Direct naar artikelinhoud

ACV-voorzitter Cortebeeck wil voor de zomer naam van opvolger kennen

‘Het zijn geen verkiezingen, er is dus geen sprake van kandidaten’, onderstreept de ACV-voorzitter. Na een brede consultatieronde is het de facto wachten op witte rook. Zoals vorige week bekend raakte, geeft Luc Cortebeeck op 1 januari 2012 de scepter door.

Door het uitlekken van zijn intentie om afscheid te nemen zag ACV-voorzitter Luc Cortebeeck zich genoodzaakt om zijn bestuur vroeger dan voorzien in te lichten. In één adem werden immers ook al namen van mogelijke opvolgers genoemd. Nationaal secretarissen Marc Leemans en Ann Van Laer stonden (en staan) het hoogst geplaatst bij de spreekwoordelijke bookmakers (DM 10/3).

“Het nieuws van vorige week duwde ons in een uiterst oncomfortabele situatie. Vooral het feit dat we ons bestuur nog niet ingelicht hadden, was vervelend. De communicatie was soms totaal ongerechtvaardigd. Vandaar dat we nu ook open kaart spelen”, klonk het. Gisteren zette de afscheidnemende voorzitter de puntjes op de i.

Tradities zijn er om in ere te houden, dus een echte verkiezing komt er niet. De voorzitter wordt bij geheime stemming verkozen door de meer dan 500 leden van de Algemene Raad. Aan dat proces gaat een consultatiefase vooraf. “Algemeen secretaris Claude Rolin en ikzelf gaan alle geledingen van de vakbond twee vragen stellen: ‘Wat verwacht je van de nieuwe voorzitter? en ‘Heb je zelf voorstellen?’. Vervolgens formuleren wij een voorstel voor het bestuur”, verklaarde Cortebeeck.

Het bestuur beslist of er één of meerdere personen worden voorgedragen tijdens de Algemene Raad. Wanneer die zal plaatsvinden, staat nog niet vast. “Het is mijn ambitie om voor juli de president elect te kennen”, gaf de voorzitter nog mee. Op 1 januari zal hij of zij het roer van ’s lands grootste vakbond overnemen.

Continuïteit en eenheid

Twaalf jaar geleden was Cortebeeck aan het einde van de rit de enige kandidaat om Willy Peirens op te volgen, al kostte dat wel een stevige consultatiefase. Sinds het begin van zijn voorzitterschap ontpopte hij zich als een echte bruggenbouwer, die meer dan eens de standpunten van de arbeiders- en bediendevleugel met elkaar moest verzoenen. Onlangs nog kreeg hij te maken met verdeeldheid in eigen rangen, toen de bediendebond het ontwerp van interprofessioneel akkoord (IPA) verwierp en de arbeiders niet.

Die twaalf jaren zijn niet niks geweest, aldus Cortebeeck. “Gedurende mijn voorzitterschap heb ik vier regeringen meegemaakt, drie - straks misschien vier - premiers, vijf voorzitters van het VBO en als je een interim-periode meerekent ook vijf voorzitters bij het ABVV.

“Continuïteit is heel belangrijk voor het ACV”, vervolgde de topman. “De nieuwe voorzitter moet geen remake van Luc Cortebeeck worden, maar zal wel dezelfde basislijn moeten aanhouden en de eenheid van onze vakbond moeten bewaren. Dat is de belangrijkste taak van een voorzitter.”

Onder meer het ‘gebrek aan eenheid’ was een van de redenen die werden opgesomd in Cortebeecks valse ontslagmail van begin februari. Hij zou er zogezegd de brui aan geven “omdat de kritiek op het IPA hem diep geraakt had”, en omdat zijn vakbond “het werknemerslandschap niet meer goed vertegenwoordigde”. “Nonsens”, herhaalde de voorzitter gisteren. “Iedereen die mij kent weet dat ik zoiets nooit zou zeggen.” Het parket is nog steeds op zoek naar de afzender van de mail, en schermt met het geheim van het onderzoek.

Bezoldigde mandaten

“Als de valse mail één ding heeft bewerkstelligd, is het dat we de officiële overdracht uitgesteld hebben van september 2011 naar januari 2012”, reageerde Luc Cortebeeck. “Daarna blijf ik nog actief in mijn internationale functies, maar ik wil wel graag benadrukken dat ik daar geen bergen geld mee schep. Iedereen kan in het staatsblad nalezen dat ik maar één bezoldigd mandaat heb, en dat die bezoldiging naar het ACV vloeit.”

Dat hij er, als voorzitter van de grootste vakbond, voor zijn 65ste mee stopt, noemt Cortebeeck een samenloop van omstandigheden. “Ik heb altijd gedacht in logische periodes, in ons geval de vierjarige periode tussen twee sociale verkiezingen. Als ik er na 2012 nog een periode van vier jaren bij zou nemen, zou ik 66 zijn.

“Na de sociale verkiezingen van 2008 heb ik al aangegeven dat we de nieuwe mensen moesten optrekken, en een mogelijke wissel moesten voorbereiden. Wel, het moment is gekomen: de mensen zijn er klaar voor en voor mij is het mooi geweest.”