Direct naar artikelinhoud

'We zijn allemaal schuldig. Allemaal'

Vier jaar was het wachten op de opvolger van 'De eenzaamheid van de priemgetallen' van Paolo Giordano. In 'Het menselijk lichaam' schetst hij een teder portret van zijn generatie. Hij kiest daarvoor een harde setting: een militaire basis in Afghanistan. Daar slagen zijn personages - en hijzelf - erin hun demonen te bedwingen. Karl van den Broeck

Het debuut La solitudine dei numeri primi uit 2008 van de toen 25-jarige Italiaan Paolo Giordano was een Bildungsroman over een tweeling. Alice raakt gehandicapt na een skiongeval en Mattia laat haar achter in het park omdat hij zich schaamt voor haar. Na deze oerscène vertelt het boek de rest van hun leven. Matti houdt vol dat hij en zijn zus een 'priemtweeling' zijn: aan elkaar geklonken, maar alleen deelbaar door zichzelf en dus fundamenteel eenzaam. Thema's als anorexie en autisme worden subtiel aangeraakt. De uitgepuurde, beknopte stijl van Giordano contrasteert gunstig met het zware, melodramatische thema van het boek. The Guardian vergeleek het zelfs met Het lijden van de jonge Werther van Goethe.

De meeste jonge auteurs zouden ten onder gaan in deze hype, maar Giordano nam zijn tijd om een tweede roman te schrijven waarin hij verder in het reine wil komen met zichzelf. Hij groeide op in een burgerlijke familie. Zijn vader was gynaecoloog en zijn moeder werkte in de gehandicaptenzorg. "Ik groeide op zoals ontelbare andere kinderen. Niks speciaals", zei hij eind vorig jaar in een interview in La Repubblica. Toch laat hij daarna los dat hij "een vroegtijdig contact met pijn" heeft gehad.

"Velen herinneren zich hun jeugd als een onbezorgde, gelukkige tijd, maar vaak is dat een beeld dat we achteraf fabriceren. Met veel van de problemen die ons verdere leven blijven beheersen, worstelden we al tijdens onze kindertijd. Voor mij geldt alvast dat mijn kinderjaren niet zo'n gelukkige tijd waren", zei hij ooit.

Tijdens het schrijven van zijn tweede boek, Il corpo umano (vertaald als Het menselijk lichaam), ging Giordano door een relatiecrisis. Pas nadat hij, op vraag van Vanity Fair, twee keer naar een Italiaanse militaire basis in Afghanistan mocht reizen, vond hij de juiste bedding voor zijn verhaal.

Rijke traditie

De westerse literatuur heeft een rijke traditie aan romans die zich afspelen in een militaire context en waarin kameraadschap, testosteron, brullende sergeanten en onzichtbare vijanden de hoofdrol spelen. De Eerste Wereldoorlog leverde Im Westen nichts Neues van Erich Maria Remarque op. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog schreef de Italiaan Dino Buzatti De woestijn van de Tartaren. Maar het ijkpunt in het genre blijft The Naked and the Dead, de debuutroman uit 1948 van de toen 25-jarige Norman Mailer. Al die boeken gebruiken de oorlog als metafoor voor het existentiële conflict dat in ieder van ons schuilt en dat in elke generatie ogenschijnlijk andere gedaantes aanneemt.

Het naakte lichaam is daarbij, zowel bij Mailer als bij Giordano, de enige zekerheid. Zelf vat de Italiaanse auteur het als volgt samen: "In mijn eerste roman was er een grote barrière tussen het innerlijke en de buitenwereld. Het lichaam is precies een doorgang tussen beide."

In 2010 reisde Giordano twee keer naar Gulistan in de Afghaanse woestijn. Daar verbleef hij bij de Italiaanse 'Alpini' (bergsoldaten). Of zijn relaas ook waarheidsgetrouw is, laat hij in het midden. "Ik heb de diepgaande transformatie willen beschrijven die zo'n oorlog veroorzaakt. Ik vond dat ik het geweld en het gewapende conflict moest meemaken. Na zo'n ervaring is niets meer zoals voorheen."

Technisch is Het menselijk lichaam een klassieke roman die zich perfect zou lenen voor een verfilming. De lezer ziet scènes opdoemen uit The Deer Hunter, Full Metal Jacket of The Hurt Locker. We volgen een handvol soldaten uit dezelfde eenheid voor, tijdens en na hun missie in Afghanistan. Het boek begint met de nabeschouwing, wanneer de protagonisten elkaar ontmoeten op een militaire parade. De hoofdverteller, luitenant en arts Alessandro Egitto, heeft zijn best gedaan om het trauma waarover de volgende 351 pagina's zullen gaan, te vergeten. "Voor hem was het van het begin af aan van levensbelang om een loopgraaf te graven tussen heden en verleden: een toevluchtsoord waar zelfs het geheugen geen schade kon aanrichten."

Wat er zich in Afghanistan heeft afgespeeld, laat zich raden. Een compagnie soldaten zit volledig geïsoleerd in een militaire basis. Daarbuiten is "de hel op aarde". De Amerikanen hebben het gebied officieel gezuiverd van talibanstrijders, toch waagt alleen een gek zich buiten de ontmijnde paden. Ze vervelen zich stierlijk en vinden afleiding in drank, pesterijen, cyberseks en videogames. Wanneer de sectie een konvooi vrachtwagens moet begeleiden naar een bergdorp, stijgt de spanning. De operatie loopt uit de hand. Een hinderlaag, huiveringwekkend beschreven en met een hoofdrol voor een kudde schapen, eindigt in een bloedbad. Er volgt een disciplinair onderzoek en de zaak wordt in de doofpot gestopt. Weer thuis, in Italië, moeten de kameraden leven met hun eigen rol in het drama.

Door de verhaallijn in grove lijnen te schetsen, wordt het leesplezier niet vergald. Dit boek gaat over personages die zo levensecht zijn dat ze uit een reportage van een embedded journalist zouden kunnen komen.

Hun échte oorlog vechten ze uit met hun familie en met zichzelf. De relatie tussen Egitto en zijn zus Marianna doet vaagweg denken aan die tussen Alice en Matti in La solitudine dei numeri primi. Allebei leven ze met de herinnering aan hun dominante ouders. Dat valt Egitto zo zwaar dat hij zich enkel met tranquillizers staande kan houden. Hij verlengt vrijwillig zijn verblijf in Afghanistan om zich niet met de afwikkeling van de erfenis te moeten bezighouden.

Adjudant René heeft, tussen twee buitenlandse missies in, een leuke bijverdienste als gigolo. Wanneer een van zijn klanten zwanger raakt moet hij kiezen tussen het vaderschap en het vrije leventje als vrijgezel.

De schuchtere Roberto Ietri is nog maagd. Zijn leven is "nog een flink stuk van zijn moeder". Zij is degene om wie hij het meeste geeft, de enige. Maar zelfs dat kan hij niet tegen haar zeggen, "want hij is nu volwassen, en hij is een soldaat".

Cederna is het prototype van de brulboei. Hij kent de eerste veertig minuten van Full Metal Jacket uit zijn hoofd.

De randpersonages zijn misschien iets te stereotiep gekozen: de besluiteloze en laffe commandant Ballesio. De vrouwelijke officier Zampieri, die geen krimp geeft wanneer de soldaten een pornofilm opzetten. Of Irene Sammartino, de agente van de militaire inlichtingendienst die nog een relatie heeft gehad met dokter Egitto en die moet kiezen tussen haar oude vlam en haar deontologie.

Laboratorium

In de microkosmos van de Forward Operating Base (FOB) Ice in Gulistan observeert Giordano zijn personages als een wetenschapper. De verhevigde emoties, de lichamelijkheid, de banaliteit van het geweld en de loden verveling confronteren Egitto en de zijnen met zichzelf. De frustraties en twijfels die hun leven in Italië in de war stuurden, worden er uitvergroot.

Wanneer het konvooi vertrekt, krijgt Il corpo umano ook (eindelijk) vaart. Egitto bedenkt dat hij vanaf dan geen menselijk wezen meer is. "Hij is veranderd in iets abstracts, één grote hoop pure alertheid, pure reactie en geduld. Plotseling is hij die volledige afwezigheid van persoonlijkheid genaderd waar hij al vanaf de dag van zijn vaders dood op alle mogelijke manieren naar heeft gestreefd."

De meest markante scène is wanneer een soldaat tijdens de levensgevaarlijke tocht door de bergen plots dringend zijn gevoeg moet doen. Hij lijdt aan dysenterie na een voedselvergiftiging die de hele basis getroffen heeft. Hij moet zich, voor het oog van zijn kameraden, ontlasten in de woestijn. Sluipschutters kunnen overal zitten. Het menselijk lichaam van de arme soldaat dwingt hem om zijn kameraden in gevaar te brengen. Giordani zegt dat hij een vergelijkbare episode meemaakte in Aghanistan. "Het leek me op dat moment volledig normaal, terwijl het in een andere context totaal aberrant zou zijn geweest."

Ouderwetse heroïek kom je tegenwoordig alleen in debiele oorlogsfilms tegen, genre Rambo. "Om een held te zijn volstaat het niet om heldhaftig te zijn", schrijft Giordano ergens. Toch wordt de lezer geraakt door de instinctmatige solidariteit, de doodsverachting en de persoonlijke moed van de soldaten. "Onze jongens zitten daar voor ons allemaal. Ik was geïnteresseerd in de dagelijkse heroïek die voortkomt uit de angst, niet in de heroïek van de grote gebaren", zegt hij.

Commandant Ballesio steekt de hand in eigen boezem wanneer hij terugblikt op de hinderlaag: "Er zijn hier op de FOB honderdnegentig soldaten. Honderdnegentig mensen die afhankelijk zijn van mij en het humeur waarmee ik 's ochtends opsta, en ik heb niet de moeite genomen om ze van elkaar te onderscheiden. (...) Ze zijn allemaal hetzelfde (...) Deze is gesneuveld in plaats van die, en wat dan nog? Het maakt niets uit. (...) Het waren jonge mensen die niet wisten wat ze deden. (...) We zijn allemaal schuldig. Allemaal. Maar sommigen van ons... Afijn, sommigen van ons meer dan anderen."

Familie

Misschien is Giordano wel de grootste held van het verhaal. Terwijl hij in La solitudine dei numeri primi nog erg dicht bij zichzelf en zijn eigen familiale trauma's moest blijven, vond hij in Il corpo umano een uitweg. Op een basis in Afghanistan besefte hij dat zijn persoonlijke verhaal een universele dimensie kan krijgen en dat zijn verhaalstof veel diverser is dan zijn eigen (gefictionaliseerd) navelpluis. De mentale reis van Alessandro Egitto is ook die van hem. "In een familie bestaan er conflicten die heimelijker en bedrukter zijn dan de conflicten die zich in een oorlog afspelen. Daar is alles veel helderder, meer elementair. Tot dat besef ben ik gekomen toen ik naar Afghanistan ging."

Egitto stelt de zaken op scherp. Wanneer zijn vader op sterven ligt, hoopt hij dat zijn zus Marianna een laatste groet komt brengen en de jarenlange vete eindelijk zou beëindigen. "We hadden een overdosis verdriet overleefd en er kon nog wel wat bij, maar als we erachter zouden komen dat al dat geworstel zinloos was geweest, zouden we het niet overleven."

Il corpo umano is geen verpletterend meesterwerk, daarvoor is het te klassiek van structuur (eerst een raamvertelling à la Boccaccio en daarna een hellevaart à la Dante) en vaak te clichématig in de behandeling van het militaire thema. Toch is het een boek dat door de afstandelijke verteltrant en het geloofwaardige realisme aan de ribben blijft plakken. Het is ook een ode aan gewone mannen en vrouwen, verworpenen der aarde, die duizenden kilometers van huis koortsachtig op zoek zijn naar een manier om eindelijk thuis te komen.

Afghanistan & Engagement / Zo 3 maart 11.30 uur / Blauwe Zaal

Paolo Giordano, Het menselijk lichaam, De Bezige Bij, 352 p., 19,90 euro. Vertaling: Mieke Geuzebroek & Pietha de Voogd.