Direct naar artikelinhoud

'Stop de commercialisering van de kinderopvang'

In de private kinderopvang zijn de grote spelers de kleintjes aan het opeten. Die evolutie is niet zonder gevaar, stelt Michel Vandenbroeck, docent gezinspedagogiek aan de Universiteit Gent. 'Wat als zo'n grote groep ineens beslist om crèches te sluiten?'

Partena Kinderopvang, onderdeel van Partena Onafhankelijk Ziekenfonds, kondigde gisteren de overname aan van de vier kinderdagverblijven van Armonea, samen goed voor 155 opvangplaatsen. Armonea kan zich na de verkoop verder toeleggen op zijn kernactiviteit, seniorenzorg. Voor Partena Kinderopvang, nu al een van de grootste privéspelers in Vlaanderen, komt de teller daarmee op 32 crèches en 940 kindplaatsen, een verdubbeling in vijf jaar.

Die snelle groei heeft Partena voor een groot stuk te danken aan overnames, vooral dan van kleine, zelfstandige crèches. "Iedere week zijn er uitbaters die ons bijna smeken om hen over te nemen", zegt Filip Standaert, business unit manager kinderopvang bij Partena Kinderopvang. Een gelijkaardig verhaal vertelt Kate Lybeer, country manager België van Babilou, de grootste commerciële crèchegroep van Frankrijk, met 300 kinderdagverblijven en een omzet van 150 miljoen euro. Sinds het bedrijf op de Belgische markt verscheen, drie jaar geleden, nam het al tien crèches over in het Brusselse en opende het er drie nieuwe in Vlaanderen.

Wim Van Esch, coördinator zorg en kinderopvang bij Unizo, bevestigt dat heel wat zelfstandige kinderdagverblijven het water aan de lippen staat. "Het is typisch voor de sector: mensen beginnen eraan met veel idealen maar met weinig ondernemerskennis. Om na jaren hard werken te constateren dat er amper iets overblijft. Was een faillissement in dat geval tot voor kort onvermijdelijk, dan biedt de overname door een grotere groep nu een uitweg."

2,6 euro per kind per dag

En zo worden de grote groepen steeds groter, al zit ook het beleid daar onrechtstreeks voor iets tussen. Tot 2009 konden private kinderdagverblijven alleen aanspraak maken op een basissubsidie van 2,6 euro per kind per dag. Voorts moesten ze uit de kosten komen met de dagprijs die ouders betaalden en die ze vrij mochten bepalen. Sinds 2009 kan de privé-opvang ook subsidies krijgen voor het inkomsgerelateerd tarief. Ouders betalen dan volgens hun inkomen, terwijl de overheid het verschil bijpast.

"De nieuwe regeling kwam er om nog meer ouders een betaalbare opvangplaats te bezorgen en de financiële leefbaarheid van de vaak kleinschalige privé-opvang te verbeteren", zegt Michel Vandenbroeck, docent gezinspedagogiek aan de Universiteit Gent. "Alleen blijkt nu dat vooral de grotere organisaties met het gros van de nieuwe plaatsen en subsidies gaan lopen." Een niet-bedoeld, pervers effect van het beleid, dat Vandenbroeck nochtans had zien aankomen. "De private kinderopvang was altijd het kneusje van de sector. Geef je die meer middelen, dan komen er grote en commerciële spelers op af."

Waarom zien Babilou en Partena wél brood in een sector waar het moeilijk geld verdienen is? Standaert en Lybeer wijzen op de schaalvoordelen. "Een aantal vaste kosten, zoals die voor boekhouding en administratie, verdelen wij over meer kindplaatsen. En voor aankopen kunnen wij door ons volume betere prijzen bedingen."

Groter hoeft natuurlijk niet slechter te zijn. "Ik beweer niet dat er een probleem is met de kwaliteit van de opvang of met de arbeidsomstandigheden", benadrukt Vandenbroeck, die vooral een ethisch probleem ziet. "Waarom zijn die groepen bereid om eerst zware verliezen te maken? Omdat ze too big to fail willen worden. Want eens ze een flink deel van de markt hebben veroverd, dan kunnen ze zeggen: 'Wij hebben meer subsidies nodig of we moeten crèches sluiten.' En dat kan minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) zich niet permitteren, want die heeft er zich toe verbonden om 17.500 bijkomende plaatsen te creëren tegen 2020.

Als die bedrijven bereid zijn zoveel te investeren, dan is het volgens Vandenbroeck omdat ze op termijn winst verwachten. "Maar waar komt die vandaan, als je weet dat kinderopvang onmogelijk winstgevend kan zijn zonder overheidsgeld?"

Standaert wijst erop dat Partena Kinderopvang een vzw is, en dat alle eventuele winst opnieuw wordt geïnvesteerd in infrastructuur, personeel en uitbreiding. "Maar bij een commercieel bedrijf is dit niet het geval", zegt Vandenbroeck. "Ik ben niet tegen privé-ondernemerschap in de kinderopvang, alleen is het onaanvaardbaar dat subsidies rechtstreeks naar de aandeelhouders vloeien."

Vandenbroeck vreest ook monopolievorming. "De bestaande spelers verdelen de markt en beconcurreren elkaar niet bij overnames, kwestie van de prijs niet op te drijven. Op den duur blijven er nog maar een paar groepen over en welke keuze hebben ouders dan nog?"