Direct naar artikelinhoud

Drinkwaterfactuur in vijf jaar tijd met helft gestegen

Wereldwijd betalen armen drie keer meer voor water. En bij ons is de waterfactuur tussen 2005 en 2010 gemiddeld met 54 procent gestegen. Dat blijkt uit de eerste publicatie van de ‘WaterRegulator’ van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Die wil met dit soort publicaties meer transparantie in de drinkwatersector garanderen. Maar ook Philippe D’hondt, woordvoerder van de VMM, vindt het net zoals het WWF geen slechte zaak dat de consument door scherpe prijzen de waarde van water beter gaat inschatten.

De integrale prijs van de waterfactuur steeg voor een gemiddeld gezin tussen 2005 en 2010 met 54 procent. Die factuur bestaat uit drie delen: de drinkwaterprijs voor productie en levering, de gemeentelijke bijdrage voor de aanleg en het onderhoud van rioleringen en kleine waterzuiveringsinstallaties en de ‘bovengemeentelijke’ bijdrage voor zuivering van afvalwater. De drinkwatercomponent uit de integrale factuur steeg in die periode met 15,47 procent en is dus maar beperkt verantwoordelijk voor de stijging van de drinkwaterfactuur. De belangrijkste reden voor de forsere waterrekeningen is het aandeel van de gemeentelijke bijdrage. ‘Sinds de drinkwaterfactuur in 2004 één enkele factuur is en we niet aan verschillende instanties betalen, zijn meer gemeenten die bijdrage gaan heffen. Het is daardoor dat de factuur vooral is gestegen. Nu, op zich is dat maar logisch. De Europese richtlijn bepaalt dat de vervuiler betaalt voor de zuivering van water. Het is niet slecht dat de consument de boodschap krijgt dat hij water verbruikt en vervuilt en dat het een kostbaar goed is’, zegt D’hondt.

Het aandeel van de kosten voor waterverbruik in de totale consumptie voor een Vlaams gezin steeg van 0,39 procent (2005) naar 0,61 procent (2008), zo blijkt nog. (BDB)