Direct naar artikelinhoud

Stevig steuntje voor bedrijven

Een afschaffing van tal van aftrekposten en de verhoging naar 30 procent van de roerende voorheffing op dividenden. Zo denkt minister Johan Van Overtveldt (N-VA) de verlaging van de vennootschapsbelasting naar 20 procent te financieren. Maar gaan CD&V en MR mee in zijn plan?

De hervorming van de vennootschapsbelasting moet hét project van Johan Van Overtveldt worden tijdens deze regeerperiode. Alle partijen hebben zich ondertussen achter het idee geschaard, maar de afgelopen dagen duiken steeds meer vragen op over hoe hij die hervorming wil financieren en of ze wel betaalbaar is.

Het Laatste Nieuws kon gisteren de hand leggen op een onderhandelingsnota waarmee de minister al enkele weken de temperatuur meet bij coalitiepartners en ondernemersorganisaties. De inhoud is geen afgewerkt voorstel, maar geeft een beeld van de krijtlijnen waarbinnen hij werkt.

1. Waarom een hervorming?

Het Belgische systeem, waarbij een hoog tarief gepaard gaat met een breed gamma aan gerichte aftrekposten, is niet meer van deze tijd volgens de N-VA'er. De Europese Commissie valt steeds meer fiscale deals aan omdat ze lijken op verkapte staatssteun. Daardoor blijft ons land achter met in de perceptie een hoog tarief, wat nadelig is voor het aantrekken van buitenlandse investeringen.

2. Hoe ziet minister Van Overtveldt het?

De N-VA'er stapt af van zijn eerdere idee om bedrijven de keuze te laten tussen een hoog tarief mét en een laag tarief zonder aftrekken. Tegen 2020 wil hij evolueren naar een uniek tarief van 20 procent voor alle bedrijven. Dat wil zeggen dat het huidige duale tarief wordt afgeschaft. Nu staat de vennootschapsbelasting op 33,99 procent, maar voor inkomsten tot 25.000 euro geldt een tarief van 24 procent. De verlaging gebeurt stapsgewijs, kmo's worden het snelst bediend. In één beweging worden ook de algemene crisisbelasting, de fairnesstaks en een taks op holdings uitgedoofd.

3. Wie gaat dat betalen?

Van Overtveldt blijft erbij dat de hervorming budgetneutraal is. Hij wil de vereenvoudiging vooral financieren door het mes te zetten in het woud aan aftrekposten. Niet de kleintjes, zoals firmawagens en restaurantbezoek, maar de grote kleppers. Zo verdwijnt volgens de nota de notionele intrestaftrek. Voorts wordt gedacht aan het uitdoven van de investeringsaftrek, het inperken van de intrestaftrek op vreemd vermogen, een beperking van de overdracht van verliezen en de afschaffing van degressieve afschrijvingen. Blijven bestaan: octrooiaftrek en taxshelter voor de audiovisuele sector.

Maar daar blijft het niet bij. De meest opvallende maatregel is een verhoging van de roerende voorheffing op dividenden van 27 naar 30 procent tegen 2020. Dat lijkt een beperkte stijging, maar amper vijf jaar geleden stond die taks maar op 15 procent.

4. Wat zijn de voordelen?

Voor bedrijven is het duidelijk: een flinke vereenvoudiging en meer rechtszekerheid. Maar wat met de dividendhouders? Voor de bedrijfsleiders die zichzelf in dividenden uitbetalen, is er geen probleem. De verlaging van de vennootschapsbelasting weegt zwaarder door.

Voor de particuliere belegger ligt dat al anders. Gezinnen met een stapeltje aandelen worden nog maar eens geconfronteerd met een hogere taks. De filosofie is echter dat die uitgevlakt wordt doordat bedrijven zullen opteren om een hoger dividend uit te keren als ze minder vennootschapsbelasting betalen. Maar wat dan met houders van buitenlandse aandelen? En wordt de roerende voorheffing zo geen complex web, met een tarief van 30 procent op dividenden en 27 op andere spaarproducten?

5. Wat is de haalbaarheid?

Bij N-VA valt te horen dat het luik roerende voorheffing het minst zeker is. Het ligt dan ook zeer gevoelig. In principe zou je denken dat dit voor CD&V geschikt is, gezien het om een belastingverhoging op vermogenswinst gaat. Maar gaat de ACW-vleugel daar wel in mee? Die hamert erop dat de rijken de crisis moeten betalen, niet dat kleine beleggers moeten bijdragen om bedrijven een duw in de rug te geven.

De kans is dus groot dat CD&V blijft hameren op een echte meerwaardebelasting. N-VA lijkt daarvoor de deur niet helemaal dicht te slaan. Maar Open Vld blijft zich daar hoe dan ook tegen verzetten, omdat het ingaat tegen het stimuleren van investeringen. Mogelijks kunnen de liberalen nog worden gepaaid met een verlaging van de personenbelasting, maar waar vindt men het geld als er ook al een gat van 2,4 miljard in de begroting moet worden gedicht? Conclusie: er moet nog veel gebeuren eer Michel I een nieuwe fiscale hervorming afklopt.