Direct naar artikelinhoud

Onlineplatforms van VRT doen De Persgroep en Mediahuis steigeren

Met Sambal test de VRT een nieuwe site vol filmpjes en lolletjes waarmee de omroep hoopt jongeren aan te spreken. Logisch, want de VRT moet innoveren, zeggen de voorstanders. Ongelooflijk dat zoiets met belastinggeld gebeurt, vinden de critici.

Een lijstje met de beste lijstjes van 2013, een luchtig verhaaltje met veel filmpjes over de voorbereidingen van Sinterklaas, etc. Voor het harde nieuws moet je duidelijk niet bij Sambal zijn. De VRT experimenteert sinds enkele maanden met de site om te kijken of dit een manier is om de YouTube-generatie te bereiken. De Buzzfeedachtige lijstjes, animaties en grappige filmpjes zouden daarbij moeten helpen.

Een test, benadrukte de VRT begin deze week toen Sambal in de kijker kwam te staan, en absoluut nog niet bedoeld om uit te rollen voor het grote publiek. Laat staan dat het al zeker is of Sambal ooit echt gelanceerd wordt. En als het dat wil doen, moet de VRT sowieso de toestemming krijgen van de Vlaamse regering. "Maar het is wel degelijk de taak van de openbare omroep om nieuwe manieren te zoeken om jongeren te bereiken", stelde de openbare omroep. Klopt, vindt ook minister van Media Ingrid Lieten (sp.a). "De VRT moet dat soort innovatieve projecten opstarten, dat is zijn rol."

"Een interessant initiatief waarop ik weinig tegen kan hebben zolang het in een testfase zit", meent Caspar Van Rhijn, directeur innovatie bij Mediahuis (De Standaard, Het Nieuwsblad, Gazet van Antwerpen, Het Belang van Limburg). "Alleen vraag ik me af of dit niet ver buiten de opdracht van de VRT ligt als ze het platform effectief zouden lanceren."

Debat gewenst

Jaak Smeets, directeur-uitgever bij De Persgroep (De Morgen, Het Laatste Nieuws) twijfelt niet over het antwoord op die vraag: een site als Sambal ligt ver buiten de opdracht van de VRT. "Ik hou enorm van humor en kolder, maar dat moet je niet met belastinggeld financieren. Sambal heeft niets met informatie te maken en is bovendien allesbehalve een innovatief project."

Sambal raakt een gevoelige snaar bij de grootste mediabedrijven in Vlaanderen: zowel Mediahuis als De Persgroep heeft al langer grote vragen bij de digitale activiteiten van de VRT, en dan vooral bij deredactie.be. De lange nieuwsartikelen, de opiniestukken, het afschermen van de videozone,etc. Moet dat allemaal, vragen velen zich af. "We hebbben in de beheersovereenkomst een evenwicht proberen te vinden", werpt Lieten op.

"Je kan van een openbare omroep immers niet verlangen dat hij afwezig blijft op het internet. We hebben geprobeerd om de VRT ruimte te geven, zonder dat hij concurrentievervalsend is." Bij de mediabedrijven vinden ze dat dat niet helemaal gelukt is. "De VRT krijgt veruit de meeste perssteun en werkt met een onlineredactie van, ik denk, 85 mensen die groter is dan vele redacties", pleitte De Tijd-hoofdredactrice Isabel Albers enkele weken geleden in De zevende dag nog voor eerlijke concurrentie. "Wij zijn ervan overtuigd dat wat deredactie.be doet niet conform de beheersovereenkomst is", sluit Caspar Van Rhijn zich daarbij aan.

Of deredactie.be echt met 85 mensen werkt, wil de VRT niet kwijt. "Er is geen strikte afbakening tussen de verschillende redacties. We werken allemaal voor VRT Nieuws." Dat ze over ruime middelen beschikken, staat echter buiten kijf. Volgens het jaarverslag kostte deredactie.be in 2012 zeven miljoen euro. "En dat zijn wellicht alleen nog maar de personeelskosten", denkt Van Rhijn. "In werkelijkheid zal het fors meer zijn. In vergelijking met de middelen van Mediahuis en De Persgroep is het hoe dan ook bijzonder veel."

In Duitsland heeft de wetgever beperkingen opgelegd aan de publieke omroepen zodat zij met hun nieuwssites geen oneerlijke concurrentie zouden vormen voor de private uitgevers, die online moeten leven van de reclame-inkomsten. "In Nederland woedt dat debat nu ook, en ook hier verdient dat een ernstige discussie", weet Jaak Smeets. "In hoeverre kan je als audiovisueel bedrijf actief zijn op een erg moeilijke en snel ontwikkelende markt als het internet, zonder dat het oneerlijke concurrentie vormt?"

Van Rhijn sluit zich daar bij aan en geeft de minister van Media meteen gratis advies. "Ingrid Lieten heeft het vaak over het ondersteunen van de mediasector. De beste manier daartoe is om de oneerlijke concurrentie die er nu is, weg te werken. We kunnen heel veel met eigen middelen doen, maar dan moet er wel zuivere concurrentie zijn."