Direct naar artikelinhoud

The good, the bad & de troostpillen

'Medicijnen kunnen net wel dat extra duwtje in de rug geven.' Zangeres Selah Sue is het niet eens met de groeiende kritiek op antidepressiva. Hoe zit het echt met de pillen die een miljoen Belgen slikt?

"Wat een geluk dat die pillen bestaan", getuigt Sanne Putseys (25), alias Selah Sue in Reyers Laat. Bij haar zit depressie in de genen en ze kampt al sinds haar pubertijd met de ziekte. "Antidepressiva helpen me om te zijn wie ik moet zijn, en zonder lukt het allemaal niet", zegt Putseys.

Daarmee reageert de artieste op recente reportages, boeken en berichten waarin grote vraagtekens worden geplaatst bij antidepressiva. "Ze werken niet beter dan een placebo". "Ze zijn verslavend". "Ze hebben nare bijwerkingen". "We weten niet eens hoe ze inwerken op onze hersenen". De kritiek weegt zwaar en daarom maakt tevreden ervaringsdeskundige Putseys er een punt van haar bekendheid in te zetten om aan te stippen dat antidepressiva net wel dat extra duwtje in de rug kunnen zijn.

Is zo'n demarche nodig? Specialisten zijn het niet op alle punten eens. "Van een stigma op antidepressiva zou ik niet spreken", zegt professor ethiek en medische filosofie Ignaas Devisch (UGent). "De laatste tijd worden er geregeld vraagtekens bij geplaatst. Dat is kritiek gebaseerd op onderzoek, zeker geen banvloek. Het is belangrijk alle mogelijke kennis te verzamelen over een type medicijnen dat een miljoen mensen neemt."

Paniekzaaierij

Psychiaters Stefan Claes (KUL) en Koen Demyttenaere (KUL) vinden wel dat het signaal van Putseys geen moment te vroeg komt. "Naar aanleiding van een eerdere Panoramareportage over de gevaren van antidepressiva waren er patiënten die plots bang werden en hun medicijnen niet meer willen nemen. Dat is heel nefast", zegt Demyttenaere. "Sommigen zitten heel diep maar zijn bang voor schadelijke effecten op de hersenen of voor verslaving. Maar daar is geen bewijs voor."

Zeker wie een ernstige depressie heeft, is volgens de experts gebaat bij pillen. Claes: "Net die mensen nemen die vaak niet en paniekzaaierij erover helpt echt niet. Omgekeerd stoppen we maar best te denken dat het middeltjes zijn om verdriet dat bij het leven hoort snel mee op te lossen."

De psychiaters benadrukken daarnaast dat vooral de pro-contradiscussie nu wel eens mag ophouden. "Dat is nu al jaren aan de gang", zegt Demyttenaere. "Het effect is niet alleen angst maar ook verwarring bij wie met medicatie gebaat zou zijn. Mensen besluiten dan maar dat wij het ook niet weten en raken het vertrouwen in de psychiatrie en de psychotherapie kwijt. Maar we weten wel hoe, wanneer en bij wie antidepressiva aangewezen zijn en werken."

Bij een derde van de mensen die de pillen slikt, werken ze bijvoorbeeld niet. Bij een derde zorgen ze voor een grote verbetering en bij een derde voor een milde verbetering, zo stipt Claes aan. "Daarmee scoren de medicijnen even goed als therapie." De keuze voor therapie of antidepressiva zou geen discussiepunt moeten zijn, zegt Demyttenaere. "Bij zware depressies moet je beginnen met medicijnen. Die mensen zitten te vast. Bij matige depressie kan je uitzoeken waaraan de patiënt de voorkeur geeft. Een combinatie is het best", zegt Demyttenaere.

Welles-nietes

Ook wat professor klinische psychologie Mattias Desmet (UGent) betreft mag het welles-nietesdebat stoppen. Maar om een andere reden. "Er is maar één zekerheid en dat is dat de wetenschap het ook niet weet", zegt Desmet. "Je valt werkelijk van je stoel wanneer je de enorme tegenstrijdigheden ziet in het onderzoek naar antidepressiva. We weten alleen dat ze bij sommige mensen zeer goed werken en bij anderen helemaal niet. That's it. Ik heb dan ook patiënten die erg goed geholpen zijn met de pillen, en anderen die er zeer slechte ervaringen mee hebben."

De idee dat mensen met een zware depressie de medicijnen nodig hebben en de groep met het huis-tuin-en keukenverdriet beter van de pillen blijft, is volgens Desmet eveneens hol. "Sommige zeer depressieve mensen worden beter van therapie en slechter van medicijnen. En omgekeerd. Ik heb een patiënt die 25 jaar lang onder druk van artsen pillen nam voor zeer zware depressie en die de indruk had dat de medicijnen het erger maakten. Niemand geloofde hem.Toen hij er toch mee stopte en in therapie ging, ging het wel veel beter.

"Omgekeerd zie ik bij patiënten met veel lichtere vormen van neerslachtigheid soms verbeteringen dankzij antidepressiva. Ook daar is het onderzoek helemaal niet zo eenduidig als sommigen beweren."

Dat hoeft volgens Desmet geen probleem te zijn. "Luister niet in de eerste plaats naar die onderzoeken, maar naar de persoon zelf", zo concludeert hij. "Is het iemand met een licht probleem die liever pillen wil? Als je die persoon degelijk informeert over de mogelijke nevenwerkingen en wetenschappelijke onzekerheid, dan kan je die pillen eventueel geven. Mensen hebben in principe altijd al, ook voor 'dagelijks' verdriet, naar chemie gegrepen. Wat denk je dat chocolade en pintjes doen? En omgekeerd, verplicht een zwaar depressief iemand niet medicijnen te slikken. Iedereen is anders en antidepressiva hebben bij iedereen een ander effect. Geen enkele wetenschapper kan beweren dat zwart op wit bewezen is dat jij aan de pillen moet omdat je 'zeer' depressief bent of dat je geen medicijnen mag omdat je 'licht' depressief bent."