Direct naar artikelinhoud

Partner met kanker kan relatie om zeep helpen

Kankerpatiënten krijgen door hun ziekte opvallend vaak relatieproblemen. Dat blijkt uit een rondvraag bij Nederlandse oncologen en artsen. 'Kankerpatiënten kunnen door hun ziekte ontzettend nare, vervelende partners worden', zegt psychiater Leo van Weezel.

"Dat je tijdens kanker nader tot elkaar komt, is een geromantiseerd idee", zegt Leo Van Weezel van het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis in Amsterdam. "Zo'n veronderstelling maakt mensen nog eenzamer. Ze hebben het gevoel dat ze niet aan het plaatje voldoen. Natuurlijk lukt het een deel wel om hun relatie goed te houden. Maar een behoorlijk percentage slaagt daar niet in."

Over het voorkomen van huwelijksproblemen bij kankerpatiënten zijn weinig harde cijfers. Wel blijkt uit onderzoek dat partners ongeveer evenveel stress en depressieve gevoelens ervaren als patiënten. Meer dan de helft van hen is ernstig vermoeid. Behandelaars zeggen deze problemen in de praktijk vaak te zien.

"Ik schat dat we om deze reden bij een kwart van de patiënten actie ondernemen", zegt oncoloog Marcel Soesan. "Wij zijn daar alert op. Mensen krijgen veel voor hun kiezen."

Onlangs beschreef journaliste Lideweij Bosman in haar geruchtmakende boek Naupaka hoe ze haar vriend met terminale kanker verliet en niet bij zijn sterfbed was. Het leidde tot woedende reacties. "Een vrouw schreef dat ze hoopte dat ik nooit kinderen zou krijgen", zegt Bosman, "omdat ik niet voor mensen kon zorgen."

Regelen en rennen

De stemming lijkt nu omgeslagen: Bosman wordt overspoeld met reacties van mensen die ook in een relatiecrisis belandden door kanker. Drie filmproducenten willen haar boek verfilmen.

"Ongeveer de helft van mijn cliënten heeft ernstige relatieproblemen", zegt systeemtherapeut Joyce Vermeer van het Helen Dowling Instituut, gespecialiseerd in psychosociale problemen bij kanker. "Na de diagnose zijn mensen alleen maar aan het regelen en rennen. Ze praten vaak niet meer met elkaar. Daardoor kunnen mensen uit elkaar groeien. Als zoiets drie maanden duurt, kun je dat wel opbrengen. Maar als het zich jaren voortsleept, raken mensen uitgeput."

Egocentrisch

Bovendien gaat alle aandacht naar diegene die ziek is. "Als ik aan partners vraag hoe het met hen gaat, worden ze vaak emotioneel."

"Als de dood in het leven komt, kunnen patiënten in zichzelf gekeerd raken", zegt psycholoog Hannemieke Bakker van het Ingeborg Douwes Centrum. "Ze kunnen daar egocentrisch van worden. Sommige partners gaan daarin mee. Ze praten niet meer over hun eigen verdriet en willen zo goed voor de ander zorgen dat ze bijna niet meer weg durven, nog geen wandelingetje durven maken."

De omgeving weet dat vaak niet. "Stellen raken geregeld in een isolement", zegt Vermeer. Beide therapeuten zien in hun praktijk partners die geen relatie meer hebben, maar toch bij elkaar blijven.

Psychiater Van Weezel hoopt dat het probleem bekend wordt bij een groot publiek. "Het boek van Kluun ('Komt een vrouw bij de dokter', over wat de auteur en zijn partner doormaakten toen zij kanker kreeg, red.) werd destijds schandelijk gevonden. Maar in de praktijk zagen we dat het zorgde voor een doorbraak. Vaak wordt gedacht: die mensen zullen hiervoor ook wel problemen hebben gehad. Maar dat is zeker niet altijd zo. Kanker kan mensen echt op een kwetsbaar punt raken."