Direct naar artikelinhoud

Cannabiskoorts in Californië

Tot voor kort waardeloze woestijngrond in Californië is plots goud waard. Er zijn plannen om er de grootste wietkwekerij van de VS van te maken. Legaal.

Er staat een partytent in de woestijn alsof er een tuinfeest wordt gegeven. Man-nen in pak en vrouwen in zomerjurkjes drentelen, sommigen kussen of omhelzen elkaar. Er staat een spreekgestoelte en een microfoon, er staat een koffietafel met muffins. En er staat een graafmachine.

De woestijn, een hobbelig stuk land bij het plaats-je Desert Hot Springs in het zuiden van Californië, gaat op de schop. Dit, zo hopen de aanwezigen, wordt de grootste drugskwekerij van Amerika.

Desert Hot Springs, een stadje van dertigduizend inwoners met gescheurde straten en gekraakte huizen, is de eerste gemeente in Califor-nië die zich heeft voorgesorteerd richting de aanstaande legalisering van marihuana, een wetswijziging die in november aan de kiezers in de staat wordt voorgelegd. Met die legalisering wordt Californië, de vijfde economie van de wereld en de bakermat van de hippiecultuur van de jaren 60, in één klap de grootste markt voor cannabis die er ooit heeft bestaan.

En dan moet je net Californiërs hebben. Als er een plek in de wereld is waar linkse idealen en rechts kapitalisme samengaan, is het hier wel. "Hier gaat iets groots gebeuren", zegt Brent Buhrman, een voormalige surfer met een beginnend buikje en geblondeerd haar, een van de oprichters van het bedrijf Seed to Soul, dat hier drie kassen gaat neerzetten om cannabis te verbouwen. "Dit gaat niet alleen Californië veranderen. Dit gaat de wereld veranderen. En wij zijn erbij. Hier voor je staat de Richard Branson van de cannabis."

Makkelijk doktersrecept

Californië was de eerste staat die in 1996 marihuana voor medisch gebruik legaliseerde; drie andere staten zijn gevolgd. De softdrug wordt gezien als goede pijnstiller, als kalmeringsmiddel, als middel tegen epileptische aanvallen. In zogeheten dispensory's, vaak een mix van loungebar en apotheek en snoepwinkel, kun je marihuana in alle mogelijke vormen krijgen: in joints, in verstuivers, maar ook in eindeloze eetbare varianten. Wie iets wil kopen, heeft een doktersrecept nodig, maar in een uitgiftepunt in Santa Ana krijg je een handleiding toegestopt om via een internetconsult binnen een half uurtje de benodigde registratie te bemachtigen.

Colorado was twee jaar geleden de eerste staat die ook recreatief gebruik toestond (de federale overheid staat dat nog steeds niet toe, maar heeft de vervolging onder aan de prioriteitenlijst gezet) en begon als eerste te experimenteren met gecontroleerde teelt en levering. De belastinginkomsten zijn een belangrijke bijkomstigheid. Colorado verdient nu 135 miljoen dollar (119 miljoen euro) per jaar aan de drugshandel.

Maar het veel grotere Californië staat aan het begin van de echte pot-rush, een groene variant op de goudkoorts van de vorige eeuw. De staat heeft begin dit jaar de regels veranderd voor bedrijven in de marihuanaketen: vroeger mocht je geen winst maken, straks wel. Iedereen die geld heeft of geld wil verdienen, van popsterren uit LA tot tech-entrepreneurs uit San Francisco, stapt in de marihuana. En Desert Hot Springs is een van de bronnen van de opwinding.

"Toen mijn vrouw hoorde dat ik grond in de woestijn had gekocht, dacht ze dat ik gek geworden was", zegt David Snider, projectontwikkelaar uit Santa Barbara. "En toen ze deze plek zag, werd dat er niet beter op. Maar nu heb ik spijt dat ik niet alles heb gekocht."

De grondprijzen zijn verdriedubbeld, sinds de inwoners van Desert Hot Springs akkoord gingen met het voorstel van de gemeenteraad. Het was een idee van de burgemeester, die in marihuana de enige uitweg uit de crisis zag, en zijn raadsleden (twee Republikeinen, twee Democraten en een libertariër) snel meekreeg. De stad had door de huizencrisis en een ingreep van de staat nauwelijks inkomsten meer, de werkloosheid en criminaliteit stegen onrustbarend. De gemeente had alleen heel veel waardeloze woestijngrond.

Hoewel, waardeloos? "Het wordt de renaissance van Desert Hot Springs", zegt Scott Matas, de huidige burgemeester. Hij laat een satellietfoto zien van alle percelen die al verkocht zijn aan cannabis-ondernemers. "Onze inkomsten gaan verdubbelen. We kunnen straks de wegen opknappen, de scholen opknappen, meer politie inzetten, parken aanleggen. En denk aan de banen, hier in de kwekerijen, maar ook bij de hotels, de toeleveranciers."

Angst voor het nieuwe geld

Matas vindt het prettig dat de investeerders die op zijn honing afkomen zo professioneel zijn. "Mannen in pakken. Niet de typische dudes die wel van een joint houden. Dit is echt iets voor de grote jongens." Een van die grote jongens is de advocaat Freddy Sayegh, die in het plaatsje Adelanto, twee uur naar het noorden, met gemeenteraadslid John 'The Bug' Woodard een paar potentiële kwekers rondleidt door de lege loodsen van een voormalige jachtenbouwer.

Sayegh, die onder anderen Lady Gaga en de familie Marley bijstaat, heeft het terrein met zijn partners voor 10 miljoen dollar gekocht, om het te verhuren aan onderaannemers. "We kunnen alles voor je regelen", zegt hij tegen zijn gasten, twee jonge Aziatische Amerikanen die al een aantal 'apotheken' hebben voor medische marihuana en nu graag zelf de drugs gaan verbouwen die ze daar verkopen. "Kwaliteit, daar gaat het om", zegt Woodard, een conservatieve makelaar die zijn bijna failliete stad op de cannabiskaart heeft gezet. "Adelanto moet een merknaam worden! Iedereen zal weten dat je hier moet zijn voor premium shit."

Ook Sayegh heeft grote plannen. Hij noemt zijn bedrijventerrein een 'campus', waar diverse bedrijven elkaar zullen bestuiven en innovatie gaat plaatsvinden, met veredeling en gentechnologie, en medisch onderzoek. "De patiënten, daar gaat het uiteindelijk natuurlijk om. We staan pas aan het begin van de ontwikkeling van cannabis. Vanuit hier gaan we de strijd aan met big pharma."

Het klinkt zo simpel als Californië soms kan zijn, maar er stroomt serieus geld naar deze sector, zegt Troy Dayton van het bedrijf ArcView, die vanuit zijn kantoor in Oakland als bemiddelaar fungeert tussen investeerders en de bedrijven die geld nodig hebben. "Vroeger zag je meer activisten in deze branche", zegt Dayton. "Nu zijn het steeds meer jongens van universiteiten als Harvard en Stanford, van banken als Goldman Sachs en JPMorgan, van start-ups uit de techwereld, die iets betekenisvols met hun leven willen doen. Jongens die deel willen zijn van iets groters."

Hij ziet een miljardenmarkt, met legalisering in Canada, Jamaica, Spanje en Uruguay, en praat in termen die je ook aan de overkant van de baai hoort, bij de durfkapitalisten in Silicon Valley. 'Schaalbaar' is het toverwoord: de mogelijkheid dat je een goed product wereldwijd kunt uitrollen, zonder dat je ergens tegen grenzen aanloopt.

Daytons wereld is een compleet andere wereld dan die van Joe Fasho, een 200 kilometer naar het noorden. Hij woont in het plaatsje Alderpoint, in Humboldt County, de streek die al decennia het centrum is van de Cali-fornische cannabisteelt. Hier togen de hippies vanuit San Francisco naartoe om op de beboste bergflanken hun eigen wiet te gaan verbouwen. Hun nazaten rijden nu rond in modderige pick-uptrucks met een hond in de laadbak. Het zijn hippie-hillbilly's, met regenboogvlaggen in plaats van de confederate-vaandels die je in het zuiden tegenkomt.

Fasho is bezig met een nieuwe plantage, op een net gekapte open plek in het oude bos. Hij kwam hier als 4-jarige, weet nog hoe de helikopters hier landden en agenten van de Drug Enforcement Agency neerzetten om met machetes de oogst van zijn vader te kappen. Maar de War on Drugs is nu voorbij, en Fasho doet alles om een legale vergunning te krijgen - voor de milieuinspectie is hij zelfs zijn kas aan het verplaatsen, omdat die iets te dicht bij een beek stond.

Lang niet iedereen hier is zijn plantage aan het legaliseren: het belastingtarief (25 procent) is te hoog en de principiële afkeer van de overheid is groot. "Maar ik wil kunnen leven zonder de angst dat mijn bedrijf kan worden opgedoekt. Ik doe dit niet voor het snelle geld. Ik wil dit kunnen overdragen aan mijn kinderen."

Hij doet alles met eigen geld (veel gaat nog cash in deze branche, want banken mogen van de federale wet geen zaken doen met drugsdealers), en moet niets hebben van de investeerders in pakken die hij weleens spreekt. "Schaalbaarheid, een exit strategy - ik heb geen idee waar die lui het over hebben. Ik spreek die taal niet. Ik snap hen niet. En wil niet wat zij willen."

Er heerst hier angst, voor het nieuwe geld, de nieuwe investeerders, de schaalvergroting die aanstaande is: vooralsnog worden telers beperkt tot terreinen zo groot als halve voetbalvelden, maar over vijf jaar wordt alles vrijgegeven. De prijzen zijn al gedaald en zullen nog verder dalen door de toevloed van producenten.

Fasho, die tot dusver gewoon zijn vaste kanalen had om zijn cannabis te verkopen, krijgt straks te maken met professionele concurrentie. "Ik moet aan marketing gaan doen! Ik moet een merk hebben, ik moet gaan adverteren, allemaal dingen die ik nooit hoefde te doen. En straks komen de grote tabaksfabrikanten en de grote farmaceuten. Hoe moet ik daarmee concurreren?"