Direct naar artikelinhoud

Beelden en metaforen

Steeds meer jazzmuzikanten spelen muziek bij beelden, of het nu films zijn, found footage of stripverhalen. Jazz en beeld, het lijkt een duurzaam huwelijk te worden. Geen wonder voor een muziek die makkelijk tot metaforen inspireert en zich aan beelden laaft.

Deze week brengt het Brussels Jazz Orchestra opnieuw haar programma Graphicology, een samenwerking met graphicnovelist Philip Paquet. Dat gebeurt op het introductiefeestje van het toekomstige Red Star Line Museum. Het programma is voor de gelegenheid herdoopt tot 'New York, City of Jazz' en wil de sfeer van het begin van de twintigste eeuw evoceren, de hoogdagen van de rederij Red Star Line. Neem dat met wat goodwill, want Graphicology draait in beeld en muziek eigenlijk rond de jaren dertig en veertig. Belangrijk is wel de toevoeging van de kortfilm Liberty (1929) van Laurel en Hardy, op muziek gezet door Bert Joris. Dat wordt twintig minuten lachen geblazen, want het is een van de leukste prenten van het komische duo, waarvan de helft zich afspeelt bovenop een wolkenkrabber in aanbouw. Evenwicht houden is er de boodschap, zeker als je een krab in de broek hebt zitten. Benieuwd welke wolfsklemmen Joris in de muziek stak en of het BJO wel overeind blijft.

Overrompelend

Geen krabben of wolfsklemmen in de muziek van de pianisten Benoit Delbecq en Fred Hersch, zij bedienen zich van een andere metafoor om hun dubbeltrio te introduceren. Het project heet Fun House en knipoogt naar de iconische spiegelpaleizen in The Lady from Shanghai (Orson Welles) en de hommage/parodie Manhattan Murder Mystery (Woody Allen), waar niet alleen beelden maar ook woorden worden gespiegeld en weerkaatst. Let wel: het wordt een puur muzikaal concert, er wordt geen film vertoond. Het dubbeltrio zelf is een formule die herinnert aan het roemruchte dubbelkwartet van Ornette Coleman en de elpee Free Jazz, met in de binnenflap het overrompelende schilderij The White Light van Jackson Pollock. Die opname was destijds, in 1961, echt een sprong in het duister, met minimaal compositorisch materiaal en maximaal risico, of zoals criticus Robert Palmer schreef: "a high-wire act without a net". Delbecq en Hersch komen beter voorbereid aan de start. Ook steunen ze op intussen een halve eeuw ervaring met geïmproviseerde muziek. Het zijn ook geen doetjes die meedoen: Jean-Jacques Avenel en Mark Helias op bas en Gerry Hemingway en Steve Argüelles op percussie en elektronica. Ook hier is evenwicht houden de boodschap.

Benoit Delbecq & Fred Hersch Double Trio, 4 mei in Antwerpen (www.desingel.be) Brussels Jazz Orchestra, 5 mei in Antwerpen (www.redstarline.be)