Direct naar artikelinhoud

Ruimtereizen maakt slapeloos

Astronauten slapen gemiddeld slechts zes uur per dag. Velen kampen dan ook met chronische vermoeidheid en grijpen, met alle risico's van dien, naar slaappillen. 'Ze zijn te overmand door adrenaline en emotie om goed te kunnen rusten', zegt Dirk Frimout, de eerste Belg in de ruimte.

Slapeloos aan boord van een ruimtestation. Een lot dat veel astronauten treft, zo concluderen onderzoekers van de Harvard Medical School in het vakblad The Lancet Neurology. Zij bestudeerden tussen 2001 en 2011 de slaappatronen van 94 Amerikaanse en Europese ruimtevaarders voor, tijdens en na hun missie. Zij deden dat door middel van interviews, dagboekfragmenten en een speciaal horloge dat de slaaptijd in de gaten hield.

Uit alle verzamelde data blijkt dat astronauten op spaceshuttlemissies gemiddeld iets minder dan zes uur slapen. Hun collega's in het Internationaal ruimtestation ISS houden de ogen een kwartiertje langer gesloten, maar dutten nog altijd veel te weinig. De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA schrijft immers achtenhalf uur slaap voor.

Dat de astronauten moeite hebben met in slaap te vallen, is niet zo verwonderlijk. Zij zien de zon immers elke negentig minuten op- en ondergaan. Opmerkelijk is evenwel dat de missieleden al ruim voor hun vertrek naar de ruimte last kregen van een tekort aan slaap. Gemiddeld kwamen ze in de drie maanden voor de lancering tot zesenhalf uur nachtrust, een uur minder dan de doorsnee Belg.

"Zelf heb ik altijd goed en voldoende geslapen", zegt Dirk Frimout, in 1992 de eerste Belg in de ruimte, "maar ik heb wel gezien hoe andere astronauten oververmoeid waren. De druk is groot en ontspannen is dan niet altijd eenvoudig. De astronauten zijn dan te overmand door adrenaline en emotie om nog goed te kunnen rusten en soms nemen ze dan wel eens een slaapmiddel."

De ervaringen van Frimout worden bevestigd door de studie. Zo'n 78 procent van de spaceshuttle-ruimtevaarders en 75 procent van hun ISS-collega's grijpen naar medicatie tijdens ruwweg de helft van hun nachten in de ruimte. Daarbij gebruiken zij vooral zaleplon en zolpidem, middelen die zelfs kunnen leiden tot geheugenverlies of een verstoorde motoriek.

"Bijna alle missieleden kampen met een slaaptekort", zegt Laura Barger, fysiologe aan de Harvard Medical School. "Het is duidelijk dat er ingegrepen moet worden, want een gebrek aan slaap kan volgens onderzoek leiden tot een afname in het prestatievermogen. Als de ruimtevaarders in een noodsituatie gewekt worden door het alarm, dan kan het gebruik van de pillen ervoor zorgen dat zij niet adequaat ingrijpen."

Geen verslaafden

Volgens Borger is het al voorgekomen dat alle missieleden tegelijkertijd aan het slapen waren door medicatie. Dit terwijl zulke pillen volgens voorschriften van Amerikaanse en Europese gezondheidsorganisaties eigenlijk niet gebruikt mogen worden in risicovolle situaties, waarbij alertheid en samenwerking van het hoogste belang is. "Toch heb ik mij er nooit zorgen over gemaakt", zegt Frimout. "De medicatie moet aangevraagd worden en dokters zien toe op het gebruik ervan. De astronauten zijn geen verslaafden. Dat kan ook helemaal niet, want je kunt niet zomaar een doosje pillen aan boord meesmokkelen in een rugzak."

Toch ijveren de Amerikaanse onderzoekers voor maatregelen. Daarbij wordt er onder meer aan gedacht om astronauten op strategische tijdstippen bloot te stellen aan specifieke golflengtes van licht, zodat ze slaperig worden. Barger: "Toekomstige ruimtevaartmissies naar de maan, Mars of zelfs verder weg kunnen alleen plaatsvinden als er effectievere manieren zijn om de missieleden voldoende te laten rusten."