Direct naar artikelinhoud

Syrië haalt militair vliegtuigneer, Turkije vraagt om reactie van NAVO

Morgen komt de NAVO op vraag van Turkije bijeen om een reactie te formuleren op het neerschieten van een Turks militair vliegtuig door Syrië. Volgens Turkije gebeurde dat in het internationaal luchtruim. Damascus zegt dat de F-4 het Syrische luchtruim schond.

Het toestel, een F-4 Phantom, werd vorige vrijdag neergehaald tijdens wat volgens de Turkse regering een routine trainingsmissie was. Aanvankelijk waren de omstandigheden niet helemaal duidelijk. Ankara zei de zaak te onderzoeken en Syrië liet weten dat het Turkse toestel werd neergeschoten in het Syrische luchtruim, en dit "volgens de wetten die gaan over zulke situaties". De piloot had zich niet bekendgemaakt, zodat het Syrische leger niet wist aan wie het toestel toebehoorde, klonk het ook vanuit Damascus. Ook, zo zeiden de Syrische autoriteiten, was het incident geen vijandige daad en werkte het Syrische leger nadien nauw samen met de Turken in het lokaliseren van de bemanning.

Maar gisteren verklaarde de Turkse minister van Buitenlandse Zaken, Ahmet Davutoglu, dat het vliegtuig zich op dat moment in het internationale luchtruim bevond en niet, zoals de Syriërs zeiden, in het Syrische luchtruim. Davutoglu gaf toe dat de straaljager heel even en per vergissing het Syrische luchtruim had geschonden, maar dat het wel degelijk werd neergeschoten in het internationaal luchtruim. De minister zei ook over radarinfo en Syrische radiocommunicatie te beschikken waaruit bleek dat er geen waarschuwing was voor de aanval. "De Syriërs wisten heel goed dat het ging om een Turks militair vliegtuig", zei hij.

Gevreesd wordt dat met het incident het Syrische conflict nu definitief de grens heeft overschreden naar Turkije en op weg is om de fragiele stabiliteit van de regio om zeep te helpen. Turkije was woedend, maar kwam niet onmiddellijk met een militaire tegenreactie. In eerste instantie zei Ankara te zoeken naar een diplomatieke oplossing en riepen de Turken gisteren op tot een samenkomst van de NAVO-lidstaten. Dat gebeurde op basis van artikel 4 van het NAVO-charter zegt dat ieder lid het recht heeft om zo'n bijeenkomst te eisen als volgens dat land de territoriale integriteit, de politieke onafhankelijkheid of de veiligheid in gevaar is.

Opvallend is dat Turkije niet artikel 5 inriep, dat stelt dat een aanval op een NAVO-lid wordt beschouwd als een aanval op de hele NAVO. Ankara weet ook dat de kans dat de NAVO Syrië zal aanvallen, heel erg klein is. Een aantal landen heeft in het verleden wel opgeroepen tot militaire actie tegen Damascus, maar de Verenigde Staten zijn daar resoluut tegen omdat ze vrezen op die manier verwikkeld te geraken in een langdurig conflict in de regio. Verwacht wordt dat de NAVO na de vergadering, die voor morgen staat gepland, de druk op Syrië nog verder zal opvoeren, maar de vraag is of dat president Bashar Assad zal overtuigen een stap opzij te zetten.

Verslechterde relatie

De relatie tussen Turkije en Syrië was tot begin deze eeuw tientallen jaren gespannen. Niet alleen door de Syrische steun aan de PKK, die in het zuidoosten van Turkije al decennialang een bloedig conflict uitvecht met het Turkse leger, maar ook door de provincie Hatay, in het zuiden van Turkije. Die provincie verklaarde zich in 1938 onafhankelijk van Syrië, dat onder Frans mandaat stond, en voegde zich nog geen jaar later aan Turkije. Die annexatie wordt nog steeds niet erkend door Syrië; volgens Damascus is Hatay nog steeds deel van het Syrisch grondgebied.

Maar de relatie tussen Ankara en Damascus verbeterde nadat de AKP in 2002 in Turkije aan de macht kwam en beide landen voerden niet alleen gezamenlijke militaire oefeningen uit, maar schaften ook de visumverplichtingen voor de inwoners af. Na het uitbreken van de Syrische revolutie verslechterde de band heel snel en werd Turkije, dat plots geconfronteerd werd met een immens vluchtelingenprobleem, het eerste land dat president Assad opriep om op te stappen.

Het is net in de omstreden provincie Hatay dat in de afgelopen maanden tienduizenden vluchtelingen toestroomden vanuit Syrië en daar werden ondergebracht in vluchtelingenkampen. Het was boven Hatay dat de F-4 vloog toen het Turkse leger alle contact verloor met het toestel voordat het werd neergehaald door de Syriërs. De F-4 was opgestegen van op de luchthaven van Erhaç, in de provincie Malatya. Het neergestorte toestel werd gisteren in de namiddag gelokaliseerd en volgens het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken lag het in Syrische territoriale wateren, op een diepte van zo'n 1.300 meter. De kans is klein dat de bemanning het er levend heeft afgebracht, zo klonk het.