Direct naar artikelinhoud

‘Maffiosi zijn nooit weldoeners geweest’

Maffiafilms zijn er in alle vormen en formaten, maar wat deze film zo opmerkelijk maakt, is dat het hoofdpersonage een zeventienjarig meisje is. Haar tragische lotgevallen lagen in 1997 aan de basis van de Italiaanse documentaire Diario di una Siciliana ribelle van de in Palermo geboren filmmaker Marco Amenta.

Wat deed u besluiten om over Rita Atria ook nog eens een speelfilm te draaien?

Marco Amenta: “Het verhaal zit zo vol archetypes en is zo rijk aan betekenis dat ik het de moeite waard vond om er dieper op in te gaan. In een speelfilm is er meer ruimte om het psychologische parcours van Rita verder te ontwikkelen en bijvoorbeeld meer aandacht te besteden aan de conflicten met haar moeder, met de onderzoeksrechter en met haar vriendje. Dat zijn allemaal heel intense menselijke verhoudingen en het verhaal van Rita is voor mij toch vooral een menselijk verhaal. Een meisje dat voor het eerst in de geschiedenis tegen de maffia rebelleert en tegen die grote macho’s revolteert, is natuurlijk de belangrijkste verhaallijn, maar haar psychologische, innerlijke parcours vond ik minstens even interessant.“Dit is ook voor het eerst het verhaal van iemand die binnen de maffia geboren wordt, daar opgroeit en later een enorme transformatie op het vlak van waarden en normen doormaakt. In die zin is het een metafoor voor een mogelijke verandering. In de ogen van het kleine meisje dat met haar vader dweept, staat de maffia voor het goede en het positieve, terwijl de staat, de rechters en de politie de vijanden en de smeerlappen zijn, die ze dan ook uitscheldt.”

Op een bepaald moment zucht de onderzoeksrechter: ‘Het is hopeloos. De maffia zit in je bloed’.

“Toch is het door dat contact met de onderzoeksrechter dat Rita de totale ommekeer van haar waardesysteem zal doormaken. Dat wordt in de film ook uitgedrukt door de vormgeving. Het eerste deel wordt verteld als een soort sprookje, met mooie kleuren, weidse beelden en een rustige cameravoering. Het tweede gedeelte is veel somberder, gedraaid op Super 16 mm en met een schoudercamera die de hele tijd beweegt. Haar zekerheden als klein meisje zijn verdwenen, haar wereld is uit evenwicht geraakt.“Dat soort zaken kan men in een documentaire niet tot uitdrukking brengen, maar wel in een speelfilm: de mise-en-scène, de kleuren, de muziek, het grote scherm. Een documentaire richt zich meer op het hoofd, terwijl een speelfilm ook communiceert met het hart. Zo werkt het althans voor mij als toeschouwer.“Een bijkomende reden was ten slotte dat men met een speelfilm een groter publiek in meer landen kan bereiken dan met een documentaire. Zelfs in Italië was het verhaal van Rita Atria nog niet heel erg bekend. Iedereen kende wel het verhaal van de vermoorde rechters Falcone en Borsellino, maar niet van dat Siciliaanse meisje.”

Actrice Veronica D’Agostino geeft een sterke vertolking weg als Rita, maar ik vond dat ze er wel wat te oud uitzag voor een meisje van zeventien. Maar als we op het einde heel even de echte Rita Atria te zien krijgen, blijkt dat die er ook veel ouder uitzag.

“Dat is inderdaad zo. In mijn documentaire merkt een van de carabinieri trouwens op dat zij een vrouw van veertig lijkt. Ze heeft zoveel meegemaakt dat ze zeker niet als een jong meisje oogt. Toch laat ik in de film ook zien dat ze zich soms als een jong en onbezorgd meisje kan gedragen, onder meer wanneer ze met die jongen uit Rome een uitstapje maakt naar het strand. Rita is geen theoretisch geschoolde, intellectuele, linkse heldin in de lijn van Che Guevara. Het is een meisje dat terechtgekomen is in een situatie die haar overstijgt maar toch een geweldig gevecht levert, misschien zonder dat ze het zelf beseft. Als Rita de eerste keer naar de rechter stapt, geeft zij er zich nog geen rekenschap van wat dat allemaal teweeg zal brengen.”

Als speelfilm blijft La Siciliana ribelle natuurlijk wel gebaseerd op waargebeurde feiten. Hebt u eigenlijk veel fictie toegevoegd?

“Neen, ik zou zeggen dat 80 à 90 procent van het verhaal de realiteit weergeeft, zeker wat de daden en het psychologische parcours van het hoofdpersonage Rita betreft. De meeste veranderingen hebben betrekking op de nevenpersonages.”

De manier waarop Rita bij een vuurgevecht door een politiehelikopter uit haar dorp gered wordt, leek mij zo’n fictieve toevoeging.

“Ja, dat klopt. Dat hebben we inderdaad verzonnen om het wat spectaculairder te maken: een beetje actie voor het grote publiek. In werkelijkheid is ze weggebracht met een auto.”

Uw film handelt over de cosa nostra, de Siciliaanse maffia. In Gomorra had regisseur Matteo Garrone het over de camorra, de Napolitaanse maffia. Verschillen die erg van elkaar?

“De Siciliaanse maffia is ouder en dus meer georganiseerd en gecentraliseerd. Daar bestaat een echte piramidestructuur met meer respect voor de chefs en meer loyauteit onder de leden. Bij de camorra zijn er meer groupuscules en daardoor meer onderlinge afrekeningen, meer willekeur en geweld. De laatste jaren heeft de cosa nostra beslist om minder gewelddaden te plegen tegen rechters, journalisten en andere persoonlijkheden, en ook onder elkaar. Ze hebben namelijk begrepen dat ze door die moorden en aanslagen de consensus van de publieke opinie aan het verliezen waren. Zolang ze in stilte en in het geheim blijven werken, zonder bloedvergieten, wordt er in de pers over hen gezwegen. Maar als ze in de media afgeschilderd worden als bloeddorstige moordenaars worden de zakenmensen bang om nog business te doen met de maffia.“Een ander verschil met de camorra is dat de oude Siciliaanse maffia afkomstig is van het platteland. Voor hen is macht belangrijker dan allerlei uiterlijke tekenen van rijkdom, terwijl de Napolitaanse maffia, zoals ook in Gomorra te zien was, bijvoorbeeld veel belang hecht aan dure wagens. Daarmee wil ik zeker de Siciliaanse maffia niet goedpraten, want als ik het in deze context over respect heb, dan gaat het om respect voor antiwaarden. Er is een tijd geweest dat er vanuit het centrale gezag in Rome nauwelijks aandacht was voor de boeren in Sicilië en dat de maffia die leemte opvulde. Zij zorgde, zoals de vader van Rita in de film trouwens zegt, zelf voor ‘gerechtigheid’. Maar de maffiosi deden dat wel op hun manier en altijd voor eigen profijt. Zij zijn nooit weldoeners geweest. De moraal heeft hen nooit geïnteresseerd, er waren alleen machtshonger en winstbejag.”

U hebt de film wel grotendeels op Sicilië gedraaid, maar niet in Partanna, het echte dorp van Rita Atria.

“Neen, neen (lacht). Voor mij was het beter om daar uit de buurt te blijven. Een kwestie van veiligheid, ja.”