Direct naar artikelinhoud

Shell betaalde Nigeriaans leger voor olierellen

Oliereus Shell betaalde in de jaren negentig Nigeriaanse soldatenbendes om protest tegen vervuilende olie-ontginning de kop in te drukken. Documenten uit

een rechtszaak bevestigen nu de vermoedens over die praktijken. Shell ontkent.

Shell blijft in opspraak komen voor mensenrechtenschendingen in de Nigeriaanse delta, waar het sinds de jaren vijftig zo'n negentig olievelden beheert. Dat bleek erg vervuilend. Lokale inwoners kregen gezondheidsproblemen en landbouwers verloren hun broodwinning. Vooral in de jaren negentig flakkerde daardoor fel geweld op. In totaal vielen in de regio al duizenden doden door 'olieterreur'. Het bedrijf heeft nooit ontkend dat zijn operaties ecologische schade aanrichtten. Dat er sprake was van mensenrechtenschendingen in naam van de winst heeft Shell echter wel altijd weerlegd.

Uit gerechtsdocumenten blijkt nu dat de multinational legerbendes betaalde om burgerprotest tegen zijn operaties met geweld de kop in te drukken én dat betalingen aan strijdende bendes het geweld tegelijkertijd nog meer aanwakkerden.

Platform, waakhond van de olie-industrie, citeert in zijn nieuwe rapport onder andere uit de documenten van een rechtszaak die in 2009 in New York tegen Shell liep. Het bedrijf moest zich toen verdedigen tegen de beschuldiging dat het betrokken was bij de staatsexecutie van schrijver Ken Saro-Wiwa en lokale stamhoofden die protesteerden tegen de olie-ontginning. Shell betaalde de acht betrokken families 15,5 miljoen dollar en daarmee was de kous af.

De voorheen nog geheime documenten tonen nu evenwel dat Shell geregeld ruime sommen geld aan plaatselijke militairen betaalde met de bedoeling vreedzaam protest tegen zijn activiteiten in de kiem te smoren. Raids op dorpen waar vermoedelijk protest werd gepland werden op die manier ook voorkomen.

In één situatie betaalde Shell in 1994 een legereenheid "om een vrachtwagen uit een plaatselijk dorp te halen". Daarbij viel één dode. De betaling gebeurde "uit dankbaarheid en als motivatie voor toekomstige gunstige samenwerkingen", zo staat in de documenten. In een ander geval leidde de militaire tussenkomst tot zestig doden en de vernieling van een volledig dorp.

Vorig jaar maakte het bedrijf 159.000 dollar over aan een bende die met militiegeweld in verband is gebracht. "Wij gebruikten het voor onze basisbehoeften en om het conflict aan de gang te houden", getuigt bendelid Chukwu Azikwe. Rivaliserende bendes streden onderling om 'fondsen voor lokale ontwikkeling' die Shell uitdeelde.

De toenmalige Shellmanager Brian Anderson geeft toe dat Shell het leger twee keer heeft betaald voor beveiliging. Ook reageert het bedrijf dat "de legitieme betalingen aan onderaanemers en de sociale fondsen die we uitdelen tot frictie kunnen leiden tussen gemeenschappen". Dat daarbij mensenrechten zijn geschonden ontkent Shell ook nu weer.