vluchtelingen geregistreerd. In een maand tijd is het aantal vluchtelingen met bijna 100.000 toegenomen. Vorige maand lieten de VN weten dat ze 1,5 miljard dollar nodig hebben voor de miljoenen Syriërs "in een dramatische humanitaire situatie".