Direct naar artikelinhoud

Poetin aast op Oekraïense wapenkennis

Supermacht Rusland is op cruciaal militair terrein afhankelijk van het kleine Oekraïne. Met een interventie kan Moskou dat op een goedkope en snelle manier ongedaan maken.

's Werelds grootste en zwaarste kernraket ooit gebouwd, de Russische SS-18, wordt onderhouden door het Oost-Oekraïense Joesjmasj. Een van Ruslands belangrijkste raketten voor luchtgevechten, de R-27, wordt geproduceerd door Artem in Oekraïne.

Ook voor veel transportvliegtuigen en gevechtshelikopters, zoals de Ka-52 'Alligator', is de krijgsmacht van supermacht Rusland afhankelijk van het kleine buurland. De motoren worden gemaakt en onderhouden in de fabrieken van Motor Sich, ook in Oost-Oekraïne.

Kiev is voor tal van zaken, zoals gas, afhankelijk van Rusland. Maar wat in het Westen weinig bekend is, is dat voor een aantal cruciale onderdelen van het Russische wapenarsenaal het omgekeerde geldt. Maar liefst 81 procent van Ruslands nucleaire langeafstandsraketten zou niet inzetbaar zijn zonder de Oekraïense expertise.

"Een derde van de Oekraïense militaire export naar Rusland is uniek", constateerde het Londense Royal United Services Institute eerder deze maand in een analyse van de defensierelatie tussen beide landen. "Het kan niet direct vervangen worden door productie in Rusland."

De militaire afhankelijkheid van Oekraïne, een erfenis van de ineenstorting van de Sovjet-Unie, speelt ongetwijfeld een rol bij de Russische besluitvorming om in te grijpen in Oost-Oekraïne. Met name voor het onderhoud en de modernisering van het strategische raketarsenaal, moet Moskou vertrouwen op de Oekraïense deskundigheid.

Kopzorgen bij Poetin

Bij een interventie in Oost-Oekraïne komt een groot deel van de betrokken wapenfabrieken in handen van Moskou. Maar de afhankelijkheid kan president Poetin, aldus de twee deskundigen, ook manen tot voorzichtigheid en te streven naar een vreedzame oplossing.

De afhankelijkheid van geavanceerde Oekraïense rakettechnologie, 23 jaar na de Sovjet-instorting, moet Poetin deze dagen enorme kopzorgen geven. Na 1991 stond een van de belangrijkste Sovjet-instituten voor het ontwerpen van langeafstandsraketten, Joesjnoje, plotseling in de onafhankelijke republiek Oekraïne. "Alleen een handvol Amerikaanse en Russische centra kan zich meten met hun expertise", zegt de Amerikaanse denktank Nuclear Threat Initiative (NTI) over Joesjnoje.

Belangrijke intercontinentale raketten, zoals de SS-18, werden geproduceerd in de Joesjmasj-fabriek in het oostelijke Dnepropetrovsk. Poetin sloot nog in 2008 een overeenkomst met Kiev om de levensduur van deze kernraket te verlengen tot na 2020. Rusland heeft nog 46 van deze raketten, op een totaal van 311 strategische raketten.

Bij een aanval op de VS kan één SS-18, die tien kernwapens vervoert en van de NAVO de bijnaam 'Satan' kreeg, meerdere doelen tegelijk verwoesten. Maar ook voor andere atoomraketten kan Rusland niet zonder Oekraïne. De SS-19 en de SS-25 vliegen, net als de SS-18, met navigatiesystemen van Khartron in Charkov.

Op de website van Motor Sich somt het bedrijf trots de talloze Russische helikopters en transportvliegtuigen op die vliegen met hun motoren. In totaal gaat het om zeven militaire helikopters, waaronder de Mil Mi-28 antitankheli en de transporthelikopter Mil Mi-17.

Zonder de motoren van Motor Sich, zou de Russische luchtmacht cruciale operaties niet kunnen uitvoeren. Zoals de ondersteuning van gevechtseenheden, onder andere met luchtsteun. Maar ook de bevoorrading en de verplaatsing van troepen is kwetsbaar. Een van de grootste transporttoestellen van de Russen, de Antonov-124 Ruslan,wordt samen met Oekraïne geproduceerd en gemoderniseerd.

Sancties zijn er al

Moskou heeft diverse malen laten weten de afhankelijkheid van Oekraïne te willen verminderen. Maar het is een heidens karwei. "We kunnen volledig onafhankelijk zijn van de Oekraïeners", zei vicepremier Sergei Ivanov in 2009, "als we de hele strategische raketmacht en de luchtmacht voorzien van eigen wapens." Zo'n operatie zou echter vele miljarden gaan kosten en veel tijd in beslag nemen, als het al haalbaar is.

Een goedkoper, sneller en aantrekkelijker alternatief biedt zich echter nu onverwacht aan met een interventie in Oost-Oekraïne. "Moskou heeft met de Krim-inname al veel grenzen overschreden", zegt Igor Soetjagin, een Russische deskundige internationale betrekkingen, verbonden aan het Londense defensie-instituut. "Wellicht is de Russische gedachtegang nu dat het overschrijden van opnieuw een rode lijn niet veel meer zal uitmaken. Sancties zijn er immers al en zullen niet verdwijnen.Waarom dan niet nog meer bereiken door gewoon door te gaan?"