Direct naar artikelinhoud

OOGOPSLAG

Ze mankte, kon geen kinderen krijgen en leed soms helse pijnen. Het leven was kort en hard voor de Mexicaanse Frida Kahlo (1907-1954). Haar blik, die ze zo vaak schilderde omdat ze haar huis niet uit kon van de fysieke smart, bleek dan weer onsterfelijk. mathieu dams

Dikke teen

Tegen de wand van het bad, net boven het water uitstijgend en achter alle herinneringen die ze in Wat het water mij gaf verwerkte, vat Frida Kahlo haar hele leven samen in tien tenen. En dan vooral in die twee van haar rechtervoet: misvormd en doorkliefd met een opzichtig litteken, een kleine culminatie van alle lichamelijke smart die Kahlo op dan 30-jarige leeftijd al heeft moeten doorstaan.

Polio remde de groei van haar rechterbeen, een zwaar busongeval op haar 18de brak haar benen, bekken en ribben, perforeerde haar baarmoeder en ramde drie ruggenwervels uit positie. Het leven van Kahlo is vanaf dan één aaneenschakeling van operaties.

Biografie

Kahlo zelf is een tweede keer te zien in Wat het water mij gaf, als gewurgde, zwangere vrouw in het water. Het is een referentie naar een eerder werk, Henry Ford Hospital, over haar eerste van vele miskramen - nog een gevolg van haar ongeval.

Zo is heel dit werk opgetrokken uit herinneringen en verwijzingen naar ander werk, zowel van haar zelf als van anderen (de vogel op de boom, net onder haar gewonde teen, verwijst bijvoorbeeld naar een detail uit De tuin der lusten van Hiëronymus Bosch). We zien haar ouders, haar lesbische affaires, haar tijdelijke verhuis naar Amerika met zijn wolkenkrabbers. Wat het water mij gaf is Kahlo's autobiografie.

Dubbel

In het rechtse zelfportret van De twee Frida's houdt Kahlo een amulet vast. Je ziet het amper, maar daarop staat een jeugdportret van haar grote liefde, kunstenaar Diego Rivera. Deze Frida is gekleed in traditionele Tehuana-kledij, zoals Rivera haar het liefst zag. Haar hart is nog heel. Ernaast zit een stervende Frida in victoriaanse jurk, met gebroken hart, wier bloeden ternauwernood gestelpt wordt met een chirurgische klem.

Kahlo maakt dit werk nadat Rivera de scheiding aanvraagt. Het amulet dat de traditionele Frida in haar hand houdt, bestaat echt. Het wordt na Frida's dood teruggevonden tussen haar spullen.

Roots

De dualiteit tussen Mexicaanse en westerse cultuur, zoals te zien in de kledij van de twee Frida's, komt vaak terug in Kahlo's werk. Haar vader is van Duitse komaf, haar moeder is Mexicaans-Spaans. Gaandeweg zal Kahlo zich steeds meer interesseren in de precolumbiaanse cultuur van Mexico. Het amulet van Rivera doet denken aan Azteekse sculptuurtjes van antieke goden, het bloedend hart refereert zowel aan het heilig bloed van Jezus Christus als aan de Azteekse traditie van menselijke offers.

Karma

'Frida Kahlo. 46.Karma.' Zo ondertekent Kahlo haar Het gewonde hert. Ze maakt het nadat een zoveelste operatie aan haar ruggenwervel mislukt en schildert hoe ze zich voelt: als een gewond, doorzeefd dier. Achter dat ene woordje schuilt niet alleen fysiek, maar ook psychisch leed. Het is een stille voorbode van de vele depressies die haar in de laatste tien jaar van haar leven zullen treffen.

Vertrek

Op de voorgrond van Het gewonde hert ligt een afgebroken tak, naar de Mexicaanse traditie om een gebroken tak op het graf van een geliefde te leggen. Nog zo'n voorbode. De negen pijlen in het hert refereren dan weer aan Mictlan, de Azteekse onderwereld met negen niveaus. Kahlo zal acht jaar later sterven. Een longembolie, klinkt het, maar volgens haar verpleegster had ze een overdosis pijnstillers genomen. De laatste woorden in haar dagboek zijn wat dat betreft omineus: 'Met vreugde zie ik het vertrek tegemoet. Ik hoop nooit meer terug te keren.'