Direct naar artikelinhoud

Verkiezingen Iran verbeten strijd tussen conservatieven

De oppositie doet niet mee aan de parlementsverkiezingen vandaag in Iran. Toch is het een verbeten strijd. Conservatieven staan tegenover conservatieven. Aanhangers van de islamitische revolutie tegenover aanhangers van de islamitische revolutie.

De echte oppositie in Iran, de Groene Beweging, ligt murw gebeukt in de hoek sinds de neergeslagen demonstraties van 2009, toen de liberale hervormers de herverkiezing van president Mahmoud Ahmadinejad betwistten op verdenking van fraude. Haar leiders, Mirhossein Mousavi en Mehdi Karoubi, genieten huisarrest en hebben opgeroepen tot een kiezersboycot. Ook de mate van respons daarop is interessant.

Het kamp van Opperste Leider Ali Khamenei staat bekend als Motahed (Verenigd Front), dat van president Ahmadinejad als Paidari (Verzetsfront). Van partijlijsten is bij de parlementsverkiezingen echter geen sprake. Kandidaten doen op persoonlijke titel mee. Naar verwachting zal de helft van de parlementariërs in de eerste ronde al worden gekozen. Na ongeveer veertig dagen vindt een tweede ronde plaats.

Reactionaire haviken

De verkiezingen vormen een confrontatie tussen de twee kapiteins op het schip, president Mahmoud Ahmadinejad en de Opperste Leider, ayatollah Ali Khamenei.Lang leek het erop dat de laatste deze slag zou gaan winnen. Maar de president heeft effectief campagne gevoerd. Het is interessant te zien hoeveel kiezers Ahmadinejad, die altijd populair is geweest onder de lagere inkomensgroepen, nog weet te mobiliseren.

Met verschil in ideologie heeft het allemaal weinig te maken. Beide leiders zijn reactionaire haviken, beiden beroepen zich op de islamitische erfenis van ayatollah Khomeini. Beiden staan vierkant achter de keiharde onderdrukking van de oppositie, zoals die deze week werd gedocumenteerd door Amnesty International.

Over de nucleaire kwestie, waarover de spanning internationaal tot het kookpunt stijgt, verschillen Khamenei en Ahmadinejad niet zichtbaar van mening. Het enige is dat de president op dit dossier weinig in de melk te brokkelen heeft. Defensie en buitenlandse politiek zijn in handen van Khamenei; Ahmadinejad mag de public relations verzorgen.

Dat de twee mannen zo verbeten tegenover elkaar staan, heeft ook te maken met de vólgende stembusslag, de presidentsverkiezingen van 2013. Met een sterke positie in het parlement, de majlis, hebben beide kampen een betere kans hun eigen kandidaat - namen zijn nog niet bekend - met succes naar voren te schuiven. Ahmadinejad zelf heeft twee termijnen gediend en is niet herkiesbaar.

Raad van Hoeders

Khamenei is in principe in het voordeel, omdat hij in het Iraans politiek systeem de meeste macht heeft. Ook eerdere presidenten trokken na verloop van tijd aan het kortste eind. De Opperste Leider is hoofd van de strijdkrachten en heeft het recht van benoeming voor een reeks strategische posten.

Zo bepaalt hij direct of indirect de samenstelling van de Raad van Hoeders, die op zijn beurt alle kandidaten voor een van de 290 parlementszetels aan een ballotage onderwerpt. Van de 5.595 mensen die zich hadden aangemeld, werden er bijna 2.000 afgekeurd, ruim een derde. Onder de geschrapten waren nogal wat aanhangers van Ahmadinejad.

De president is bovendien in het defensief omdat veel burgers vooral hem de economische malaise in Iran aanrekenen, die mede het gevolg is van de internationale sancties. De Iraanse munt is flink in waard gedaald, prijzen zijn gestegen en subsidies op brandstof en voedsel zijn geschrapt.

Veel waarnemers verwachten een overwinning van het Khamenei-kamp. Tot hen behoorde tot voor kort ook Patrick Clawson, directeur onderzoek van het Washington Institute for Near East Policy. Maar de afgelopen weken is hij minder overtuigd geraakt. "Ahmadinejad heeft heel slim geopereerd. Hij heeft de provinciale gouverneurs en lokale netwerken ingeschakeld." Als meest waarschijnlijke resultaat voorziet Clawson een nieuw parlement 'dat net zo verdeeld en ineffectief is als het huidige'.