Direct naar artikelinhoud

Antidepressiva voor bejaarden: het ene rusthuis is het andere niet

Terwijl in sommige rusthuizen bijna alle bewoners antidepressiva slikken, is dat in andere woonzorgcentra maar een op de drie. Voor de antipsychotica is dat verschil nog groter: van 5 tot 75 procent van de bejaarden. Farmacoloog Robert Vander Stichele (UGent): 'Onverantwoord.'

Misbruik of overconsumptie van medicijnen is in sommige rusthuizen schering en inslag, zo blijkt uit een studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen. Die namen zo'n 21.500 bewoners van 1.500 woonzorgcentra in ons land onder de loep. Zodra ze in het rusthuis wonen, zie je het aantal bejaarden dat aan de antidepressiva gaat met een derde stijgen. Nog schrikwekkender: voor antipsychotica is dat een klim van 80 procent.

Binnen de zes maanden na opname begint het gebruik van die medicatie te pieken. "Die ouderen laten een deel van hun leven achter", vertelt Ingrid Umbach, medisch expert van de Onafhankelijke Ziekenfondsen. "Ineens moeten ze zich aanpassen aan een nieuwe omgeving, waar ze minder autonomie hebben. Dan is het normaal dat daar verdriet aan te pas komt."

Alleen: die tristesse wordt al te veel met pillen aangepakt, terwijl een goed gesprek op de eerste plaats zou moeten komen. Ook bij bewoners die agressief of lastig zijn, is een antipsychoticum in vele gevallen een gemakkelijkheidsoplossing, vindt Umbach.

Alarmerend

Dat het aantal bejaarden dat aan de pillen zit zo sterk verschilt per rusthuis is "alarmerend". "Een teken dat er geen optimale zorg is. Het lijkt wel een loterij: zal ik in een rusthuis belanden waar ze met pillen strooien of niet?"

Voor heel wat ouderen is het bovendien slikken tot aan de dood. Drie kwart van de bewoners die antidepressiva krijgen, volgen die behandeling minstens vijf jaar, terwijl de aanbevolen periode voor een zware depressie één jaar is.

In de commerciële centra ligt het voorschrijfgedrag iets hoger dan in de OCMW-huizen of privé-vzw's, al hebben de Onafhankelijke Ziekenfondsen daar geen verklaring voor.

Het grote probleem is dat je in een rusthuis met honderd bejaarden soms dertig huisdokters ziet passeren, stelt huisarts en farmacoloog Robert Vander Stichele (UGent). "Wil je al die artsen bereiken en een beleid voeren rond hun voorschrijfgedrag, dan moet je als rusthuis een inspanning doen. Het ene zorgcentrum probeert dat te bolwerken en slaagt daarin, het andere kijkt er tegenop en laat die hele kwestie verloederen."

De onderlinge verschillen tussen rusthuizen zijn "onverantwoord", vindt Vander Stichele. Dat er zo veel antidepressiva en antipsychotica worden voorgeschreven is dat ook. "Er moet een beleid komen dat in die waslijst van medicatie wiedt, maar dat is er vandaag niet."

Zonder fluitje

Zelfs al zouden die geneesmiddelen nodig zijn, dan nog moet je de voorschriften regelmatig herzien, menen experts. Vooral de coördinerende arts in de rusthuizen zou daarin zijn rol moeten versterken. Vander Stichele: "Die arts is nu een scheidsrechter, maar dan zonder fluitje."