Direct naar artikelinhoud

DE GRAUWE & SCHOORS

Topeconomen Paul De Grauwe en Koen Schoors wisselen elkaar af en schrijven over mens, wereld en economie.

De woonbonus is een subsidie voor huiseigenaars. Van die subsidie heb ik tot voor kort ook zelf genoten en ik heb er hoegenaamd geen probleem mee, ware het niet dat deze subsidie op vier manieren behoorlijk asociaal is. Ten eerste krijgen mensen die wel de middelen

hebben om te huren maar net niet genoeg inkomens-zekerheid om een huis te kopen, geen woonbonus.

Ten tweede is de subsidie groter naarmate je inkomen groter is. Dit komt omdat de subsidie wordt vastgesteld als een aftrekpost. Aangezien mensen met een hoger inkomen in een hogere belastingschijf vallen, valt hen ook een groter belastingvoordeel en dus een grotere woon-bonus ten deel.

Ten derde heeft de woonbonus de huizenprijzen doen stijgen. Kopers concurreren met elkaar op de huizenmarkt voor een beperkte hoeveelheid goede huizen. De woonbonus laat kopers toe een groter bedrag te lenen voor een langere termijn. Daardoor zijn kopers bereid meer te betalen voor dezelfde woning en stijgen dus de woningprijzen, en dan vooral voor woningen in de lagere prijsklasse. Bijgevolg betalen nieuwe huiseigenaars een zevental procent meer voor hun huis dan zonder de woonbonus.

Ten vierde subsidieert de woonbonus ook vakantiewoningen, zelfs als die in buitenlandse fiscale paradijzen liggen. Kan iemand van onze wetgevers ons uitleggen waarom de belastingbetaler zou moeten meebetalen aan het verwerven van een tweede woning? Het surrealisme is niet toevallig een Belgische vinding.

De woonbonus is kort samengevat een subsidie die grotendeels toekomt aan mensen die het al goed hebben en die dus de ongelijkheid bevordert. Het mag dan ook geen wonder heten dat de woonbonus, die door de staatshervorming in de greep van Vlaams beleid komt, uit alle Vlaamse monden onder vuur wordt genomen. Landen zoals Zweden en Groot-Brittannië hebben hun woonbonus al drastisch hervormd. Ook in Duitsland, waar soms al te graag wordt naar verwezen als nieuw gidsland, is de woonbonus socialer dan in Vlaanderen. Het lijkt dus hoogtijd eens te bekijken of we dat miljard euro van de woonbonus niet beter kunnen besteden. De meeste beleidsvoorstellen pleiten voor het behoud van de woonbonus en bevinden zich tussen twee uitersten. Het ene uiterste wil er eigenlijk helemaal niets aan veranderen omdat de achterban wel van lekker asociaal houdt. Het andere uiterste wil een hervorming die het geld van de woonbonus grondig herverdeelt. De meeste voorstellen schipperen daar ergens tussenin. Maar vrijwel alle stemmen in het debat willen het miljard euro op de een of andere manier besteden aan het subsidiëren van huiseigendom. De spreekwoordelijke baksteen in de maag van de Vlaamse kiezer speelt hier een glansrol.

Toch zou ik ervoor willen pleiten om het breder te bekijken. Het lijkt vooreerst duidelijk dat we bestaande contracten niet kunnen herzien. Mensen die nu al van een aftrek genieten, moeten daarvan blijven genieten, want belofte maakt schuld. De enige beleidsmarge die we

hebben, zit dus in de leningen die ten einde lopen en waarvan de woonbonus dus niet meer begroot moet worden. Alleen de overheid kent de exacte woonbonusbedragen die zo per jaar vrijkomen, maar het zal gemiddeld toch al gauw 50 miljoen euro per jaar zijn. Dat is dus de reële beleidsmarge. Indien we er voor kiezen huiseigendom te blijven subsidiëren, dan moeten we dat in elk geval op een eerlijke manier doen. De omvang van de subsidie mag daarom niet langer afhangen van ons inkomen en vakantiehuizen kunnen we misschien beter zelf betalen. Maar laten we niet vergeten dat het ook nadelen heeft om al dat geld in bakstenen te pompen. Het leidt tot meer pendelaars, meer verkeersproblemen en zelfs iets meer werkloosheid, allemaal omdat huiseigendom de bereidheid tot verhuizen ernstig vermindert. Bovendien heeft het tot hogere huizenprijzen geleid.

Daarom zouden we er ook voor kunnen kiezen om die 50 miljoen euro extra per jaar niet aan huizen maar aan arbeid te spenderen. Het meest fundamentele probleem voor de Vlaamse economie is dat arbeid te zwaar wordt belast. Waarom zouden we die 50 miljoen extra per jaar dan niet besteden aan het verlagen van de belasting op loon, specifiek voor laaggeschoolden en ouderen? Indien we dit volhouden, dan krijgen we jaar na jaar lagere belastingen op arbeid, totdat we uiteindelijk ongeveer een miljard loonlastenverlaging per jaar bereiken. Dat maakt onze bedrijven competitiever, leidt tot meer tewerkstelling van laag-geschoolden en ouderen, verhoogt uiteindelijk de nettolonen en laat de algemene welvaart stijgen. Meer werkgelegenheid en hogere lonen bevorderen ook huiseigendom. Een glorieuze rentree van de jobkorting, maar beter gericht, socialer en effectiever. Doen die werkbonus!