Direct naar artikelinhoud

Het rechtse Europa speelt burgers tegen elkaar uit

Tegenover de ultraliberale dogma's: een socialistische sixpack

Overal in Europa lokken de nieuwe Europese begrotingsregels verhitte debatten uit. Dat is bij ons niet anders. Wat eerst een financiële en daarna een economische en sociale crisis was, is nu stilaan een politieke crisis.

De dreiging van het populisme neemt toe en werkt de anti-Europese gevoelens in de hand. Rechtse, conservatieve partijen houden vast aan de ultraliberale aanbevelingen van de Europese Commissie. Recepten die ons al vijf jaar voorgeschoteld worden, maar niet blijken te werken.

Het Europees sixpack is vandaag de uitdrukking bij uitstek van dat rechtse besparingsbeleid en is in de ogen van velen dan ook synoniem voor recessie, werkloosheid en het verlies van vertrouwen in de toekomst. Het is dergelijk beleid dat het euroscepticisme voedt.

Dit rechtse Europa stelt een erg onevenwichtig Europees project voor, gebaseerd op het dogma van begrotingsdiscipline en 'interne devaluatie' die de lidstaten en Europese burgers in een positie van onderlinge concurrentie plaatst. Dit is geen project waar wij achter kunnen staan.

Daarom stellen de Belgische socialisten tegenover het rechtse sixpack van de blinde besparingen een eigen links sixpack voor. Een project voor een Europa waar de burgers opnieuw vertrouwen in kunnen hebben, niet een dat onze verworvenheden afbreekt.

1. Europa van eerlijke handel

De producten die Europa invoert, komen van landen die lage lonen en een lage fiscaliteit hanteren en waar de milieunormen veel minder streng zijn dan bij ons. Dat zorgt voor deloyale concurrentie die onze industrie fnuikt en tot banenverlies leidt in onze bedrijven.

Eerlijke handel impliceert de opname van strikte sociale en milieunormen in de Europese vrijhandelsakkoorden en de verhoging van de douanetarieven als die normen niet worden gerespecteerd.

2. Europees minimumloon

Binnen de Europese Unie hebben 20 van de 27 lidstaten een minimumloon vastgelegd. De bedragen verschillen enorm, gaande van bijvoorbeeld 157€ per maand in Roemenië tot 1.874€ per maand in Luxemburg.

De afwezigheid van of de zeer lage minimumlonen zorgen binnen het Europese continent voor sociale dumping, die de lonen ondermijnt en de recessie verergert. Enkel de invoering van een minimumloon van 60 procent van het mediaan salaris in elk Europees land kan dit tegengaan en zou een eerste stap zijn in het proces van sociale harmonisering.

3. Verantwoord monetair beleid van de Europese Centrale Bank (ECB)

De financiële crisis heeft een dramatische verhoging van de intrestvoeten veroorzaakt, waardoor de lasten van de staatsschuld nog verhoogden in de Europese landen die reeds zwaar getroffen werden door de crisis. In die context hebben we duidelijk de limieten van het uitzonderlijke statuut van de ECB kunnen vaststellen, want in tegenstelling tot de Amerikaanse en Engelse centrale banken mag de ECB geen schuldbewijzen van staatsschulden kopen.

Om de spreads te doen dalen, zag de ECB zich gedwongen om op indirecte wijze tussen te komen door op de secundaire markt (bij privé-investeerders) schuldbewijzen van staatsschulden te kopen. Dat is een absurde situatie en de statuten van de ECB moeten dan ook herzien worden, zodat ze op directe wijze kan tussenkomen om de staten te helpen.

4. Onderscheid tussen investeringsbanken en commerciële banken

De onnodige risico's die financiële instellingen hebben genomen, leidden tot een wereldwijde crisis. Om te vermijden dat zo'n situatie zich opnieuw voordoet, moeten de commerciële van de investeringsbanken gescheiden worden. Daarnaast moet er een sterke Europese bankenunie worden opgericht en een Europees fonds worden opgestart dat door de banken wordt gefinancierd om eventuele financiële schokken te kunnen opvangen.

5. Europees industrieel beleid

Sinds 2008 is de Europese industriële productie met 10 procent gedaald en zijn er in de sector 3 miljoen banen verloren gegaan. Enkele emblematische gevallen, zoals Ford Genk en ArcelorMittal, hebben aangetoond dat Europa dringend nood heeft aan een industrieel beleid.

Dat industrieel beleid moet zich niet alleen vertalen in een relance van de Europese economie en in een Europese coördinatie op het vlak van beleid inzake onderzoek, innovatie en informatie, maar ook in een actieplan voor de staalindustrie, Europese steun voor nationale investeringen in innovatie, de toekenning van inkomsten uit innovatieve financieringsinstrumenten aan innovatiebeleid,...

6. Financiële transactietaks (FTT) en fiscale harmonisering

Omdat bepaalde Europese landen weigerachtig staan tegenover een taks op financiële transacties hebben bereidwillige landen besloten om die moeilijkheid te omzeilen via een versterkte samenwerking met regels die enkel voor die landen van toepassing zijn. Zo hebben de 27 Europese ministers van Financiën al toestemming gegeven aan 11 landen, waaronder België, om zo'n FTT te lanceren.

Het gaat om een eerste zeer belangrijke stap. Maar om een verplaatsing van de transacties te vermijden en de strijd tegen speculatie te versterken, moet het naar heel Europa worden uitgebreid. We moeten ook evolueren naar een algemene Europese fiscale harmonisering door bijvoorbeeld een minimumbelasting voor bedrijven in te voeren.

Wij socialisten, wij hebben rechtvaardige, eenvoudige en doeltreffende voorstellen voor een nieuw Europa. Dit is ons Europa.