Direct naar artikelinhoud

Aziatische tijgers klauwen weer

Terwijl de eurozone in een grote crisis is beland, worden opkomende economieën als China en India van dag tot dag belangrijker als beleggersoorden. Hoe kun je daar als Belgische spaarder een graantje van meepikken?

Beurstip van de week

Beleggen in Azië

Tip één: ga niet onbesuisd te werk en beleg niet meteen in individuele Aziatische aandelen. Vooraleer ons daarop te werpen, proberen we best eerst een voorzichtige stap te zetten via obligaties of beleggingsfondsen.

Er zijn goede argumenten om onze zuurverdiende centen te beleggen aan de andere kant van de wereld. Een eerste belangrijke reden is de fundamenteel betere gang van zaken in de meeste Aziatische landen, zowel op economisch als financieel vlak. De impact van de financiële crisis op de lokale bankinstellingen was klein.

Daarnaast wordt de binnenlandse groei er ondersteund door een jongere bevolking en een toenemende welvaart. De financiële structuur van de bedrijven is er het voorbije decennium gevoelig op vooruit gegaan, na de Aziatische financiële crisis midden jaren 90. Ook niet onbelangrijk: de Aziatische centrale banken hebben de voorbije jaren meer ervaring opgedaan, zitten op een hoge berg valutareserves en weten intussen hoe met inflatie, tekorten en zeepbellen om te gaan. Ook de lokale overheden zijn er op vooruit gegaan op het vlak van fiscale, handels- en economische politiek.

Globaal genomen mogen we stellen dat de Aziatische groeilanden sterker uit de financiële crisis gekomen zijn dan de westerse ontwikkelde landen. Dat blijkt ook uit analyses van het IMF, dat berekende dat de staatsschuld als percentage van het bnp bij groeilanden in 2009 ongeveer 40 procent bedroeg terwijl dat bij de mature landen richting 100 procent evolueerde.

Rest nog de vraag of de obligatierendementen er aantrekkelijk genoeg zijn om de stap te zetten. Het antwoord is positief. In de regio betalen heel wat landen rendementen tussen 5 en 10 procent op hun staatsleningen, is het niet in dollar, dan wel in lokale munt. Zo betaalt India, toch niet het eerste het beste land, iets meer dan 8 procent op zijn 10-jarige obligaties in lokale munt. En de grote lokale bedrijven moeten bovenop die rendementen van staatsobligaties nog een premie betalen.

Beleggen in obligaties in Azië via een beleggingsfonds kan op twee manieren: ofwel kopen we een fonds dat belegt in obligaties van Aziaten in dollar, ofwel kopen we een fonds dat obligaties in lokale munt van die spelers koopt. In het eerste geval lopen we een wisselkoersrisico op de dollar, niets dramatisch voor beleggers die weinig of niet belegd zijn in die munt. In het tweede geval lopen we ook een wisselkoersrisico, maar door te beleggen in een beleggingsfonds wordt dat risico goed gespreid.

Maar er is niet alleen het risico, er is ook het opwaartse potentieel. Door hun goede economische prestatie is de kans meer dan reëel dat een aantal Aziatische munten in waarde zal stijgen. Het beste voorbeeld is de Chinese yuan, die door de Chinese overheid kunstmatig laag gehouden wordt, maar vroeg of laat toch zal moeten revalueren.

Naast het hogere lopende rendement en het eventuele potentieel uit wisselkoerswinsten is er ook een meerwaarde mogelijk door een stijging van de obligatiekoersen. Het is immers niet uitgesloten dat de kredietwaardigheid van de opkomende economieën zal verbeteren en de risicopremie zal verkleinen, waardoor de vraag naar zulke obligaties zal stijgen.

Beleggingsfondsen die op opkomende economieën inspelen

Schroder ISF Asian Bond, Schroder ISF Emerging Markets Debts en BlackRock Asian Tiger Bond Fund (hebben Aziatische focus).

KBC Bonds Emerging Markets, Dexia Bond Emerging Markets en BlackRock Emerging Markets Debt Fund (zijn meer op Latijns-Amerika gericht).