Direct naar artikelinhoud

Eandis wil kosten zonnepanelen doorrekenen aan consument

De rush op zonnepanelen bij gezinnen maar vooral bij bedrijven verhoogt de kosten voor groenestroomcertificaten voor netbeheerder Eandis. Die waarschuwt de kosten te zullen moeten doorrekenen aan de consument. Volgens Eandis gaat het om een prijsverhoging van 20 procent. Vlaams minister van Energie Freya Van den Bossche (sp.a) merkt evenwel op dat Eandis de hogere kosten ook via aandeelhouder Electrabel kan recupereren .

Energieminister verwijst netbeheerder fijntjes door naar aandeelhouder Electrabel

BRUSSEL

Minister Freya Van den Bossche zegt ook de financiële ondersteuning voor grote industriële groenestroomprojecten te zullen herbekijken. ‘Als technologie goedkoper en efficiënter wordt, moet ook de financiële ondersteuning mee in die zin evolueren.’

De voorbije tijd investeerden Vlaamse particulieren, maar vooral heel wat bedrijven massaal in fotovoltaïsche zonnepanelen. Dat succes dreigt nu evenwel uit te draaien op een fors duurdere stroomfactuur voor de consument, waarschuwt netbeheerder Eandis. Wie hernieuwbare energie opwekt via zonnepanelen, kan rekenen op financiële steun via de groenestroomcertificaten. Voor elke 1.000 kilowattuur productie krijg je een certificaat. Op de markt zijn die vandaag 110 euro waard. Maar om investeringen aan te moedigen zijn netbedrijven als Eandis verplicht om zulke certificaten aan te kopen tegen een veel hogere prijs van 350 of zelfs 450 euro. Zij verkopen die vervolgens weer op de markt.

Door het massale succes van zonnepanelen zijn ook de kosten voor die certificaten fors gestegen voor Eandis, zegt Geert Versnick (Open Vld), voorzitter van de raad van bestuur. “Vorig jaar moesten wij 450 euro betalen per certificaat. Omdat zonnepanelen goedkoper zijn geworden, heeft de regering beslist om de prijs voor groenestroomcertificaten voor de bouw van zonnepanelen vanaf 2010 degressief te laten verminderen. Dat heeft vorig jaar een massale rush op zonnepanelen veroorzaakt, omdat iedereen nog de prijs van 450 euro wilde krijgen. Daardoor zijn er vorig jaar nog massaal veel zonnepanelen geplaatst. Eandis heeft die kosten, afgaand op de situatie van de vorige jaren, begroot op een totaal van 80 miljoen euro voor de periode 2009-2012, wat ook goedgekeurd werd door de federale energieregulator Creg. Nu stellen we vast dat we voor die periode 380 miljoen euro zullen moeten uitgeven.”

Eandis wil het geld recupereren. Gebeurt dat bij de nieuwe meerjarentarieven 2013-2016, dan zou dat een stijging betekenen van de distributienettarieven met 30 procent. Worden daar nog eens de extra kosten bijgeteld die hoogspanningsbeheerder Elia heeft door de windparken op zee, dan zou dit volgens Eandis een stijging met 20 procent betekenen voor de jaarlijkse factuur van een gezin. Om die bruuske toename voor de consument te vermijden vraagt Eandis om die stijging met 30 procent nu al te mogen doorrekenen. Dat zou neerkomen op een stijging met 10 procent in 2010, 2011 en 2012. Eandis start daarover gesprekken met de energieregulatoren en de Vlaamse regering.

In De Tijd stelt de Vreg dat de kosten voor de groenestroomcertificaten dit jaar zullen oplopen tot een tiende van de kosten van het netbeheer, maar benadrukt wel dat dit niet 10 procent van de totale elektriciteitsfactuur is. De betrokken sectorfederatie voor fotovoltaïsche zonne-energie, BelPV, noemt de cijfers van netbeheerder Eandis misleidend. De aankoop van groenestroomcertificaten kostte de netbeheerders vorig jaar 45,6 miljoen euro, wat een minimale meerkost betekent, aldus BelPV. “Een doorsneegezin met een verbruik van 4.000 kWh per jaar zal in 2009 ongeveer 5 euro meerkost hebben, de prijs van enkele pintjes.”

Ook Vlaams minister van Energie Freya Van den Bossche spreekt via haar woordvoerder Joris Vandenbroucke van onjuiste cijfers. “De distributietarieven maken maar een derde uit van de finale stroomfactuur. Dertig procent meer kosten betekent dus niet dat de eindfactuur evenveel moet verhogen. De federale energieregulator Creg moet trouwens eerst toelating geven alvorens Eandis het kan doorrekenen aan de consument.”

Van den Bossche wil ook het financieel ondersteuningsmechanisme voor grote industriële projecten herbekijken. “We willen zoveel mogelijk schone energie promoten, maar ze moet ook betaalbaar blijven. We moeten ook zorgen dat er geen oversubsidiëring is. Aangezien grote industriële projecten vandaag de grote kostendrijvers zijn, is het logisch dat we eerst de ondersteuning daarvan herbekijken. Het is de bedoeling kmo’s en particulieren in eerste instantie te ontzien. Het doel is dat het aandeel groene stroom blijft stijgen, maar als de technologie goedkoper en efficiënter is, is het niet meer dan logisch dat ook de financiële ondersteuning in die zin evolueert.”

Tot slot wijst Van den Bossche Eandis fijntjes op de impact van Electrabel op de factuur. “Het is bekend dat Electrabel kunstmatig hoge energieprijzen aanrekent. Als Eandis echt bezorgd is over de betaalbaarheid van de factuur kan het ook eens met zijn aandeelhouder Electrabel aan tafel gaan zitten. Daar kan nog veel vet van de soep. Dat gaat om veel grotere bedragen dan de kosten voor groenestroomcertificaten.” Ook de Organisatie voor Duurzame Energie Vlaanderen pleit ervoor om hernieuwbare energie te financieren met de winsten die worden gehaald uit afgeschreven energiecentrales.