Direct naar artikelinhoud

Zelfgemaakt en verslavend leuk

'Een mens kijkt bij zijn dood terug op een zelfgemaakt leven. Mooi, slordig, wrak, rampzalig, maar zelfgemaakt.' Zo zouden we het motto kunnen samenvatten van D. Hooijer.

Het is ook de aanhef van 'Sleur is een roofdier' uit de gelijknamige bundel van Hooijer, waarvoor ze de Libris Literatuurprijs kreeg. Afgelopen jaar overleed de schrijfster, maar vanaf haar debuut Kruik en kling in 2001 tot aan haar dood vergrootte ze haar zelfgemaakte leven met haar personages. Ze schreef in totaal drie verhalenbundels en drie romans, inclusief het postuum verschenen Berichten van een zakenman.

Krachttraining

Het kantelpunt in bovenstaand citaat is het woordje 'maar'. Dat duidt op eigen toedoen. Je doet het leven jezelf aan, zegt het verwijtend en troostend tegelijk. Zo denken de meeste personages van Hooijer erover. Vandaar dat er zelfmoordenaars in het werk van Hooijer rondlopen, en dat er doden vallen. In Berichten van een zakenman verlost een verzorgster een oude In- donesiër uit zijn lijden. Het is een zelfverkozen dood, maar de verzorgster moest er voor op krachttraining. Alleen zo kon zij het kussen op zijn gezicht gedrukt houden. Het toont Hooijers meesterlijke doe-maar-gewoon-ironie. Verhe-ven idealen botsen immer op de weerbarstige realiteit, die zich aan de mens niets gelegen laat liggen. Het doden is daarom geen probleem, het probleem is fysieke kracht. Kracht is iets waarnaar haar personages verlangen. Ze zijn te laconiek. Ze flappen er daardoor van alles uit, zoals in 'Catwalk': "Vreemd, Peet, ik heb zo vaak gewenst dat je me om vergeving zou vragen en nu het zover is, vind ik er niets meer aan."

Hooijer brengt het licht krankzinnige en sociaal onaangepaste zo luchtig dat het vanzelfsprekend wordt en dat is precies het verontrustende aan haar werk. Hooijer sluipt als een poes door het gras op haar prooi af: behoedzaam en met een sardonische, geserreerde grijns. Want zo gaat dat nou eenmaal: katten vangen vogeltjes.

In Berichten van een zakenman vindt de veertiger Peter, homo, dat hij sadistischer moet zijn om degene op wie hij verliefd is te imponeren. "Ik zal pittig worden en vals", zo meent hij terwijl hij zich een handleiding over sadisme inprent en zweepjes hanteert. Tiranniek zijn lijkt woestaantrekkelijk: "Tirannen schamen zich nergens voor. Kijk naar hun staatsieportretten, ze zeggen woordeloos: 'Ik heb gemoord en ge- stolen en dat was terecht.'" Maar Peter blijft zich een weerloos bot voelen waaraan een dier kluift.

Peter neemt twee daklozen en hun valse hond in huis en gaat van ze houden. Zoals in al Hooijers werk creëert de nabijheid van een surrogaatfamilie een prettige geborgenheid. Haar proza krijgt zo iets dorps - een compliment. Ze maakt haar personages tot buren, mensen die je groet op straat en van wie je een paar geheimpjes kent. Je kunt in Hooijers werk wonen.

Hooijer schrijft intiem, haar personages verbergen niets. Ze richt zich op hun kleine gebreken in plaats van op grote thema's als cultuurpessimisme ('Goede hersens hebben, elke minuut van de dag, en daarom een ander dom vinden, en alles zittend achter een glaasje wijn') of geloof. Want ach, problemen komen altijd op hetzelfde neer: 'het is te veel of te weinig'. Dat klinkt wat vlak en soms is het dat ook, al heeft Hooijer de spanningsboog in haar romans op- gevoerd. Maar doordat haar stijl zo gevat en origineel is en haar empathie voor falen zo groot, heeft ze amper plot of thema nodig om een grote indruk na te laten. Zelfgemaakt en verslavend leuk.

D. Hooijer, Berichten van een zakenman, Van Oorschot, 280 p., 18,50 euro.