Direct naar artikelinhoud

'Mijn goesting is meer waard dan wat er bij Dexia in de kluis lag'

os van zijn discretie, typeert dit de man enigszins: we hebben afspraak 's middags in de Hopper in Antwerpen, de dag na de première van Code 37 in de Kinepolis in Gent. Pas is stipt op tijd. Hij heeft nog zijn kleren van gisteren aan en hij ruikt een beetje naar Vedett, maar dat is aan het gesprek niet te merken. Zelftucht.

Jullie doen dan wel zo'n onwennige line-up na afloop, maar ik zie nooit acteurs in de zaal zitten tijdens een première.

Pas: "Wij waren druk bezig met duizend tv-interviews. Ik had de film een paar weken geleden al gezien, samen met een monteur en een paar technici in de rare eenzaamheid van een grote bioscoopzaal."

Sluip je, zoals Erik Van Looy, zodra een film loopt wel eens een vertoning binnen om te zien hoe het publiek reageert?

"Ik sta vaak op het punt, maar ik doe het nooit. Het is een beetje zelfkwelling. In tegenstelling tot wat mensen denken, is het niet per definitie fijn om naar jezelf te kijken, ook al is het je betrachting om een mooie rol in een grote film te spelen. Alsof je bij de kapper zit en die houdt een spiegel achter je, en je schrikt: oeh, ik zie er raar uit langs achter. Of: ik praat vreemd. Of: ik ben scheef. (lacht)

"Plus: je ziet altijd wel een paar dingen die beter hadden gekund en die je niet meer kunt herstellen, want het is af. In het theater zeg je: morgen beter."

Tijdens de line-up zei je dat je gevleugelde woorden in een van de slotscènes - 'Wat heb ik nu aan mijn ballen hangen?' - geïmproviseerd waren. Je improviseert dus wel eens in een film.

"Het wordt bij Code 37 zeker geapprecieerd. Soms wordt een scène achteraf opnieuw ingesproken. In dit geval: als er in de loft van Hannah Maes wordt gedraaid, wordt er altijd water tegen de ramen gesproeid. Adds to the atmosphere. Die sproeiers maken lawaai, en dus moeten al die stukken worden gepostsynct. Dan krijg je wel eens wat vaker de kans om er iets bij te lappen à la: 'Kust nu mijnen dappere!' (lacht) Maar het is en blijft een veeleer stug medium, wat dat betreft."

Code 37 is letterlijk een natte boel. Veel regen, veel plassen. Het is een keuze van de makers. Zoals je zegt: it adds to the atmosphere.

"Als we op straat draaien, zal die straat altijd eerst worden natgespoten. Ze zijn constant in de weer met brandweerslangen. Het licht wordt gereflecteerd, het ziet er onheilspellender uit. Het heeft ook een praktische kant: je zit altijd safe, wat het weer betreft. Als je een dag later een scène moet draaien die er chronologisch op past, is het altijd goed. Regent het: prima. Regent het niet: dan spuit je."

Ik vind het er soms een beetje over: dat nachtelijke, de ruwheid, de vuiligheid, en het gaat dan nog eens over seksdelicten, en Veerle Baetens die in zichzelf verzuipt. En dan regent het nog eens de hele tijd.

"Ik ben er in het begin zelf van geschrokken. Ik dacht: wat gaan ze hier bij vtm van vinden? Ze zaten er ook wat naar te kijken van: 'Het is wel erg donker.' Naar vorm of naar inhoud? 'Naar allebei.' Zeker voor een zender die 'Kleurt je dag' in het logo voert. Achteraf zijn ze er heel blij om geworden, toen ze zagen dat de kijker volgde én er een heel nieuw publiek werd aangeboord."

Af en toe met de tractor door de marktonderzoeken: het is een goed plan.

"Absoluut. En dat zo'n Jakob Verbruggen (regisseur, MP) er zijn gang mee mag gaan: super. Iemand die lak heeft aan regels, die lef heeft."

Heeft die jongen zijn rijbewijs al?

"Hij is erg jong, ja. (lacht) Voor mij, als speler, is dat fantastisch. Vroeger was de regisseur altijd de oude, ervaren man die het allemaal wist. Nu zijn het naar mijn aanvoelen vaak jonge snaakjes. Gasten voor wie Tarantino al oud nieuws is. Ze kennen hun klassiekers, maar ze durven er hun gang mee te gaan.

"Ter voorbereiding van de serie gaf Jakob ons Rio Bravo mee, een western uit de jaren vijftig. Dat moest ons voorbeeld worden, en eigenlijk heeft Code 37 ook de typologie van een western. De oude, ervaren sheriff met de trenchcoat, die weet dat de zilverschat verborgen ligt in de oude mijn in de Vallei der Schaduwen - Marc Lauwrys. De jonge snaak, de rookie die ruitjes en gilets draagt en die er onbezonnen voor gaat - Gilles De Schryver."

Maar de vraag was dus: zit je hier inhoudelijk en vormelijk niet tegen je buitengrenzen aan te schuren?

"Zeker. Hoe lang kun je variaties op seksuele misdrijven blijven uitvinden? Daarom stoppen we er ook mee na seizoen drie. Volledig los van kijkcijfers en appreciaties. Het is, en dat is vrij uniek voor tv, een inhoudelijke artistieke beslissing."

In de film zit een meisje van veertien dat al kniediep in de betaalde bermprostitutie zit. Dan weet je: hier stopt het zowat. Je kunt er de volgende keer niet eentje van twaalf nemen.

"Fictie geeft natuurlijk ook een antwoord op een bepaalde realiteit die almaar harder bij ons binnenkomt. Voor het Dutrouxgebeuren zou niemand dit bedacht, gemaakt of geloofd hebben. Dat bestond bij ons niet. Nu zijn de pedofilieschandalen in de kerk erbij gekomen en kennen we Ronald Janssen. Hand in hand met de afschuw is ook de fascinatie voor dit soort zaken toegenomen. Het staat ook zo dichtbij: plegers van seksuele misdrijven, dat zijn geen hard-boiled beroepscriminelen. Dat is de postbode, de bankbediende, de leraar met zijn inwendige demonen. Het kan iedereen zijn. En allicht betrapt iedereen zich er wel eens op, op fantasieën waarvan je denkt: wat was dat?"

Durf jij je, als pa van een zoon, verplaatsen in de gevoelswereld van pakweg mijnheer Appeltans, de vader van Shana?

"Neen. Of ik durf er toch niet al te ver in door te gaan, in die gedachten. Gelukkig mag je je als acteur - gesteld dat je ooit zo'n rol zou spelen - bedienen van een jeugdherinnering over een gestorven konijntje, en hoef je niet het lijden te lijden van de rollen die je speelt. Al weet ik niet of het konijntje mij door het verhaal-Appeltans zou sleuren.

"Ik heb één keer een rol geweigerd omdat de emotionele raakvlakken te groot waren. Ik had auditie gedaan in Nederland, ik was bij de twee laatsten, het zou een mooie carrièrezet geweest zijn. Maar het ging over een vader die door zijn eigen schuld zijn baby ziet sterven, en ik was op dat ogenblik net zelf vader geworden, en het ging niet. Ik kon het niet. Ik vond het wat laf van mezelf, maar ik voelde dat ik het niet goed zou kunnen doen."

Begrijp je de verontwaardiging over de rechter, die pa Appeltans tot waardigheid aanspoorde toen die het te kwaad kreeg?

"Dat is natuurlijk de essentie van onze hele rechtspraak: dat ons antwoord op de meest brutale wreedheid bestaat uit ratio, waardigheid en cultuur. Wij stenigen geen mensen meer. Maar het blijft een eeuwig spanningsveld tussen natuur en cultuur. Hoeveel series en films gaan over misdaad en straf? Dat draait om die strijd: tussen het buikverlangen naar wraak en de ratio van de rechtspraak. Alle andere series gaan over mensen die ziek worden en de dokters die hen moeten genezen: weer natuur versus cultuur. House MD, de Hannah Maes van de medische wereld, die de boeven, de revolterende bloedlichaampjes te lijf gaat."

Heb jij je natuur onder controle?

"Ik ben een redelijk beheerste mens, ja. Ik kan blijven hangen op een feestje en aardig wat pinten drinken, zoals gisteren, maar ik zal nooit vergeten dat ik 's anderendaags min of meer fris moet zijn voor de Zeno. Zo evenwichtig ben ik."

Ben je bang voor dronkenschap?

"Nee. Ik vind van mezelf dat ik een leuke dronkaard ben. Ik word heel lief en knuffelig. Ik ben geen lastzoeker. Maar ik heb enorme katers, en dan breng ik er niks meer van terecht. Dan winnen de discipline en het plichtsbewustzijn het: we hebben nu één vrije dag gekregen en morgenvroeg om zeven uur staan we weer op de set."

Veerle Baetens zei onlangs dat ze voor haar laatste film, The Broken Circle Breakdown, samen met Johan Heldenbergh wekenlang haar rol had kunnen voorbereiden, al freewheelend aan de keukentafel, emotietjes uitproberen. Het schijnt een ongekende luxe te zijn in Vlaanderen. Mis jij dat?

"Het zal wel. De enige reden waarom acteurs die succesvol werken in film en op tv toch met de regelmaat van de klok opnieuw het theater induiken, heeft vooral daarmee te maken. Het is geen artistiek snobisme: het is de plek waar je wel dingen kunt uitproberen, iets kunt doen wat je nog nooit eerder hebt gedaan. Filmen kost geld, de risico's worden zo klein mogelijk gemaakt, en dus word je als acteur vaak gevraagd om iets te spelen wat je al eens hebt gespeeld: 'Die kan dat goed.' Als je niet oppast, ben je jezelf constant aan het herhalen."

Een theateractrice zei me onlangs dat ze er onzeker van werd, van tv- en filmopdrachten. Kun je je daar iets bij voorstellen?

"Absoluut. In het theater werk je wekenlang met dezelfde ploeg, er ontstaat een sfeer van vertrouwen. Je komt daarentegen aan op een tv-set, waar je sommige mensen kent en andere niet, en dan gaat het van: 'Hallo, ik ben Erik en ik speel uw vader.' En: 'Hoi, ik ben Suzy en ik ben uw minnares.' Het moet snel gaan. Binnen de paar minuten moet er al iets zichtbaar zijn dat op een scène lijkt.

"Daarom is het ook zo fijn om in een serie of een film een grote rol te spelen. In het theater kun je een kleine rol spelen en toch volledig deel uitmaken van die groep. Als je een kleine rol in een film hebt, kom je twee à drie halve dagen op bezoek en ben je toch altijd een beetje het indringertje."

Matthias Schoenaerts heeft deze week in Moskou zijn zoveelste kapitale prijs gekregen voor zijn rol in Rundskop.

"Laat het het zoveelste bewijs en de zoveelste dure les zijn: echte kwaliteit kost tijd, geld en moeite. Matthias heeft zich omzeggens jarenlang kunnen voorbereiden op die film: om Limburgs te leren, om zich fysiek op te takelen. Dat werpt vruchten af."

Je moet het ook willen. Als ze morgen zeggen: 'Pas, kom 45 kilo aan.'

"Dan moet er toch al een zeer goed scenario voorliggen. Als het is om Kabouter Spek te spelen in de nieuwe Plopfilm, ga ik het niet doen. Maak dan maar een mooi buikkussentje voor mij. Maar als het de moeite is? Zeker. Zonder je gezondheid in gevaar te brengen. Het trotseren van ongemakken lijkt me zelfs een beetje een spannend avontuur."

Schoenaerts ging in zijn meest gespierde, schrikwekkende dagen wel eens bij wijze van experiment in Schaarbeek op een bankje zitten, om te zien hoe de mensen op zijn omvang en uitstraling reageerden.

"Weet je wat ik vroeger eens gedaan heb? Mij verkleed als lelijke mens. Ik zat op de toneelschool en ik was het mooie jongetje. Ik had samen met mijn broer een personage gecreëerd, Martin Van Coppenolle: totaal gedemodeerd gekleed, dikke bril, rare haren en met een afzichtelijk gebitje in, dat ze speciaal voor mij op maat hadden gemaakt voor de film Crazy Love, maar dat nooit is gebruikt. Dan ging ik met mijn broer uit op plekken waar wij graag geziene gasten waren. Dit heb ik echt meegemaakt: aan een discotheek waar wij altijd zo naar binnen liepen - 'Hey, de gasten! Top!' - hield de portier mij tegen en zei: 'Komaan, hopeloze, loop eens door.' Letterlijk! Ik kwam er niet in."

Het zou niet oninteressant zijn, qua blik op de condition humaine, om zo'n hele reeks proefnemingen te doen.

"Ik heb ooit een reportage gelezen over iemand die zich had verkleed als bejaarde, een kromme tachtigjarige. Hij dacht: iedereen gaat naar mij kijken, ik ga ontmaskerd worden, maar niemand keek. Hij was onzichtbaar geworden. Mensen zien je gewoon niet meer staan, kijken je niet meer aan, als je oud en zogezegd waardeloos bent."

Hoe reageer je zelf op een hopeloze?

(Aarzelt) "Met een zekere terughoudendheid, vrees ik. Als BV trek je soms wel een bepaald soort mensen aan. Mensen voor wie je vreemd genoeg een zekere zingeving bent. Die een hele dag aan de cinema staan te wachten met een boek dat volgeplakt is met je foto's. Spooky. Ik blijf dan wel hoffelijk, maar ik voel dat ik tegelijk afstand bewaar. Een of andere defensieve gedachte, waar de term 'hopeloos' ook enigszins in doorrinkelt. (lacht)

"Je kunt het jammer vinden, maar het is wat het is. Je kunt het uitrekenen in lonen en bonussen: mooie mensen verdienen netto meer dan lelijke, klimmen hoger op de ladder. Een lange man verdient meer dan een korte man."

Heeft je gestalte, je 1m69, je ooit parten gespeeld?

"Nee. Voor Rundskop komt iemand als ik niet in aanmerking, jammer genoeg, maar ik had ook Kulderzipken niet willen missen. 'Emplooi' heet dat. Ook een dikke man heeft emplooi. Ieder gezelschap had vroeger zijn jeune premier, zijn wijze vader, zijn kokette meisje."

Je hoort ouder wordende acteurs er zich toch geregeld zorgen over maken, over hun emplooi.

"Er bestaat zoiets als een overgangsleeftijd. Te oud voor de jeune premier, te jong voor de wijze vader. Dan kan het precair worden."

Jouw leeftijd, zo'n beetje.

"Ja. Maar als je lang genoeg in het vak blijft zonder dood te vallen, kom je vanzelf weer in de volgende schijf. (lacht)"

Ik schrok ervan: jullie zijn volgend jaar een zilveren echtpaar.

"We zijn niet getrouwd, Saskia en ik, maar we zijn 25 jaar samen, ja. Zot, hè? (lacht) Ik sta er ook van te kijken. In deze wereld, het Sodom en Gomorra van de showbizz. Toen ik mijn vrouw leerde kennen - na een kwarteeuw klinkt 'vriendin' ook maar onnozel - was zij net zeventien. Het was een beetje een Code 37-situatie. (lacht)"

Je hebt ook een zoon van tien, Simon. Ik heb het moeten opzoeken, je loopt niet bepaald de Mega Mindyshows plat met hem.

"Ik ben, om het mooi te zeggen, niet proactief bezig met mijn gegevens kenbaar te maken, nee. Als je je daar gezond defensief in opstelt, dan laten ze je wel gewoon gerust."

Weet je waar je rare achternaam vandaan komt?

"Er is een onderzoekje naar gebeurd: hij blijkt Spaanse roots te hebben, Paz, een familie van Spaanse joden die in de zestiende eeuw in Londerzeel is neergestreken. Meer weet ik er niet over, maar ik vind het al chic: Spaanse joden. Liever dat dan een kleurloze rij patattenboerkes uit de Polders. (lacht) Een mens wil toch altijd ergens vandaan komen, hè. Mensen die in reïncarnatie geloven, zijn ook altijd ooit wel eens de zoon van de farao geweest, nooit de bedelaar aan de voet van de piramide."

Je ouders waren zelfstandig. Wat deden ze?

"Ze hadden een winkel in gordijnen en inrichting. Het Karveel."

Zit het handel drijven in het bloed?

"Nee, het is er noodgedwongen ingekomen. Mijn grootvader was onderwijzer in Londerzeel, maar er is iets gebeurd. Hij heeft na de oorlog vastgezeten in Breendonk, er was blijkbaar iets fouts aan onze familie. Nooit geweten wat precies. Ik kan me moeilijk voorstellen dat hij, als onderwijzer, veel kwaadaardigs heeft uitgestoken. Hij heeft een jaar gezeten en is dan vrijgesproken, maar daarna konden ze niet in Londerzeel blijven en zijn ze naar de veilige anonimiteit van Antwerpen verhuisd. Mijn opa was ook kunstschilder, als hobby. Hij is zijn eigen kunsthandeltje begonnen en daar is later die interieurzaak uit gegroeid."

Zit dat oorlogsverhaal nog in de familievezels?

"Er wordt niet over gepraat. Het is geen thema meer, punt. Noch mijn vader, noch ik kennen de ware toedracht. Het is de Vlaamse manier: als je maar lang genoeg niet over iets spreekt, is iedereen dood en is het opgelost."

In welke optiek ben jij grootgebracht?

"Ik dank mijn zelfdiscipline en mijn gevoel voor evenwicht aan mijn opvoeding, denk ik. Mijn ouders waren hardwerkende zelfstandigen, om 9 uur moest de winkel open, maar ze zaten ook wel prettig verweven in de jaren zestig, in de Antwerpse kunstwereld, galerie De Zwarte Panter. Mijn pa's jongste broer, Wilfried Pas, is beeldhouwer. De stad staat vol van zijn beelden. Mijn vader is van in het begin zijn werk beginnen te kopen, maar ook dat van een andere beginnende schilder die geen geld had en die met zijn werkjes bij ons kwam, Fred Bervoets. Zo zijn wij opgegroeid: tussen kunstenaars die mosselen kwamen eten en bleven hangen, en wij lagen boven in bed naar de braspartijen te luisteren. Ik heb er zelf een kunstkoopneiging aan overgehouden. (lacht) Maar dus: om 9 uur ging de winkel open, met of zonder kater."

Werd je aangemoedigd tot vrijheid?

"Er was in elk geval een grote picturale vrijheid. Als ik zie wat er bij ons aan de muur hing, vriendjes die kwamen spelen waren soms echt bang. Die schilderijen van Bervoets: afgesneden pieten en opengereten vrouwen. Voor ons was dat normaal."

Maar werd je aangepord om te exploreren?

"Niet echt, maar ook niet tegengehouden. Ik ben gewoon naar het Sint-Jan Berchmanscollege geweest, maar toen ik tegen het advies van al mijn leraren in besloot om te gaan acteren, brachten mijn ouders me direct in contact met vrienden uit de theaterwereld, om eens te praten. Er werd hooguit iets gezegd in de trant van: het zal hard werken zijn, en het kan hard landen zijn als je naar je droom toezweeft. Er is geen enkele poging gedaan om het uit mijn hoofd te praten. Dat is niet vanzelfsprekend, merk ik nu ik ouder word. Hoeveel mensen me zeggen: ik had het ook gewild, maar ik moest eerst universiteit doen van thuis en ik ben dan maar leraar geworden. Ik denk niet dat ik dapper genoeg was geweest op mijn zeventiende om mijn knapzak te pakken en mijn zin te gaan doen, gesteld dat ik niet die steun had gekregen.

"Het rare is dat mensen die het heel even uitstellen - die zeggen: ik ga eerst studeren, en dán - het nooit meer doen. Als de machine je opslokt, ben je er geweest. Mijn klasleraar in het zesde middelbaar zei: 'Michaël, gij zijt zo goed in Nederlands en Latijn, doe gewoon zoals ik eerst Germaanse, en dan kunt ge nog alle kanten uit.' Zei mijn leraar, die Germaanse deed en nadien hooguit nog wat amateurtoneel speelde en af en toe een cursiefje mocht doen voor de radio.

"Ouders die zeggen 'Ga toch niet acteren! Er zit geen zekerheid in', hebben gelijk. Er zit geen zekerheid in. Maar zit die in de banken wel? Ik heb de indruk van niet. Mijn kapitaal, mijn goesting en mijn creativiteit, is misschien wel meer waard dan wat er in de kluizen van Dexia lag."

Wat doen je broers?

"De oudste is een slimme man, hij is doctor in de kunstgeschiedenis. De jongste is ook een slimme man, hij is industrieel ontwerper, productontwikkelaar."

Zijn zij geworden waar ze van droomden?

"Ja. Geen van ons drieën heeft de winkel van vader overgenomen: dat zegt iets. Ik heb het nooit zo bekeken, maar het is eigenlijk wel straf, in al zijn eenvoud: we hebben alledrie gedaan waar we het meest zin in hadden, waarvan we geloofden dat het ons geluk bevatte. Dat is al iets, in het leven."