Direct naar artikelinhoud

Elvis Costello's levensloop in lyrics

'Spreken over muziek is als dansen op architectuur.' Dat moet de bekendste uitspraak van Elvis Costello zijn. Aan de hand van zijn eigen favoriete songteksten, valt evenwel best een beeld te boetseren van de Engelse songschrijver. Vanavond staat hij in een uitverkochte Elisabethzaal.

I'm not going to get too sentimental like those other sticky valentines"

(uit 'Alison' - 1978)

Costello's eerste twee platen dreven op het ritme van de achtersteegjes. Punk en new wave kenden op dat ogenblik hun hoogtepunt, en Costello ging op My Aim Is True en This Year's Model graag mee in de rol van angry young man. "Mijn enige drijfveren zijn wraak en schuld", pochte hij in een NME-interview uit '77. "Dat zijn ook de enige gevoelens die ik ken. Liefde? Ik weet niet wat het betekent, en ze bestaat niet in mijn songs."

Op dat ogenblik paste die stelling perfect in de context van een sociaal verscheurd Engeland. De eerste Costello-platen baden ook in een vergevorderd pessimisme, waarin de welvaartsmaatschappij uitsluitend dient als broeihaard voor machtswellustelingen. De songschrijver voegde overigens de daad bij het woord door het Thatcher-regime in te ruilen voor een verblijfsvergunning in Amerika.

Toch zou Costello - geboren als Declan MacManus - na de punkperiode deels op zijn antiliefdesbetoog moeten terugkomen. Geen wonder: hij was te gevoelig om een anarchist te zijn, te veel Buddy Holly om een Sex Pistol te worden, en te belezen om op de barricades te springen. "De kans dat hij eerder Bob Dylan achterna gaat dan Sid Vicious is groot", voorspelde Rolling Stone. Gelijk hadden ze.

And so it seems I've always been last to know / To hold on to that girl, I had to let her go"

(uit 'Baby Plays Around' - 1989)

Liefde en Costello kunnen zelden samen door één deur. Dat bewees hij met zijn grootste hit 'I Want You' al uitvoerig, een song die uitgegroeid is tot een onwaarschijnlijke én pijnlijke klassieker bij openingsdansen op trouwpartijen. Meestal worden zijn liedjes bevolkt door schlemielige protagonisten, die tegen beter weten in misleid worden door manipulatieve krengen of charmante gluiperds. Vanaf Imperial Bedroom (1982) spitste Costello zich toe op de treurnis die verlatenheid met zich meebracht.

In het echte leven heeft MacManus evenwel het gezinsgeluk gevonden. Al moest hij daar drie keer voor trouwen: met zijn eerste vrouw heeft hij één zoon, daarna huwde hij de bassiste van The Pogues en sinds mei 2003 is hij samen met jazzpianiste Diana Krall. De geboorte van een tweeling noopte hem zowaar tot een zeldzame vreugdekreet: "Ik ben absoluut onbeschaamd gelukkig."

Sobriety is a jewel that I do much adore / And therefore keep me dancing while drunkards lie and snore

(uit 'A Drunken Man's Praise of Sobriety' door W.B. Yeats & Elvis Costello - 1994)

In '78 zorgt alcohol ervoor dat Costello's carrière bijna de dieperik in gaat. Zijn grootverbruik van gin-tonic brengt hem in nauwe schoentjes, als hij in een discussie verwikkeld raakt met de Stephen Stills Band. Daarin noemt hij James Brown "een domme nikker", en Ray Charles "een blinde, domme nikker". De Stills Band lekt de dronkenmanspraat aan de pers, en voor Costello het beseft, wordt hij aan het kruis genageld.

Later zegt hij dat de uitspraak enkel bedoeld was om het gezelschap te choqueren. Het gevolg is niettemin een spectaculair gekelderde platenverkoop: tegen '81 werd Costello overal persona non grata. "Mijn vijf dagen roem waren op", zei hij onlangs daarover. "Die uitspraak is altijd mijn carrière blijven overschaduwen. Op dat ogenblik had ik slechts een deprimerende toekomst in het verschiet."

Costello renoveert zijn carrière gelukkig door het gelauwerde debuut van The Specials te producen en nauw samen te werken met de Britse campagne Rock Against Racism. Met de songregel "dirty words for dirty minds in a toilet town" in 'Two Little Hitlers' maakt hij zijn ware standpunt jaren later nog eens duidelijk.

There's a doctor and a lawyer and a business executive / And they're all made out of ticky-tacky / And they all look just the same

(uit 'Little Boxes' - 2006)

De haat die Costello voelt voor de muziekbusiness is immens. "De commerciële radiozenders zijn in handen van één of twee bedrijven, die niets met muziek te maken hebben. Het draait om reclame. Maak jezelf dus niets wijs. Als je muziek wilt horen, koop dan een gitaar."

Anderzijds heeft Costello de hitparade nooit geschuwd. Aan de BBC vertelde hij ooit dat liedjes schrijven voor het collectief geheugen een ware roeping was. "Waarom songs schrijven die niemand wil horen?" Tegelijk speelt Costello graag met de tegenstelling tussen frivole melodietjes en gitzwarte teksten. Zo werd de pianoriff van 'Oliver's Army' ingegeven door 'Dancin' Queen' van ABBA. En in 'Tramp the Dirt Down' wordt Engeland gedegradeerd tot "de hoer van de wereld" op de vertraagde melodie van Stevie Wonders 'Isn't She Lovely'. "Waarom zou ik mijn neus ophalen voor hitparadepop?", verdedigde hij zich nadien. Geen wonder dat hij na de punk ook de bluegrass, country, opera en alle segmenten van folk verkende. "Ik graas alle genres af."