Direct naar artikelinhoud

Toon je hart in Cambodja

Als je de juiste adressen kent, kun je in Cambodja genieten van een luxehotel en er tegelijk op vertrouwen dat je euro's terechtkomen bij de allerarmsten.

Wat? Heeft de baas dat gezegd?" Sen grijnst zijn breedste glimlach. De hotelmanager heeft gezegd dat Sen het goed doet in de bar bij het zwembad. Veel beter dan drie jaar geleden, toen hij nog schrok van al die talen die de toeristen op het terras spraken en hij wel eens de verkeerde drankjes mixte.

Somrors Vann Sen (28) oogt als een zorgeloze tiener, maar dat is hij niet. Van de pakweg 200 dollar die hij maandelijks in hotel Shinta Mani in Siem Reap verdient, drie keer het modale salaris, zet hij een deel opzij voor zijn jongere broer Kasy, met wie hij samenwoont in een kamer. Sen wil dat zijn broertje toerisme gaat studeren aan de universiteit: "Daarna ben ik weer aan de beurt." Vaak stuurt hij ook nog wat geld naar zijn gepensioneerde vader. Moeder is twee jaar geleden overleden, slechts 52 jaar. Foutje van het ziekenhuis: ze hadden haar de verkeerde medicijnen toegediend.

Cambodja; even doorvragen en je stuit weer op een bewogen geschiedenis. Het kleeft aan het land dat in de jaren zeventig is kapotgemaakt door dictator Pol Pot en de Rode Khmer, en dat ook nog een oorlog met Vietnam moest doorstaan. Maar Sen mag nog van geluk spreken. Hij zegt het ook zelf: "Ik ken zo veel kinderen en jongeren die niets hebben en op straat moeten overleven. En kijk mij. In een luxehotel. Ha. Dankzij de baas. Ik kan het niet geloven." Sen heeft de middelbare school afgemaakt. Hij kreeg een opleiding in hotel Shinta Mani en heeft er nu een baan. Sen kan soms met zijn vrienden een paar Angkors drinken. Niet in het dure boetiekhotel zelf natuurlijk, waar hij de biertjes schenkt voor 3,50 dollar (3,20 euro), maar in een barretje waar je voor dat bedrag zeven flesjes kunt krijgen. En dan komt er nog karaoke bij ook.

De 'baas', de Nederlandse manager Christian de Boer, krijgt wel eens de vraag van gasten hoe ze kunnen vermijden dat ze al te veel armoede zien als ze de stad Siem Reap in gaan. Het moet wel vakantie blijven, zeggen ze dan; ze willen de beroemde Angkor Wat-tempels bekijken en dan weer met een drankje neerstrijken naast de ventilator in de lounge. De Boer kan niets met dergelijke stupiditeit: "Dit is Cambodja. Je moet juist hierheen om het land en de mensen een handje te helpen."

Nieuw Thailand

Wie naar Cambodja gaat, in potentie 'het nieuwe Thailand', zal zeker armoede zien. En mensen tegenkomen die je niet verstaan. En kinderen moeten teleurstellen die blijven aandringen met sleutelhangers en ansichtkaarten bij de tempels, in 'Pub Street' in het centrum van Siem Reap of voor de deur op de stoep van het hotel. Ben je eenmaal binnen in Shinta Mani, dan lijkt de Cambodjaanse werkelijkheid ver weg. Het is een modern, aangenaam boetiekhotel waar de kamers grote inloopdouches hebben en waar er altijd iemand in uniform klaarstaat met een flesje water of een verkoelend doekje. Maar het hotel zegt midden in de samenleving te willen staan. "Dat kan niet anders. De problemen hier zijn te groot", zegt De Boer. "We moeten investeren in mensen, in scholing. Het is uiteindelijk ook in ons eigen belang."

Het hotel (met 39 kamers in het boetiekhotel, 62 in het resort aan de overkant) stort voor elke overnachting 5 dollar in het fonds van de Shinta Mani Foundation. Die financiert onder meer waterputten en tandartsbezoek voor wie het zelf niet kan betalen. Ook sponsort het hotel scholing voor jongeren in de horeca, de landbouw en de textielindustrie. De Boer: "Het begint heel basaal. We hebben in de hotelopleiding soms te maken met mensen die niet weten dat ze zich moeten wassen." Shinta Mani is een hotel met vierenhalve ster, zegt de manager. Geen vijf, omdat hij behalve 275 reguliere medewerkers ook 23 studenten in dienst heeft. "Maar het is natuurlijk eigenlijk een vijfsterrentent. En zo moet de gast het ook ervaren."

Het is de luxueuze variant van verantwoord toerisme en dé manier om een land als Cambodja te bezoeken, waar volgens statistieken van de Wereldbank een vijfde van de bevolking onder de armoedegrens leeft. Pakweg 70 procent van de Cambodjanen, met name op het platteland, heeft minder dan 3 dollar per dag te besteden. Het land drijft op de landbouw en de textielexport, maar heeft het toerisme hard nodig.

In kleine lettertjes

Er zijn in Cambodja meer van zulke sociaal betrokken restaurants en hotels die kinderprojecten of opleidingen steunen. Niet altijd staat het groot op de deur. Soms moet je op het menu de kleine letters lezen naast de lok lak - het Cambodjaanse vleesgerecht met rode uien, limoen en de beroemde peper uit Kampot - of de kleefrijst met mango.

Een verantwoord concept is ook Marum, een prachtig restaurant waar jongeren in opleiding een moderne variant van de traditionele fish amok serveren, gestoomde viscurry in bananenblad. In het bijbehorende winkeltje worden portemonnees en kettinkjes verkocht die zijn gemaakt door ouders van wie de kinderen op school zitten. Kinderen horen naar school te gaan, is de filosofie, en de kans daarop is groter als de ouders wat hebben te besteden.

Tangram, een restaurant in een subtropische tuin, blijkt samen met reisorganisatie Lolei Travel de ruggengraat te zijn van een school in Kok Dong, een gemeenschap bij het vliegveld van Siem Reap. Ze doneren computers en lesmateriaal. Vierhonderd kinderen krijgen er lessen Khmer en Engels, en leren er met een computer om te gaan. Tangram-oprichter Kimty Tan: "We nodigen de kinderen ook uit in het restaurant. Meestal op zondagochtend. Ze komen eerst spelen in de speeltuin en dan maken we een lunch voor ze. Goed eten en ook nog eens in een restaurant, dat is voor hen heel bijzonder."

Bij Lolei Travel, een reisorganisatie in Siem Reap die is opgericht door een Zwitser, kunnen toeristen trips boeken naar diverse projecten: een zijdefabriek waar jonge mensen in opleiding zijn bijvoorbeeld, of een school. Maar niet om kindertjes te kijken - daar doen ze niet aan, zeggen ze bij Lolei Travel. Een gesprek met de schooldirecteur kan wel.

Bij resort Knai Bang Chatt in de kustplaats Kep, een verborgen villacomplex in jarenzestigarchitectuur van een Cambodjaanse leerling van Le Corbusier, gaan ze daar wat losser mee om. Gasten die bij de receptie de Countryside Tour boeken, komen na een zeventien kilometer lange tuktuk-rit uit bij een school die mede bestaat dankzij het luxehotel van de Belg Jeff Moons. Hij legt in een van de klaslokalen graag uit hoe hij met het resort in de afgelopen tien jaar een miljoen dollar bij elkaar heeft gekregen voor zeshonderd gezinnen: veel donaties, plus 3 procent van de betaalde overnachtingen. Soms schiet dat lekker op; de grootste suite in het Knai Bang Chatt-resort, een hele verdieping met privéterras en uitzicht over de Golf van Thailand, kan zomaar 538 dollar per nacht kosten.

Wie in zo'n oase verblijft, moet af en toe toch echt de deur uit om te beseffen om wat voor land het ook alweer gaat. En sowieso even doorlezen in de map naast het donzen kussen. Daar staat bijvoorbeeld in: "Outside guests are not allowed to stay over at the resort. Any violation will be reported to the police." Het kan tamelijk onschuldig lijken, een stiekeme extra logé, maar het verhaal erachter is dat van mannen die kinderen meenemen naar hotelkamers om ze te misbruiken. Van de tienduizenden Cambodjanen die in de prostitutie en/of de mensenhandel zijn beland, is naar schatting zeker één derde jonger dan 18 jaar. Hotels die zich nadrukkelijk verzetten tegen zulke praktijken, voeren doorgaans het logo van het Child Safe Network. En vragen gasten te rapporteren als ze iets verdachts zien.

Er gelden meer adviezen voor goedwillende toeristen. Koop niet van kinderen op straat, hoe moeilijk het soms ook is ze weg te sturen. Op straat zijn ze kwetsbaar en ze krijgen er geen les. Drink een thee of een sapje bij Joe to Go, een restaurant in Siem Reap dat de winst volledig afdraagt aan een school voor kinderen die voorheen op straat moesten werken. Neem een tuktuk met een meerderjarige aan het stuur. En plons in het zwembad van stadsresort Rambutan in de hoofdstad Phnom Penh; het management investeert daar in de studies van de medewerkers. Zo volgt barman Doung Sok (24) een ICT-opleiding en zijn collega Srun Sor (21) een studie toerisme, maar, zegt de laatste, later wil hij iets in de politiek gaan doen.

"Het voelt een beetje koloniaal", zegt Dirk de Graaff, de Nederlandse eigenaar en manager van Rambutan Resorts (er is er ook nog een in Siem Reap). "k wil graag dat mijn mensen gaan studeren en ik betaal het voor ze, maar ik wil ook resultaten zien. Dus ja, ik hou in de gaten of ze hun best doen. Mijn voordeel is dat ze die hele periode ook bij het hotel blijven. Dat is goed voor de kwaliteit." Het moderne hotel, verscholen in Straat 71 bij boulevard Mao Tse Toung, staat te boek als gay-friendly, hetgeen in een land als Cambodja een statement is. Het helpt ook mee met het uitbouwen van de Gay Pride-week. De Graaff: "We maken er een feestje van, met tenten en bars. Het is allemaal nog niet zo groot hier. Aan betogingen of iets dergelijks zijn ze nog niet toe. Homo-emancipatie staat hier nog in de kinderschoenen."

Circustoeren

Dat weten ze bij Phare ('The Cambodian Circus') maar al te goed. Met groot succes - het circus is uitgegroeid tot een topattractie - gebruiken ze daar entertainment als communicatiemiddel. Acrobaten, dansers en acteurs verhalen over mensen die 'anders' zijn, over angsten, gezondheid, kindermisbruik, over het gewone leven van de Cambodjaanse bevolking en, het kan niet anders, over het verleden.

Phare is een van de takken van Phare Ponleu Selpak, een organisatie die in de jaren negentig is opgezet door acht jonge oorlogsslachtoffers en een kunstdocent. In een vluchtelingenkamp in Thailand kregen ze kunsttherapie om hun trauma's te verwerken. Na die periode begonnen ze een school in Battambang, de tweede stad van Cambodja, waar straatkinderen, oorlogswezen en andere getroffenen zich door beeldende kunst, muziek en theater konden uiten. Uiteindelijk opende er ook een circusschool. De jongeren, van wie velen letterlijk van straat werden gehaald, trekken nu volle tenten, zowel in Battambang als in Siem Reap.

Een van de shows is getiteld Sokha. Het is ook de naam van een meisje dat wordt achtervolgd door horrorbeelden van de volkerenmoord en armoede. Na een moeilijke strijd hervindt ze zichzelf, in een verhaal vol muziek en acrobatiek. Hoewel er weinig reden tot vrolijkheid is - naar schatting ruim drie miljoen mensen zijn omgekomen; vermoord door de Rode Khmer of bezweken aan honger of ziekte - blijft de voorstelling licht. Wie de Killing Fields (de Cambodjaanse velden met massagraven) bezoekt, of het martel- en moordcentrum S21 in Phnom Penh, gelooft daarna niet meer in de mens. Een show van Phare laat toch ook nog een glimlach achter.

De jongeren in de show behoren tot de eerste generatie die de oorlog(en) niet heeft meegemaakt. Maar ze ervaren nog wel de gevolgen. Het circus heeft het leven van Dara Heng, een 20-jarige jongen die over drie jaar klaar is met de circusopleiding, compleet veranderd. Of misschien wel gered. Op tien minuten lopen van de school, waar hij bij zijn moeder woont, ziet hij hoe zijn leven ook had kunnen zijn. "Veel kinderen en jongeren hangen gewoon rond. Ze kaarten, gokken, drinken, soms wordt er gevochten. Ze hebben geen werk, ze hebben niks."

Dara Heng is net klaar met de middelbare school van Phare en kan zich nu helemaal toeleggen op acrobatiek en toneel. "Ik wil beroemd worden. Misschien kan ik naar het buitenland." Optreden voor buitenlandse toeristen vindt Dara spannend en eervol. Maar als hij heel eerlijk is: "Ik vind het het mooist als de Khmer zelf komen kijken, uit mijn dorp, uit de buurt. Ik ben pas echt trots als zij zien wat ik kan."

Praktisch

Vanuit Brussel kun je met maatschappij China Southern Airlines rechtstreeks vliegen op Phnom Penh (vanaf 550 euro). Diverse maatschappijen bieden een reis naar Siem Reap met overstap, bijvoorbeeld in Singapore, Seoul of Hongkong. Een aantrekkelijke optie is een stopover in Bangkok. Voor rechtstreekse vluchten naar Bangkok is China Airlines doorgaans de goedkoopste (vanaf ongeveer 450 euro). Dan verder met een lowbudgetvlucht van AirAsia (vanaf ongeveer 120 euro).

Over land door Thailand naar Cambodja kan ook. Je hebt een paspoort nodig dat langer dan 6 maanden geldig is op de dag van inreis en een toerismevisum.

Beste reistijd van november tot mei