Direct naar artikelinhoud

Geachte heer Opbrouck, Beste Wim,

Het was de voorbije weken haast onmogelijk om naast je volumineuze karakterkop te kijken. Hij achtervolgde me overal. Nu eens vriendelijk, dan weer dreigend, staarde hij me aan vanop paginagrote advertenties, of hij vertelde me veel meer dan ik weten wilde in een niet te stuiten lawine aan interviews. Het begon me op den duur zelfs een beetje te storen hoe je als een soort artistieke sandwichman zieltjes moest winnen voor weer een binnen 'historische krijtlijnen' kleurende 'prestigieuze' fictiereeks. Jij alomtegenwoordig als de geroutineerde talkshowgast. De bekoorlijke debutante Lize Feryn als het nieuwste voorwerp van verlangen uitgebreid aangeprezen in fraaie fotoshoots. Beter zo dan omgekeerd.

Maar toch. Het was al In Vlaamse velden wat de klok sloeg. Vluchten kon niet meer. Ook al omdat het gilde der omroepsters van hogerhand duidelijk de opdracht had meegekregen om tot in den treure de talloze verdiensten van dit als episch omschreven oorlogsdrama in de verf te zetten. Die lange promotionele aanloop deed me met enige argwaan terugdenken aan de barnumcampagne voor de komische verkleedpartij Albert II waarin, het dient gezegd, jij als verpersoonlijking van Jean-Luc Dehaene het enige lichtpuntje was.

Ik was dus geenszins van plan me nog eens appelen voor citroenen te laten verkopen. Al begreep ik die hele opgeklopte hype ook wel een beetje. Mislukken kon immers geen optie zijn voor de naar verluidt duurste reeks uit de vaderlandse televisiegeschiedenis die zonder enige vorm van proces al tot succes veroordeeld werd. Maar omdat the proof of the pudding onherroepelijk in the eating blijft liggen, was ik vooral blij dat het eindelijk zondagavond werd. Dan kon ik samen met kijkend Vlaanderen tenminste zelf het veelbesproken Gentse doktersgezin Boesman ontdekken dat zich met vallen en opstaan doorheen de Eerste Wereldbrand probeerde te worstelen.

Het werd een aangename kennismaking met mensen van vlees en bloed en een ijzersterke serie die me meteen meezoog in de oorlogswaanzin van een eeuw geleden.

Ik keek, stelde vast dat het goed was en vroeg me nog maar eens af hoe het moet voelen om een topacteur te zijn. Zo'n in ontelbare deeltjes gespleten persoonlijkheid. In staat om naadloos en geloofwaardig van het ene personage in het andere te stappen en elke herinnering aan zichzelf uit te wissen. Vol bewondering zag ik hoe je deze keer aan de realiteit van jezelf ontsnapte door in de huid te kruipen van de weelderig bebaarde gynaecoloog Philippe Boesman. Ineens was van Wim Opbrouck geen sprake meer. Opgelost als hij was in een getormenteerde, naïeve idealist aan het hoofd van een door de oorlog aan stukken gereten gezin.

Terwijl ik je op overtuigende wijze aan een zoveelste alter ego gestalte zag geven, overviel me het pijnlijke besef dat ik je nooit geschreven heb. Een monumentale flater die, je moet me geloven, eerder aan onachtzaamheid dan aan opzet te wijten was. Mijn verontschuldigingen, Wim. Want voor mij behoor je al vele jaren tot de hele groten. Een letterlijk en figuurlijk schermvullende persoonlijkheid die me, rauw, grappig of ontroerend, talloze onvergetelijke tv-uren heeft geschonken. Een beest van een performer. Jarenlang excellerend bij toneelgezelschappen voor de meerwaardezoeker als De Blauwe Maandag Compagnie en het Toneelhuis. Een theateracteur die - "dit is nooit werken, altijd spelen" - pas echt tot leven komt op de planken en in staat is om dankzij zijn onvoorwaardelijke overgave zelfs van een matig stuk nog de moeite waard te maken. Ook bij het NTGent trouw gebleven aan zijn grote liefde en gedreven genoeg om zijn passie niet in een directiefunctie te laten smoren. Zo'n twintig jaar geleden ook door de camera ontdekt om zowel op scherm als witte doek uit te groeien tot een niet meer weg te denken vaste waarde.

Ik zag je voor het eerst als dronken student in Ad Fundum en, alle begin is moeilijk, als explosievenspecialist 'semtex' in de veredelde soap Wittekerke waar je samen met je moordlustig maatje Koen De Bouw dood en verderf zaaide in het ooit zo vredige kuststadje. Simpele vingeroefeningen slechts als eerste bouwstenen van een indrukwekkend oeuvre waarin zowel lach als traan een plaats kregen.

Samen met Michiel Hendryckx en Jean Blaute als oudere jongere per motor door Europa cruisend in De bende van Wim. De empathische interviewer die in aanloop naar Valentijn bejaarde dames uithoorde over hun liefdesleven. Of de vertolker van een schier eindeloze reeks typetjes die op de rand van de karikatuur balanceerden. Als lid van het taboedoorbrekende In de gloria-collectief onsterfelijk geworden als 'de mediawatcher', de zielige Koen Crucke-imitator, de met een 'Prins Albert' gepiercete seksfanaat of de ondertitelde Gerrit Callewaert uit Bavikhove.

En dan heb ik het nog niet eens over de unieke Frankie Loosveld uit Het eiland, het door jou tot vaste spreektaal gepromoveerde keerekeerwere of je 'serieuze' rollen in Matroesjka's, De ronde, of Salamander. Stuk voor stuk staan ze in mijn memorie gegrift, Wim, en nog steeds bewijzen ze, meer dan eender welke pil, hun dienst als wondermiddel tegen een slecht humeur.

Jij kent mij niet. Ik jou wel. Vele jaren geleden vrolijkte je met De Dolfijntjes het personeelsfeest op van deze krant. Ook muzikaal haalde je toen het onderste uit de kan en dus werd het mede door je stentorstem en virtuositeit op de 'trekzak' een nacht om nooit te vergeten.

Ik meen me nog te herinneren dat we elkander al plassend goedkeurend hebben toegegromd en dat we, toen het bijna licht werd, nog enkele 'laatste' pinten hebben gedronken. Een gezellige dikkerd vol zang, dans en een stuk toneel die zelfs de grootste zuurpruim goedgezind kon maken. Ik wankelde fluitend naar huis, denkend aan die ontwapenende teddybeer met hoog knuffelgehalte en aanstekelijk enthousiasme.

Misschien, al weet je het met geboren acteurs natuurlijk nooit zeker, heb ik toen wel even de échte Wim Opbrouck ontmoet. Een levensgenieter pur sang die zijn dark side moeiteloos de baas kan omdat hij zich in alle omstandigheden volledig durft te 'smijten'.

Ik hoop van harte dat je dat nog lang mag blijven doen en kijk vol verwachting uit naar zowel het vervolg van In Vlaamse velden, je rol in de op stapel staande Witse-film als de talloze andere projecten die zich in je hoofd verdringen.

Bij deze beloof ik plechtig regelmatig naar een voorstelling in het Gentse 'huis der spelers' te komen kijken. Niet louter for ol' times sake, maar omdat ik je graag in volle, ongebreidelde actie bezig zie en stiekem hoop op een herhaling van die fijne afterparty van toen.