Direct naar artikelinhoud

Mbokani genadeloos voor Standard

Anderlecht zette in de broeihaard van Sclessin in de slotfase een scheve situatie recht, toen Jovanovic twee assists leverde op evenveel doelpunten van Juhasz en Mbokani. Dat Standard werd geklopt door zijn twee ex-helden had het enkel aan zichzelf te wijten. De Rouches misten opgelegde kansen en gingen individueel in de fout bij de tegentreffers.

'Bang bang, my baby shot me down'. Sclessin zag met lede ogen aan hoe hun gewezen chouchou Dieumerci Mbokani Standard op de knieën kreeg. In de uitstervende minuten recupereerde Biglia een bal op het middenveld; hij speelde in bij Jovanovic. Milan keek op, zag een gaatje en een straatje (omdat Pocognoli sliep) en stuurde Mbokani weg. Oog in oog met Bolat. Als in een vuurgevecht: beiden aarzelden, bewogen met hun lichaam, zetten de tijd heel even stil, tot Mbokani toesloeg. IJzig kalm. De beweging rond Bolat, het leer met links in het doel gewipt. Bang bang.

Voor Jovanovic was het zijn tweede assist van de middag. Twintig minuten voor affluiten had hij de gelijkmaker op het hoofd van Juhasz gedropt. 'Jova' en 'Dieu': partners in crime. Jacobs jende Sclessin, en gunde beide spitsen in blessuretijd een applausvervanging. Jovanovic nam het geschenk dankbaar in ontvangst en gooide kushandjes naar de vier hoeken van het stadion. Het lokte een Luikse furie uit. Voor de dug-out viel de Serviër zijn trainer in de armen. Jovanovic: groots in een mindere dag.

Die mindere dag was wel op meerdere Anderlechtspelers van toepassing. Lucas Biglia voetbalde een uur als een hoogbejaarde: slome tred, saaie présence. Juhasz was tot zijn cruciale bijdrage aan de 1-1 een drama, zowel in het verdedigen als in het uitvoetballen. Paars-wit voetbalde veel te lang ergerlijk slecht, enkel Proto, Suárez en Mbokani haalden gistermiddag het niveau van een topwedstrijd. Het is zelfs een klein voetbalwonder dat Anderlecht niet bij de rust tegen de touwen lag.

Standard een uur meester

Waarmee we bij het verhaal van Standard komen. Uitstekend eerste halfuur: technisch (goed aangepast aan de staat van het veld) en tactisch (goed aangepast aan de kwaliteiten van Anderlecht). De Rouches zetten hoog druk en lieten vooral het middenveld van de bezoekers niet naar adem happen. Omdat Biglia gelaten reageerde op die omstandigheden, kon de thuisploeg het laken naar zich toe trekken. De 1-0 viel snel. Juhasz tackelde Cyriac buiten de zestien meter, maar zag tot zijn ontzetting hoe Gumienny naar de stip wees. De UEFA vinden wij een bedenkelijke sekte, maar hun beslissing om Gumienny te degraderen, valt enkel te begrijpen. Tchité benutte de penalty.

De Rouches duwden nog even door en Proto moest erger voorkomen met twee glansparades: een keer op een schot van Mujangi Bia en een keer in het één tegen één-duel met Tchité (na een grandioze blunder van Juhasz).

Standard was een uur meester over de namiddag. Cyriac sneed diepe wonden in de Brusselse defensie, Buyens regeerde op de middenstrook en achterin moest Bolat nauwelijks optreden.

"Geduld, jongens", vroeg Jacobs tijdens de rust. Op het tempo van Biglia. Suárez bediende Mbokani, die kopte over en daarmee was alweer een kwartier in de tweede helft voorbij. Sclessin zong, floot op Jovanovic, gooide tennisballen naar Proto en amuseerde zich rot. Zelfs een denkbeeldige offside van Tchité kon de sfeer niet temperen.

Tot. Ja, tot wat, eigenlijk? Tot Jovanovic zomaar een bal richting strafschopstip gooide. Bolat kwam te laat en Juhasz zag zijn lobje in doel vallen. Geduld beloond, zeker? Dat, plus de onverklaarbare kwaliteit om het minste foutje van de tegenstander af te straffen. Dat maakt Anderlecht straks kampioen.

Riga gooide zijn laatste troef op tafel: Batshuayi met Cyriac en Tchité in de spits. Maar Kouyaté smoorde het ultieme Luikse gevaar in de kiem.

Dan nog één keer Anderlecht. U weet wel: Biglia, naar Jovanovic, naar Mbokani. Hij en Bolat even in stilstand, ze keken elkaar in de ogen, en toen... Bang bang. Genadeloos verdict. Het werd stil op Sclessin.