Direct naar artikelinhoud

Eerst champagne drinken, dan Holocaust kijken

Een toneelstuk over de dagboeken van Anne Frank doet de discussie over 'oorlogscommerce' weer oplaaien. Zijn champagnearrangementen en een boottochtje verzoenbaar met de herinnering aan de Holocaust? Ook in Ieper wordt in volle Groote Oorlog-hype op eieren gelopen. 'De regel is: niets met eten, drinken of geurtjes.'

Deze week gaat Anne in première, een toneelstuk over het leven van het beroemdste Joodse meisje. Voor de voorstelling in Amsterdam is speciaal een nieuw theater opgetrokken met een capaciteit van 1.100 zitjes. Gasten, die 35 tot 75 euro betalen voor een ticket, kunnen voor 8,5 euro de speciale Anne-ferry nemen die hen van Amsterdam Centraal over het water naar het nieuwe complex in de Westelijke Houthavens brengt. Wie graag vooraf een hapje eet, boekt een lunch- of dinerarrangement (27 of 29,5 euro). Tijdens de pauze wordt een glas champagne en een 'huisgemaakt hapje' geserveerd voor 12,5 euro per persoon. Voor groepen en zakelijke gezelschappen zijn viparrangementen mogelijk. Voor 180 euro, exclusief btw, is er een diner met 'uitzicht op het IJ', zo staat op de website van Theater Amsterdam.

"Een beetje zoals Disneyland", reageerde Eva Schloss, stiefdochter van Otto Frank, in het tv-programma Nieuwsuur. De boottocht, de champagnebar, de 'party' achteraf, Schloss vond het "helemaal onmogelijk". Ted Musaph, een Nederlandse Joodse die het concentratiekamp waar Anne omkwam overleefde, formuleerde het nog scherper. "In Bergen-Belsen hadden wij nooit een gangenmenu. Er was überhaupt niks te vreten." Het uitzicht was ook "niet echt zo prachtig", zei Musaph nog.

Ook Ronald Leopold, voorzitter van de Anne Frank Stichting, deed een duit in het zakje. Zijn organisatie beheert het Achterhuis in Amsterdam, de plek waar de familie Frank twee jaar lang onderdook. Met 1,2 miljoen bezoekers per jaar is het huis van Anne Frank van economisch, toeristisch en pedagogisch belang voor de stad. Er is ook een restaurant. Een stukje appeltaart bij de koffie is nog iets anders dan een driegangenmenu, vond Leopold. Het toneelstuk, zo zei hij, "ademt ondernemen". En: "Dit strook niet met de herinnering aan Anne Frank."

Niemand weet hoe die herinnering er precies moet uitzien. Velen beweren de herinnering te bewaken. De stichting maakt er al jaren ruzie over met het Zwitserse fonds van vader Frank (zie kader). Een van de bestuursleden van het fonds noemt het Achterhuis in NRC Handelsblad 'Holocaust Tamagochi': 'Ze hebben van een Joods meisje een madonna gemaakt, een universeel icoon.'

Wereldtournee

Zelfs vader Frank, de enige in het gezin die de concentratiekampen overleefde, had twijfels. In de jaren zeventig schreef hij in een zoveelste uitgave van het dagboek van zijn dochter dat hun schuilplek 'een museum, noch een pelgrimsoord' mocht worden. In 1968 liet hij nog optekenen hoe tevreden hij was dat al meer dan honderdduizend mensen de plek bezochten. 'Voor sommigen is het een soort bedevaart om de kamers te zien waarin Anne haar dagboek heeft geschreven. Velen realiseren zich nu pas echt dat alles wat ze gelezen hadden, ook werkelijk gebeurd was.'

Dat is precies wat de organisatie achter het theaterstuk beoogt: een nieuw, jong en breed publiek informeren over de gruwel van de Holocaust. Er is fors geïnvesteerd, zeggen zij. Dus die kosten moeten terugverdiend, het volk gelokt. De initiatiefnemers achter Anne zijn opgeleid in de stal van de Nederlandse entertainmentkoning Joop Van den Ende, de helft van Endemol. Ze rekenen op een wereldtournee.

De Tweede Wereldoorlog is voor Nederland wat de Eerste voor ons land betekent, zegt Piet Chielens, directeur van het In Flanders Fields Museum in Ieper. Hij ziet met lede ogen aan hoe een lokale bierbrouwer de honderdjarige verjaardag van de Groote Oorlog aangrijpt om 'een minuut stilte' te vragen voor het ledigen van het bier. Hoe plaatselijke hoteliers kamers naar generaals vernoemen en cafés herinrichten, wereldoorlogstijl. Hij gruwt van die nostalgie naar "een goede oude tijd", zegt hij. "Het was een vreselijke periode. Mensen werden afgeslacht, sloegen op de vlucht en leden honger. Zo'n catastrofe mag nooit gekoppeld worden aan gezelligheid." Het museum hanteert als vuistregel: "Niks met eten, drinken of geurtjes." Er is wel een café. "Het bezoek wegspoelen met een glas bier of achteraf een kop koffie drinken, dat hoort tegenwoordig bij de beleving. Maar het aanbieden van pakketten en viparrangementen getuigt volgens mij niet van goede smaak."

Over het toneelstuk wil hij zich niet uitspreken, net zoals hij dat niet doet over de 14-18-uitvoering van Studio 100. "Ik heb ze niet gezien. Maar het kan, een goede uitvoering over de oorlog maken. Alleen rijst hier de vraag: wordt dit stuk gemaakt om zo veel mogelijk mensen iets duidelijk te maken over de oorlog, of is de oorlog een aanleiding om de zalen vol te laten lopen? Het thema ligt nu eenmaal goed in de markt."

Oorlog beperkt

Mechelen is in haar nopjes met het spektakel met de rollende tribune voor een 'bijna 360°-ervaring'. De stad biedt samen met Studio 100 rondleidingen aan, promoties voor hotels en oorlogsmenu's in de horeca. Op de site van Westtoer wordt reclame gemaakt voor wandel-, fiets-, auto- en heliroutes 'langs het front'. Het oorlogstoerisme wordt aangeprezen met slogans als 'de WOI-toppers van de Westhoek' en 'WOI must see's'.

Het is vaak aanvoelen wat wel of niet kan, zegt Herman Van Goethem. Hij is historicus en directeur van de Mechelse Kazerne Dossin, het doorgangskamp voor opgepakte Joden. De musical 14-18 noemt hij "rondhossen in uniform. Soms vraag ik mij af: waar gaat dit eigenlijk over." Oorlog beperkt de mogelijkheden voor marketing, zegt hij. "We gaan geen potloden met Davidsterren verkopen, of mokken met portretten van slachtoffers." Een aantal portretten is afgebeeld op vlaggen die voor het museum wapperen. "Ook daar is eerst over gepraat. Liever te terughoudend dan te voortvarend. Een voorstelling van Mahler hebben we toegestaan in ons gebouw. Maar Die Fledermaus, dat zou echt niet gaan."

Otto Frank maakte zich in de jaren zestig al zorgen om het commercieel belang van zijn dochter. De ironie wil dat de dagboeken die hij zelf besloot uit te brengen van Anne het merk maakten waar hij zo voor vreesde. Anne Frank is overigens door de stichting geregistreerd als merk. Dit, zo zegt de organisatie, om de naam te beschermen tegen misbruik.