Direct naar artikelinhoud

'We moeten af van het gehijg'

Was journalistiek vroeger beter? Velen vinden van wel, bromberen van stand Gui Polspoel en Yves Desmet vinden van niet. Hoewel, misschien een heel klein beetje.

Tot VTM er in 2006 nogal brutaal de stekker uittrok, waren Wetstraatratten Gui Polspoel (67) en Yves Desmet (53) gastheer van een wekelijks politiek praatprogramma dat hun naam droeg. Daar is, zeven jaar later, een nageboorte in de vorm van een interviewboek van gekomen, waarin Polspoel & Desmet verleden en toekomst van politiek en media doorlichten. Inclusief geschiedkundige scoop: de inmiddels overleden CVP-politicus Gaston Geens was op het einde van zijn mandaat als Vlaams minister-president enkel nog ceremonieel in functie omdat hij een ernstige geestesziekte had. "Daar is nooit over bericht. Dat toont de pudeur aan waarmee 'de' media tot in de jaren negentig omgingen met privékwesties van politici", legt Yves Desmet, huidig hoofdredacteur van deze krant, uit. "Het kon gebeuren dat Geens een persbriefing hield en dat hij plots 'weg' was. Dan moest een kabinetslid hem discreet wegleiden en nam de 'vice' het over.

"Dat plaatste journalisten voor een dilemma: het recht op privacy respecteren, of berichten dat er iets grondig mis was met het hoofd van de Vlaamse regering? Een delegatie van hoofdredacteurs is toen naar het CVP-hoofdkwartier getrokken met dat 'probleem'. Gevolg: Geens mocht de titel van minister-president houden, maar de facto werd zijn functie overgenomen. Niemand piepte nog."

Mag ik toch als kop boven dit stuk zetten: 'Vroeger was het beter'?

Gui Polspoel:"Neen! Je wil echt niet terug naar het journalistieke tijdperk van de BRT van voor de concurrentie met VTM en het mediadecreet van Eric Van Rompuy (CD&V). Het nieuws was toen politiek verkaveld, en dat leverde bijzonder slechte journalistiek op. Ik heb nog meegedraaid in dat systeem. Elke maandag had je partijbureaus, en van elke partij moest er een stukje in het journaal komen, ook al viel er hoegenaamd niets te melden. Toch liepen we elke maandag opnieuw dat rijtje af."

Yves Desmet:"Het enige goede dat ik me van die periode herinner was dat je op de laatste persconferentie van de voormiddag, bij de VU van Vic Anciaux, een boterham met gehakt en een cognac kreeg.(lacht)Ik heb de oude wijzen die nu staan te fulmineren over de teloorgang van de journalistiek zien functioneren in dat systeem. Na de persconferenties gingen we naar het Internationaal Perscentrum, daar dronken we nog een glas. Sommigen daarna nog een, en desnoods nog een, om dan beneveld een verslagje in te leveren."

Dat was dertig jaar geleden. Maar was het tien jaar geleden niet beter dan vandaag?

Desmet:"Ach, dat dachten ze vijf of tien jaar geleden ook. Er leeft een politiek correcte obsessie voor het verglijden van de media. We hebben onze problemen, maar het mag ook nog wel eens gezegd worden dat Canvas een kwaliteitszender is die alle buitenlanden ons benijden, dat VTM maar ookHet Laatste NieuwsofHet Nieuwsbladver uitsteken boven vergelijkbare producten in Nederland of Duitsland en dat de oplage vanDe Standaard,De MorgenenDe Tijdin twintig jaar bijna verdubbeld is. Als het op niks trekt, zou dat niet kunnen."

Mediakritiek is voor zuurpruimen?

Desmet:"Er zijn reële gevaren: redacties krimpen, terwijl het door internet opgejutte monster steeds sneller moet gevoed worden. Dat leidt soms tot hap-slik-weg-journalistiek. En de vooruitzichten zijn niet goed, of toch nog niet helder. Dat de toekomst digitaal is, weten we allemaal, maar de vraag blijft hoe we daar ooit een cent aan gaan verdienen. Ik vindThe Guardiande beste krant ter wereld, maar dat gratis sprookje blijft niet duren."

Heeft jullie generatie 'ontzuilde' journalisten zich niet te dicht aangeschurkt tegen bevriende politici?

Desmet:"Ik sluit niet uit dat ik corrumpeerbaar ben, maar mijn prijs ligt hoger dan die van een steak. Als ik een biefstuk ga eten met een politicus, dan krijg ik inzicht en achtergrond. Daarmee kan ik dan naar een andere politicus. Dat brengt me dichter bij de kern van de zaak dan een perscommuniqué overnemen en dan denken dat je een grote Jan bent door zo kritisch mogelijk vragen te stellen, zonder dat je een benul hebt waarover het gaat. Zoals je het nu wel eens op de radio hoort."

Polspoel:"Als verslaggever ben ik geen tien keer met een politicus gaan eten. Ik zou nu stoer kunnen zeggen dat dat uit principe was, maar de bittere waarheid is dat ze mij niet uitnodigden. Zoals ik ook altijd bedremmeld sta te luisteren naar collega's die uitpakken met het aantal partijen dat hen gevraagd heeft om op de lijst te komen staan. Wel, ik ben maar een keer gevraagd. Door Jean-Pierre Van Rossem. Hij herkende in mij een mede-rebel. Niet bepaald iets om over op te snijden. Yves is wellicht meermaals gevraagd."

Desmet:"Drie keer, meteen geweigerd."

Polspoel:"Niet door de CD&V toch? En niet door de N-VA, wellicht. Blijft over Open Vld, sp.a en Groen. Juist?"

Desmet:"Juist."

Is het medialandschap niet te eenzijdig centrum-links?

Desmet:"Mja,De Tijddoet het toch niet onaardig, en ookTrendsis er nog. En als ik zie hoe sommigen aan de lippen van Bart De Wever hangen, dan relativeer ik dat centrum-linkse eenheidsdenken toch wel.

"Als je de maatschappij een beetje wil veranderen en als je je erbij kunt neerleggen dat je daar niet schatrijk van kunt worden, dan kom je vanzelf eerder bij een links profiel uit. Mijn leraars zeiden me dat ik met mijn wiskundeknobbel een goede ingenieur kon worden. Dat zei me niks, ik wou Woodward & Bernstein achterna, de president ten val brengen."

Polspoel:"Sterker, ik ben zelfs ingenieur architect geworden, maar ook ik viel uiteindelijk voor de romantiek van Watergate. Ik vind ook niet dat de journalisten vandaag te links zijn. Ik zie ze sinds Van Rossem kritiekloos van de ene politieke vedette naar de volgende meeschuiven: Anciaux, Verhofstadt, Stevaert, Dedecker, Leterme, nu De Wever."

Desmet:"Ga eens na hoeveel Jean-Marie Dedecker op tv kwam toen hij in volle glorie was, en vergelijk dat met nu. Terwijl het menselijke verhaal vandaag misschien veel interessanter is. Hadden journalisten vijf jaar geleden allemaal een lidkaart van het LDD? Bijlange niet, het was een 'goed verhaal', want met Dedecker had je altijd wel een rel. Als je vandaag Bart De Wever programmeert, dan scoor je per definitie een hit. En Bart De Wever, die een zeer slimme mens is, weet dat en 'veilt' zijn interviews bijna als schaars goed. Er is heus geen complot van mediabazen dat dat eenheidsdenken oplegt. Zoals Nick Davies inFlat Earth Newsterecht opmerkt: helaas, want anders konden we er tegen ten strijde trekken. Wij journalisten doen onszelf dat aan. Niets zo makkelijk als een boksmatch organiseren."

David Van Reybrouck stelt dat het media- en politieke bedrijf elkaar zo opjutten dat de democratie zelf ondergraven wordt.

Desmet:"Daar ben ik het dus wel mee eens. Er moet bloed vloeien. De jacht is belangrijker geworden dan de waarheid. We moeten af van dat gehijg. Het ideaal van kritische afstandelijkheid tegenover de politiek is verworden tot een soort gratuite relschopperij. Fundamentele meningsverschillen worden versimpeld tot ordinaire ruzie. Daardoor wordt het foute beeld geschapen van de Wetstraat als een bende vechtersbazen. Politieke verslaggeving blijft te vaak op het niveau van sportverslaggeving steken: wie wint, wie verliest?"

Vandaar opnieuw mijn vraag: was het vroeger niet beter?

Desmet:"Neen, omdat er diversiteit is. Er is een markt voor slow journalism. Media zullen op twee snelheden moeten functioneren. Alles wat nieuws is, zal snel en efficiënt moeten verspreid worden. Daarnaast is er ruimte voorlean back journalism, stukken waar de lezer eens goed voor wil gaan zitten. Noem mij ouderwets, maar ik geloof daarom ook niet dat print dood is. Ik kan me een toekomst voorstellen waarin lezers in de week een compacte nieuwskrant bij voorkeur digitaal zullen lezen, en in het weekend een genereuze, échte papieren krant zullen blijven verkiezen."

Kris Hoflack heeft voorgesteld om de Raad voor Journalistiek te bemannen met gezagvolle ervaren journalisten om te waken over wat wel en niet kan. Je plundert niet ongevraagd fotoblogs van klasjes om overleden kinderen in beeld te brengen, bijvoorbeeld.

Desmet:"Dat is een kwestie van smaak, niet van deontologie. Ik ben trots dat ik voor een krant werk die een andere, even krachtige beeldoplossing gevonden heeft, maar ik begrijp dat er bijHet Laatste Nieuws,Het NieuwsbladofHet Belangandere mechanismen spelen. Als er morgen een schietpartij plaatsvindt in een school in Oregon, dan zie je in alle kranten foto's uit de klasjaarboeken opduiken. Waarom zou dat wel mogen? Een beetje meer terughoudendheid in de berichtgeving over minderjarigen kan zeker geen kwaad, maar je kunt geen regel opstellen die zegt dat je kinderen uit een buitenland mag afbeelden, en kinderen van hier niet."

Hebben ze ooit uitgelegd waaromPolspoel & Desmetis afgevoerd?

Desmet:"De toenmalige nieuwe programmadirecteur, Jan Segers, had een bepaald profiel voor ogen van de gezellige en soms spraakmakende familiezender die hij wou maken. Een politieke praatshow paste niet in dat plaatje. Daarenboven werd het mes gezet in de nieuwsdienst van VTM. Als je dan moet snijden in je eigen redactie of je moet een paar externen laten vallen, dan is de keuze rap gemaakt. "

Polspoel:"Zolang hij directeur nieuws was, is Klaus Van Isacker ons blijven verdedigen. Zodra hij wegging, wist ik dat onze dagen geteld waren. De manier waarop blijft beneden alle peil. De opvolger van Klaus, Eric Goens, ontkende in een interview datPolspoel & Desmetzou afgeschaft worden en vertelde dat hij 'grote plannen' had met het programma omdat het een sterk merk was. Twee weken later trok hij er de stekker uit. Dat was schofterig."

Zouden jullie herbeginnen, mocht VTM het vragen?

Polspoel:"(wijst naar Yves Desmet)Met hem? Direct. Morgen als het moet."

Desmet:"Ik zou toch even in mijn agenda moeten kijken, maar in theorie: graag. Het programma mocht gezien zijn, en journalistiek was ook de nababbel interessant. Bij een glas wijn werd met de gasten de stand van het land doorgelicht. Daar hoorde ik vaak dingen waar ik op de krant mee aan de slag kon."

Polspoel:"Het was heerlijk om op een bijna intuïtieve manier, bijna letterlijk tussen de soep en de patatten, een programma te maken met een klein team - wij tweeën, hoofdredacteur Pol Van den Driessche en Dirk Van den Bogaert."

Over 'het dossier' Pol Van den Driessche verschillen jullie van mening.

Polspoel:"Is dat zo? Ik denk dat Yves die feiten ook niet aangenaam vond."

Maar hij voelde niet de behoefte om zijn vriendschap publiekelijk op te zeggen.

Polspoel:"(geërgerd)Dat is wat Siegfried Bracke er achteraf van gemaakt heeft. Herbekijk die uitzending vanReyers Laat, en je zult mij niets over onze vriendschap horen zeggen. ToenHumomet die zaak kwam, was ik erdoor verpletterd. Ik moest concluderen dat dit een solide dossier was van grensoverschrijdend seksueel wangedrag. Pol kon grofgebekt zijn en werd een puber met vrouwen in de buurt, maar vandaar was het nog een heel eind naar het gedrag waarover met naam en toenaam getuigd is. Maar ik heb nooit gezegd dat Pol mijn vriend niet meer kon zijn."

Desmet:"(droog)Zo heeft niet alleen Bracke maar ook Pol zelf het toch begrepen. Ik wil grensoverschrijdend gedrag niet goedpraten, maar dan nog zijn we een heel eind verwijderd van de vergelijking 'DSK van Vlaanderen' dieHumobij het stuk gezet heeft, want dan hebben we het over verkrachting door een roofdier. Pol is gelyncht in de media, heeft een kruis mogen maken over zijn politieke ambities en staat in de publieke opinie gebrandmerkt als een maniak. Hij hééft aan de rand van de Brugse Vaart gestaan, zo ver ging de jacht. Er zijn verkrachters die er goedkoper vanaf komen."

Polspoel:"Nou nou, Pol is niet de gevangenis in gedraaid, hè."

Desmet:"Hij heeft domme dingen gedaan, maar hij blijft een vriend. En ik had niet de behoefte om op tv te gaan vertellen dat hij me geschokt had. Dat is het verschil tussen ons, zeker? Wat hij deed is onaanvaardbaar, maar het is geen toeval dat het dossier naar boven kwam toen hij kans maakte op het burgemeesterschap van Brugge."

Polspoel:"Er is een constante in de getuigenissen: dat Pol zijn positie misbruikte om ondergeschikte vrouwen lastig te vallen, als chef, hoofdredacteur of docent. Wraakroepend machtsmisbruik. Dat zogenaamde ACW-complot is onzin. Die getuigen zijn naar Yves Leterme en Herman Van Rompuy gestapt toen Pol nog bij CD&V zat. De partij heeft er niets mee gedaan. Toen dook Pol opnieuw op, nu bij N-VA. Je kunt het die vrouwen niet verwijten dat ze dat onverdraaglijk vonden."

Velen in de Wetstraat wisten hoe Pol Van den Driessche zich gedroeg. Alleen hadden ze blijkbaar sterke getuigenissen nodig om te beseffen dat dat niet aanvaardbaar was.

Desmet:"Dat sterkt me in mijn overtuiging dat de ethiek en de deontologie van journalisten vandaag er beter aan toe is dan vroeger. Ik ben er zeker van dat dit gedrag vandaag niet onder het tapijt geveegd zou worden. Zoals ik ook niet denk dat de directeur-hoofdredacteur vanKnackhet zich vandaag nog kan veroorloven om ghostwriter te spelen voor de Schiltzen en Verhofstadts van deze tijd. Frans Verleyen, nochtans terecht een voorbeeld voor al wie ooit een pen vastgehouden heeft in de Vlaamse pers, kon dat wel. Geen enkele journalist kan zich dat vandaag nog permitteren. Gelukkig maar. Zie je wel, het was vroeger niet beter."